13
De gedeputeerden van
Zeeland worden gemaand zich gunstig uit te spreken over de betaling
van de quote van die provincie in het onderhoud van de Franse
troepen
die gedurende de belegering garnizoen hebben gehouden te
Breda. Daaruit zouden de nog onbetaalde en
klagende
burgers van deze stad betaald moeten worden. Door de gedeputeerden
wordt verklaard dat de
Staten van
Zeeland
menen te mogen volstaan met de
betaling van hun contingent in hetgene de burgers van deze stad
gedurende de belegering aan de soldaten van het garnizoen
daadwerkelijk
hebben verstrekt.
HHM gaan hiermee niet akkoord.