17
Jan van der Linden, burger te Wezel, verzoekt ten eerste om restitutie van 15
gld. en 16 st. die hij op het kantoor te
Arnhem
aan inkomend konvooi heeft
moeten betalen over de wijnen die de stad
Wezel aan Z.Exc.
en
graaf
Ernst Casimir van Nassau heeft
geschonken. Ten
tweede
verzoekt hij conform de resolutie van HHM van 26 nov.
1629
om een vrij paspoort voor de goederen en koopmanschappen die hij
in deze landen heeft gekocht om naar Wezel te vervoeren,
om
aldaar te worden verbruikt.
HHM besluiten op het eerste punt de konvooimeester te Arnhem te ordonneren het genoemde geld aan de suppliant te restitueren. Een beslissing op het tweede punt wordt opgeschort totdat, op herhaald aanschrijven van HHM, de
Admiraliteit te Rotterdam
en de
Admiraliteit te Amsterdam
zullen hebben bepaald hoe de uitvoer van consumptiegoederen naar Wezel zal geschieden.