© Huygens ING - Amsterdam. Bronvermelding: L. Buning , 'Kips, Jan Hendrik (1862-1942)', in Biografisch Woordenboek van Nederland. URL:http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn1/kips [12-11-2013]
KIPS, Jan Hendrik (1862-1942)
Kips, Jan Hendrik (bekend onder de naam Valckenier Kips; naamstoevoeging Valckenier bij K.B. van 22-1-1885 nr. 27) hoogleraar, staatstheoreticus en publicist ('s-Gravenhage 4-9-1862 - Lochem 3-2-1942). Zoon van Hendricus Cornelius Kips, geneesheer, en Johanna Elisabeth Valckenier. Gehuwd met Joanna Jacoba Francisca Malmberg op 28-6-1904. Zij was van katholieken huize. Uit dit huwelijk werden 1 dochter en 1 zoon geboren.
Valckenier Kips volgde het gymnasium te Den Haag, studeerde eerst in de letteren en daarna rechten in Leiden en promoveerde daar 18-6-1891 bij prof. W. van der Vlugt op De beteekenis van het woord "Rekenpligtigen" in Art. 771 Wetb. v. Burg. Rechtsv.. Hij vestigde zich als advocaat en procureur in Den Haag, schreef artikelen in de Haagsche Courant, het Dagblad van Zuid-Holland en 's-Gravenhage, De Gids en Themis en werd in februari 1894 lid van de Haagse gemeenteraad. Van 1 november 1895 tot 1 mei 1909 was Valckenier Kips hoofdredacteur van het Utrechtsch Provinciaal en Stedelijk Dagblad. In 1908 publiceerde hij in het conservatief gerichte maandblad De Tijdspiegel het opmerkelijke artikel 'Het faillissement van het parlementaire stelsel', waarin het verruimde kiesrecht aangewezen werd als de oorzaak van de volgens hem ontstane politieke verwording. Hoewel van liberalen huize afkomstig, deed Valckenier Kips zich reeds vroeg kennen als een man met antidemocratische en sociaal-darwinistische denkbeelden. Hij koesterde bewondering voor dr. A. Kuyper en later ook voor H. Colijn die hij als gezaghebbende figuren beschouwde.
Op 1 mei 1909 aanvaardde Valckenier Kips het ambt van hoogleraar in het staats-, handels- en administratief recht te Delft. In zijn inaugurele rede Staat en Individu (Utrecht, 1909) wees hij op de noodzaak van een krachtig staatsgezag, als hoeder van een hoger ideaal. Als hoofdredacteur van het conservatief georiënteerde maandblad De Tijdspiegel schreef hij van 1910 tot 1918 ook zelf tal van opstellen, in een grote verscheidenheid van onderwerpen. Zijn autoritaire, anti-democratische opvattingen komen in sommige stukken onverbloemd tot uitdrukking, in andere, zoals in de vijfdelige studie Couranten (1918) ternauwernood. Valckenier Kips was zeer Duitsgezind, stak dat nooit onder stoelen of banken en bezat talrijke relaties in Duitsland, onder wie dr. August Ries, lid van het directorium der Krupp Werke, en dr. Theodor Reismann-Grone, eigenaar-redacteur van de Rheinisch-Westfälische Zeitung en tot 1915 een prominente figuur in het Alldeutscher Verband. Valckenier Kips' boekje Der deutsche Staatsgedanke (Leipzig, 1916) kan beschouwd worden als een bijdrage aan de Duitse oorlogspropaganda. In Nederland behoorde ds. J.D. Domela Nieuwenhuis Nyegaard tot zijn kennissenkring. Deze heeft stellig, mede door zijn artikelen in De Tijdspiegel, Valckenier Kips' aandacht gericht op de Vlaamse Beweging en de Duitse Flamenpolitik. Met zijn Delftse collega Jan Gerard Sleeswijk en Willem Carel Adriaan baron Van Vredenburch stichtte Valckenier Kips in 1915 het weekblad De Toekomst, dat gedecideerd Duitsgezind was en veel aandacht besteedde aan de zg. 'Driehoekspolitiek', met Nederland als centrum en met oriëntering naar Vlaanderen ener-, en naar Duitsland anderzijds. Het blad, dat tot 1918 verscheen, werd gretig gelezen in germanofiele kringen en kreeg door een schenking van 20000 afkomstig van de Oost-Nederlandse baron Van Heeckeren van Wassenaer op huize Twickel nog wijdere publicistische armslag. Met ingang van 1 januari 1919 droeg Valckenier Kips de redactie van De Tijdspiegel over aan Sleeswijk, doch bleef medewerker. In 1919 publiceerde hij daarin ettelijke artikelen over de gevolgen van de Duitse nederlaag die hem uitermate pijnlijk had getroffen.
Op 21 april 1920 overleed zijn vrouw. Voor zij stierf had ze haar echtgenoot gevraagd hun beide kinderen 'een godsdienst mee te geven'. Valckenier Kips wilde aan die laatste wens gehoor geven en werd rooms-katholiek. Hij bleef het niet, zijn dochter wel.
Tussen 1921 en 1933 publiceerde hij slechts weinig. In het Haagsch Maandblad van 1929 treft men zijn artikel 'Souvereiniteit' aan, waarin hij opnieuw het parlementaire systeem afwijst en de monarchale leiding als de natuurlijke toestand aanprijst. Na zijn emeritaat in 1932 vertoefde hij vaak in Duitsland, waar hij te München persoonlijk contact had met Rudolf Hess en Hitlers perschef Otto Dietrich (gehuwd met een dochter van Reismann-Grone). In 1934 en 1935 publiceerde hij langdradige en soms verwarde artikelen over Plato en Aristoteles in Nieuw-Nederland, het tijdschrift van de door hem bewonderde dr. Emile Verviers. Op 1 april 1936 werd Valckenier Kips lid van de NSB doch bedankte op 21 september 1937 voor zijn lidmaatschap, na het royement van zijn zoon, die als medewerker van de afdeling Vorming der NSB had deelgenomen aan intriges tegen Mussert en Van Geelkerken. Op 14 december 1937 trad Valckenier Kips toe tot Zwart Front en maakte ook de omzetting van deze fascistische groepering in Nationaal Front mee. Een tijdlang kon hij het goed vinden met 'Kameraad-Leider' Arnold Meijer, werkte ijverig mee aan diens weekblad De Weg, maar trad ca. 1940 uit, toen Meijer niet bereid bleek zijn 'voortdurende aanvallen' op de NSB te matigen. Tegenover de laatste beweging stond hij nu weer positiever; vooral Rost van Tonningen had zijn sympathie.
Valckenier Kips, die sedert 1936 te Lochem woonde, onderhield in de laatste fase van zijn leven vriendschappelijke correspondentie met dr. Alfred A. (eigenlijk C.A.A.) Haighton, een zeer pro-Duitse en bijna pathologisch anti-joodse figuur, daarenboven zeer rijk en behept met literaire ambities. Aan het feit dat Haighton erin was geslaagd De Nieuwe Gids in handen te krijgen, moet het worden toegeschreven dat Valckenier Kips in het meinummer van 1941 van dat blad een pennevrucht publiceerde, waarin hij Rijkscommissaris dr. Arthur Seyss-Inquart lof toezwaaide voor de 'Hitleriaansch-ironische' wijze, waarop hij de Nederlanders de waarheid had gezegd. Met Haighton correspondeerde Valckenier Kips verder over 'rassologen' als Vacher de Lapouge en Hans Günther, en vooral ook over zijn 600 pagina's tellende boek De Volksstaat (Oisterwijk, 1939) dat door Arnold Meijers uitgeverij 'De Veste' te 's-Gravenhage werd overgenomen. Hierin verdedigde hij o.a. corporatieve opvattingen, die men echter ook al bij Emile Verviers aantrof. Valckenier Kips was met zijn boek zeer ingenomen, maar het bevat ternauwernood iets, dat hij al niet eerder en beter in vroegere geschriften naar voren had gebracht. Veel meer dan Wichman, Verviers of zelfs Bolland kan hij beschouwd worden als de 'stamvader' van het Nederlands fascisme, gezien zijn van jongs af extreem conservatieve en autoritaire opvattingen, zijn vroegtijdige contacten met nazi-leiders als Rudolf Hess en Otto Dietrich, zijn met dr. Haighton gedeelde overtuiging dat Nederland diende op te gaan in een sterk eenhoofdig geleid Germaans of Duits Rijk. Alleen, Valckenier Kips wilde een overgangsperiode, Haighton achtte zelfs die niet zo bijster noodzakelijk.
A: Archieven van Alfred Haighton met inventaris van J. Vriens in Rijksarchief in Noord-Brabant.
P: Behalve de in de tekst genoemde werken, preadviezen, artikelen, in Aristo- en 'De Staatsidee', in Handelingen van de Vereeniging voor Wijsbegeerte des Rechts [1921] no. 5.
L: I. Schöffer, Het nationaal-socialistische beeld van de geschiedenis der Nederlanden (Arnhem [enz.], 1956); A.A. de Jonge, Crisis en Critiek der Democratie (Assen, 1968); idem. Het nationaal-socialisme in Nederland (Den Haag, 1968); L. Buning, 'Van Vessem en de Vlamingen in de jaren 1914-1916', in Wetenschappelijke Tijdingen 33 (1974) 1 (januari-februari) kol. 1-19.
L. Buning
Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).
Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 1 (Den Haag 1979)Laatst gewijzigd op 12-11-2013