Details voor brief 1420
Algemene Gegevens | |
---|---|
Nummer | 1420 |
Datum | 18 augustus 1636 |
Plaats | Haarlem |
Correspondenten |
Van:
Bannius, Johan Albert
|
Taal | Latijn |
Inhoud | Ban dankt Huygens voor zijn bemiddeling, waardoor hij Heinsius’ exemplaar van Barbaro’s Latijnse editie van Vitruvius kon ontvangen. Hij voelt zich hierdoor in de kring der geleerden opgenomen. Vervolgens zet hij zijn muziektheorie uiteen, waarbij hij begint de verschillende intervallen te omschrijven en hun eigen karakteristiek aan te duiden. Wanneer deze intervallen in een juiste combinatie met maat en ritme gebruikt worden kan een goede compositie ontstaan, waarin de tekst volledig recht wordt gedaan. Vervolgens bespreekt hij een eigen compositie [op de tekst Filli, mentre ti miro, eerder door Nenna op muziek gezet], waarvan hij de verschillende wendingen vanuit de tekst verklaart. Dan kondigt hij aan een vergelijking op te stellen van drie composities, namelijk Nenna’s Filli (die geheel onvoldoende en ondoordacht is), zijn verbetering daarvan en zijn geheel eigen zetting (die reeds besproken is). Het eindoordeel zal hij aan Huygens overlaten. Hij meldt hem tot slot nog dat Petrus Scriverius, een vriend van hem, hem heeft aangespoord zijn inzichten over muziek op papier te zetten. |
Varianten
Bron/Vindplaats | Toegang | Verschijningsvorm | |
---|---|---|---|
Universiteitsbibliotheek Leiden | Cod. Hug. 37 (Bannius) 2 | Kopie | |
Rudolf Rasch, transcripties en vertalingen | Transcriptie en vertaling | ||
Briefwisseling van Constantijn Huygens 1608-1687, uitgegeven door J.A. Worp | Deel 2, p. 184 | Editie | |
Musique et musiciens au 17e siecle. Correspondance et oeuvre musicales de Constantin Huygens, W.J.A. Jonckbloet et J.P.N. Land (eds.) | p. LXIII | Editie | |
Driehonderd brieven over muziek van, aan en rond Constantijn Huygens, Rudolf Rasch | p. 280 | Editie |