Eden, Jacobus Johannes (1873-1925)

 
English | Nederlands

EDEN, Jacobus Johannes (1873-1925)

Eden, Jacobus Johannes (Jaap), schaatsenrijder en wielrenner (Groningen 19-10-1873 - Haarlem 2-2-1925). Zoon van Johannes Eden, sportleraar, en Maria Baale. Gehuwd sinds 29-10-1914 met Louise Elisabeth Prinsen. Uit dit huwelijk werd 1 zoon geboren. afbeelding van Eden, Jacobus Johannes

Jaap Eden stamde uit een sportief middenstandsmilieu. Zijn vader gaf gymnastiekles aan een HBS in de stad Groningen. Zijn moeder heeft hij nooit gekend; zij stierf ten gevolge van zijn geboorte. Jaap werd opgevoed door zijn grootmoeder, die in Santpoort Hotel Velserend bezat. Daar doorliep Jaap Eden ook de lagere school. Al heel jong openbaarde zich de liefde voor de sport bij Jaap Eden. In de duinen van Kennemerland kweekte hij de conditie, die hem later als sportman zulke goede diensten zou bewijzen.

Heel vroeg leerde hij uitstekend schaatsen. Al in 1888 sloot hij een officiële wedstrijd winnend af-vijftien jaar oud. Hij had het geluk te worden opgemerkt door de uit Haarlem stammende schaatscrack Klaas Pander, die in die dagen tot de sterkste rijders van de wereld behoorde en bereid was zijn trainer te worden.

Reeds op 17-jarige leeftijd maakte Eden zijn debuut in een internationale wedstrijd op de baan van de Amsterdamse ijsclub, waar hij op de mijl en de halve mijl respectievelijk de vierde en de derde plaats behaalde (6 januari 1891). Een jaar later won Jaap Eden op de baan van de Amsterdamse ijsclub zijn eerste wereldtitel. Hij had nl. op 13 januari de 1500 en 5000 meter gewonnen en op de 14e werd hij ook eerste op de 500, waarmee de titel binnen was. In die dagen was men ook pas wereldkampioen als men ten minste drie van de vier afstanden had gewonnen; een puntentelling kende men niet. Dat Jaap Eden de vierde afstand - de 10.000 meter - niet op zijn naam bracht (hij kwam te vallen en gaf op) deed aan de grote vreugde van de Nederlanders niets af. Jaap Eden werd in Haarlem op grootse wijze gehuldigd. In Stockholm won hij het jaar daarop de 10 kilometer in de nieuwe wereldrecordtijd van 19.12,4 en in Hamar brak hij het wereldrecord op de 5000 meter. Vooral over dat laatste record is heel wat te doen geweest. Het oude van de Noor Einar Halvorsen stond namelijk op 9.07 en Eden liet tot verbazing van iedereen 8.37.6 voor zich afdrukken, hetgeen zo onwaarschijnlijk snel leek, dat velen meenden dat de tijdwaarnemers zich hadden vergist of dat Eden een ronde te weinig had gereden. Het record van de Nederlandse crack hield maar liefst twintig jaar stand.

In februari 1895 werd Jaap Eden voor de tweede maal wereldkampioen hardrijden op de schaats. In het Noorse Hamar werd hij tweede op de 500 meter en won hij de overige drie afstanden. En passant verbeterde hij twee wereldrecords, op de 1500 en op de 10.000 meter. Het jaar daarop behaalde Jaap Eden in het Russische Sint Petersburg (het latere Leningrad) zijn derde wereldtitel. Ditmaal eindigde hij op alle vier de afstanden als eerste. Het was zijn laatste wereldtitel op het ijs, want hij had inmiddels in Nederland een contract getekend als beroepswielrenner. Behalve de opbrengst van zijn startgeld en prijzen zou hij jaarlijks verzekerd zijn van een som van 5000 gulden. Door dit contract was hij ook als schaatsenrijder amateur-af.

Op de racefiets had Jaap Eden al even snel furore gemaakt als op de schaats. Hij was lid geworden van de Haarlemse wielervereniging De Kettinggangers, omdat hij vond dat de combinatie schaatsen-wielrennen ideaal was voor een sportman. Op de fiets viel dezelfde souplesse en techniek op als op de schaats. Een krachtpatser van uitzonderlijke afmetingen was Jaap Eden niet. Hij was 1 meter 74 lang en woog ongeveer 70 à 71 kilo. Op 2 juli 1893 won hij in Arnhem het kampioenschap van Nederland op de weg - dat was dus een halfjaar na het behalen van zijn eerste wereldtitel bij het schaatsen. Het jaar daarop werden de wereldkampioenschappen op de baan in Antwerpen gereden. Op de 10 kilometer greep Jaap Eden de titel. Weer een jaar later, in augustus 1895, werd Eden continentaal kampioen op de 10.000 meter in Utrecht en dat zelfde jaar sleepte hij ook de wereldtitel op de mijl in Keulen in de wacht. Toen kwam het profaanbod, waarop Eden - die in een opleiding tot bloembollenkweker was blijven steken omdat de sport hem meer boeide - grif inging.

De grote populariteit dankte Jaap Eden vooral aan het feit dat hij in twee verschillende takken van sport in een zeer korte periode liefst vijfmaal wereldkampioen werd en aan zijn buitengewoon ongedwongen optreden. Hij hield van bizarre dingen en liet de mensen vaak lachen. Zo vestigde hij op 14 mei 1896 in Bordeaux min of meer bij wijze van grap een nieuw wereldrecord op de 1 kilometer met staande start. Bij een gewone sprintwedstrijd sprong hij meteen na het startschot van kop weg, ontdekte dat de anderen volkomen waren verrast en ging toen maar meteen door... Toch was in de wielerwereld Edens positie niet zo overheersend als op het ijs. Zijn wielerresultaten als professional waren sterk wisselend, ook al doordat Eden niet altijd het leven leidde dat van een sportman wordt verwacht. Bij de grote schaatstoernooien had hij al verbazing gewekt door af en toe met grote sigaren in zijn mond te verschijnen. Toen hij zich helemaal op het wielrennen had gestort ging het door zijn stormachtige leefwijze met de conditie snel bergafwaarts. Vooral toen hij zich eenmaal gevestigd had in Parijs, het Mekka van de beroepsrijders. Hij verdiende er goed, zó goed dat hij het zich kon permitteren een Amerikaans aanbod van 15.000 gulden voor het rijden van een handjevol wedstrijden af te wijzen. Over de geldbedragen die hij in de wielrennerij verdiende doen de meest uiteenlopende verhalen de ronde. Volgens sommigen waren er jaren bij dat hij 40.000 toucheerde.

Toen het met de conditie was gedaan en de racefiets was opgeborgen (1915), heeft Eden vergeefs getracht een goede maatschappelijke positie te vinden. De sport had hij helemaal de rug toegekeerd. De meeste trofeeën die hij had gewonnen had hij verkocht of weggegeven, op ijs- of wielerbanen verscheen hij nooit meer. Naar de bloembollen-kwekerij waar hij zijn draai nooit had kunnen vinden, keerde hij evenmin terug. Hij probeerde het met een rijwielzaak in Rotterdam, samen met een paar vrienden. Maar het werd geen succes. Hij was ook nog een tijdje hulp in een garage en chauffeur op een bestelauto, maar ook dat werd niet wat hij ervan had verwacht. Hij stierf slechts 52 jaar oud. Op zijn graf in Haarlem is later een gedenksteen onthuld. Zijn naam leeft onder meer voort op de eerste kunstijsbaan van Nederland, de Jaap Edenbaan in Amsterdam-Oost, destijds in aanwezigheid van zijn zoon en kleinzoon geopend.

L: J. van den Bergh, 'Een populariteit die na meer dan vijftig jaren nauwelijks is verbleekt, in Panorama 37 (1950) 7 (17 februari) 32; J. Muda, 'Een kwart eeuw geleden overleed Jaap Eden', in Sportief 5 (1950) 5 (3 februari) 7; K. Peereboom, Van Jaap Eden tot Ard Schenk (Baarn, 1972).

I: Maarten Moll, Jaap Eden. Wereldkampioen op de schaats, wereldkampioen op de fiets (Amsterdam 1996) omslagfoto.

G.W. Overdijkink


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 1 (Den Haag 1979)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013