181
Het rapport en het advies van
Bruninxs,
Jensma en
thesaurier-generaal
Van Goch zijn gehoord. Zij hebben
conform de
resolutie van HHM aan Z.Exc. het verzoek meegedeeld dat aan
HHM
is gedaan door de gecommitteerde van het geestelijke en
wereldlijke gezag van de
Meierij van
's-Hertogenbosch. Zij willen een nieuwe bespreking
beleggen
met de gedeputeerden van de vijand, om de
misverstanden uit de weg te ruimen die zijn ontstaan over het
opperste gezag op
geestelijk en wereldlijk gebied in de
Meierij.
HHM stemmen conform het advies van Z.Exc. in met een tweede bespreking, te voeren door genoemde heren samen of bij vertrek van Jensma, door Bruninxs en
Van
Goch. Deze zal zo snel mogelijk moeten plaatsvinden, om
de
voorstellen van de vijand aan te horen,
daarop informatie te geven en verder met goedkeuring en
bekrachtiging
van
HHM te doen wat tot handhaving van het opperste gezag gedaan zal
moeten worden. De heren zullen zich zo goed mogelijk moeten laten
informeren en alles verzamelen wat
tot
verwerping van de aanspraken en argumenten van de vijand zou kunnen
dienen. Verder wordt besloten door middel van een schriftelijke
apostille op het verzoek te verklaren dat HHM goede overwegingen
hebben met de tweede
bespreking in te stemmen, maar dat de
plakkaten van deze zijde onverminderd van
kracht
blijven totdat anders besloten wordt. Ondertussen mogen
de
supplianten niets ondernemen dat direct of indirect strijdig is met het recht van HHM.
23/02/1630, 18
1
Deze resolutie is door een klerk
ingeschreven in S.G. 55.