© Huygens ING - Amsterdam. Bronvermelding: A.H. Huussen jr., 'Koetsveld, Cornelis Eliza van (1869-1945)', in Biografisch Woordenboek van Nederland. URL:http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn2/koetsveld [12-11-2013]
KOETSVELD, Cornelis Eliza van (1869-1945)
Koetsveld, Cornelis Eliza van, politicus en bestuurder (Usselo, gem. Lonneker 15-6-1869 -'s-Gravenhage 21-4-1945). Zoon van Cornelis van Koetsveld, Ned. Herv. predikant, en Petronella Hendrika de Jongh van Arkel. Gehuwd op 30-7-1903 met Wilhelmina Ulriche van Nooten. Uit dit huwelijk werd 1 dochter geboren.
Van Koetsveld volgde niet de familietraditie die hem leek te bestemmen voor het predikantsambt: zijn grootvader, naar wie hij werd vernoemd, was de bekende hofprediker en schrijver van de beroemde Schetsen uit de pastorie te Mastland (Schoonhoven, 1843). Hij ambieerde, na de driejarige HBS, een militaire carrière, maar zijn opleiding in Kampen werd geblokkeerd door een ongeval waarbij hij oogletsel opliep. Na een opleiding te Schoonhoven kwam hij als (adjunct-) controleur in dienst bij de Waarborg en Belasting der Gouden en Zilveren Werken ('s Rijks Munt, Utrecht). In deze functie werd hij om de paar jaar overgeplaatst. Van Koetsvelds belangstelling ging echter uit naar politieke activiteit. In 1894/1895 verliet hij, als bestuurslid van de kiesvereniging te Goes, samen met jhr. A.F. de Savornin Lohman de Anti-Revolutionaire Partij (ARP). Hij bleef in zijn hart Vrij-Antirevolutionair, ook al accepteerde hij loyaal - zij het met tegenzin -de fusies die leidden tot de oprichting van de Christelijk-Historische Partij en ten slotte van de Christelijk-Historische Unie (CHU) in 1908, waarbij hij steeds actief als lid van de Commissie van advies was betrokken. In 1913 brak Van Koetsveld voor een korte periode met de CHU als partij-organisatie, maar niet met haar beginsel. Zijn grieven betroffen de hoge prijs die de Unie voor de bekende 'Samenwerking van rechts' moest betalen, en de strakker, minder democratisch wordende partijleiding. Hij fungeerde tot begin 1916 als voorzitter van het afgescheiden Politiek Verband van Onafhankelijke Christelijk-Historischen (Antirevolutionairen). In 1917 was hij weer CHU-lid. Op het einde van de jaren dertig voelde hij zich meer tot de Staatkundig Gereformeerde Partij (SGP) aangetrokken.
Zijn politieke activiteit richtte zich vooral op het maken van propaganda voor de CH beginselen: hij richtte, naar eigen zeggen, vóór 1918 een aantal van 31 kiesverenigingen op en sprak 79 maal in openbare vergaderingen met debat. Zijn politieke ambitie werd niet vervuld: in 1909,1913 en 1918 werd hij als kandidaat van de CHU niet in de Tweede Kamer verkozen. Op lager niveau kon hij zich wel waarmaken: als lid van de gemeenteraad in Leeuwarden (slechts een korte periode in 1923) en in die van Amersfoort (1927-1930) en als lid van Provinciale Staten van Utrecht (1927-1930) en later van Provinciale Staten van Friesland (1935). Van 1930 tot zijn pensionering in 1936 fungeerde hij als burgemeester van Workum.
Van Koetsveld was een fervent voorstander van het kiesstelsel van evenredige vertegenwoordiging. Namens de Nederlandsche Vereeniging voor Evenredige Vertegenwoordiging (EV) redigeerde hij het gelijknamige tijdschrift (1899-1908). In 1896, 1912 en 1914 publiceerde Van Koetsveld brochures over de EV. Na de invoering van een stelsel van EV legde hij zich toe op verbetering van het vigerende stelsel.
De meeste bekendheid genoot Van Koetsveld door zijn omvangrijke Onze politieke partijen (1904-1905), dat nu weliswaar grotendeels is verouderd, maar dat toch door zijn beschrijving van de partijen van zijn tijd en door de toegevoegde artikelen van H. Bijleveld over de ARP en van Lohman over de Vrije AR - en niet in de laatste plaats door de tekeningen van J.H. Isings jr. - zijn waarde behoudt. Een voorname bron voor onze kennis van het ontstaan van de CHU vormen de beide uitgaven van zijn boekje De Christelijk-Historische Unie (1909 en 1918). Zijn toelichting op het CH program Onze beginselen (1912) is, hoewel vergeleken met gelijksoortige van A. Kuyper, H. Colijn of P.A. Diepenhorst aan de magere kant, niet onverdienstelijk en sedertdien eigenlijk niet vervangen. In waarlijk talloze artikelen en ingezonden stukken in vele kranten schreef Van Koetsveld over het kiesstelsel en over problemen en ruzies van de dag. Tijdens de Duitse bezetting hield hij zich bezig met het opstellen van een blauwdruk voor het politieke leven na de oorlog. Daarover had hij contact met H.W. Tilanus. De bevrijding zelf maakte hij echter niet meer mee.
A: Het persoonlijk archief van Van Koetsveld is rond 1965 vrijwel geheel verloren gegaan. Enige typoscripten en manuscripten zijn thans in het bezit van de auteur van dit artikel. De plannen voor het naoorlogse politieke leven bevinden zich in het archief-Tilanus (nr. 97) op het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage.
P: Voornaamste geschriften: De evenredige vertegenwoordiging... ('s-Gravenhage, 1896); Evenredige vertegenwoordiging. Driemaandelijksch tijdschrift van 1899 tot 1908; Het ontstaan, de beginselen en de geschiedenis van onze politieke partijen (Utrecht, [1904]); De Christelijk-Historische Unie (Baam, [1909], als nr. 1 in de serie Onze Politieke Partijen; verm. uitg. 1918 in een soortgelijke serie nr. 3); De rotte plek. Naar aanleiding van het rapport der Commissie voor Grondwetsherziening (Schoonhoven, 1912); Onze beginselen. Een toelichting op het program der Christelijk-Historische Unie. Met een woord vooraf door A.F de Savornin Lohman (Schoonhoven, 1912); De evenredige vertegenwoordiging voor Nederland in den vorm van een wetsontwerp, met bijlage en toelichting (Rotterdam, 1914); Het nieuwe kiesstelsel voorgesteld door de Nederlandsche Vereeniging tot verbetering van het kiesstelsel, met toelichting en verklaring ('s-Hertogenbosch, [ca. 1926]).
L: Jaarboekjes van de CHU sinds 1919; A.H. Huussen jr., 'C.E. van Koetsveld en het 'Politiek Verband van Onafhankelijke Christelijk-Historischen (Antirevolutionairen)', 1913-1916', in Christelijk Historisch Tijdschrift 25 (1980) 75-118; Herinneringen aan de Unie waarin we ons thuis voelden. Christelijk-Historische karakteristieken onder red. van A.J. van Duist ('s-Gravenhage, 1980).
A.H. Huussen jr.
Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).
Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 2 (Den Haag 1985)Laatst gewijzigd op 12-11-2013