11
Agent
Verhaer, teruggekeerd uit
Tunis, verschijnt ter
vergadering. Hij
rapporteert beknopt
over de reden van zijn komst zonder voorafgaande
toestemming. Een langer verblijf was niet in het landsbelang
geweest,
gezien de vreemde luimen van
Isoff
Dan. Verder
laat
hij weten dat de vrijlating van gevangen ingezetenen van de
Republiek
slechts met geld kan worden geƫffectueerd of door het sturen van
zes in plaats van drie schepen onder
leiding van commissaris
Jan
Wendelsz..
Verhaer moet zijn rapport
schriftelijk indienen en om tijd te winnen, mondeling herhalen
ten overstaan van de gedeputeerden van de
Admiraliteiten. Zij zullen HHM daarna zo spoedig mogelijk
moeten adviseren of Jan Wendelsz. door middel
van een
nadere instructie
gelast moet worden Turken die hij
op zijn uitreis tegenkomt, gevangen te nemen met het oog op de uitwisseling
van
gevangenen.