20
Rantwyck rapporteert dat ambassadeur
De
Beaugij
antwoord verzoekt op de brief van de
koning
van
Frankrijk d.d. 12 feb., die hij op 8 april aan HHM heeft
laten afgeven. De brief betreft het nemen van maatregelen ten
aanzien van de overlast en excessen die
soldaten van deze zijde begaan op het platteland van
Luik.
HHM zullen op de brief een antwoord formuleren. Ze hebben het wangedrag op het platteland van hun neutrale buren bij plakkaat strikt verboden. Overtreders zijn bestraft als de klachten met behoorlijke informatie bij de krijgsraad van het garnizoen of bij de RvS werden ingediend. HHM geloven dat niet alle excessen van delinquenten zijn ontdekt en soms zijn de schuldigen de dans ontsprongen.
Vosbergen, tegenwoordig in extraordinaris ambassade naar de
keurvorst van Keulen, wordt
verzocht de overlast en excessen en
hun bestrijding, nader te bespreken met de keurvorst en
daarnaar te handelen. HHM twijfelen er niet aan dat de
inspanningen
van Vosbergen succes zullen hebben en de koning van
Frankrijk
tevreden zal zijn.