Lensing, Wilhelmina Elisabeth (1847-1925)

 
English | Nederlands

LENSING, Wilhelmina Elisabeth (1847-1925)

Lensing, Wilhelmina Elisabeth (zich noemende en schrijvende Wilhelmina Drucker), feministe (Amsterdam 30-9-1847 - Amsterdam 5-12-1925). Dochter van Constantia Christina Lensing, naaister, [en Louis Drucker, rentenier]. afbeelding van Lensing, Wilhelmina Elisabeth

Wilhelmina groeide samen met haar zusje Louise op in een katholiek milieu, waar de ongehuwde moeder als naaister de kost verdiende en haar best deed haar beide dochters een goede opvoeding te geven. Reeds op jeugdige leeftijd ontdekte Wilhelmina dat ze een onwettig kind was. Later kwam zij ook te weten wie haar vader was. In 1885 publiceerde zij samen met haar oudere zuster Louise, onder de pseudoniemen van G. en E. Prezcier, George David, een boekje waarin de handelwijze van haar vader ten aanzien van haar moeder aan de kaak werd gesteld. Wilhelmina's halfbroer uit het wettige huwelijk, H.L. Drucker, later een bekend rechtsgeleerde en kamerlid, die zich in dit boekje aangevallen zag, kocht alle exemplaren op en liet deze vernietigen. Uit deze publikatie blijkt duidelijk dat Wilhelmina het zware leven van haar moeder moeilijk kon vergeten en strijdvaardig op haar lot als onwettig kind reageerde.

Deze omstandigheden drukten in alle opzichten een stempel op haar verdere leven: zij leerde vroeg zelfstandigheid en onafhankelijkheid, zij bleef gevoelig voor de rechten van het verschopte kind en die van de achteruitgezette en nagewezen ongehuwde vrouw, zij was een hartstochtelijk strijdster, moeilijk soms voor zichzelf, moeilijker nog voor haar omgeving. In 1886 kwam Wilhelmina Drucker in aanraking met het socialisme. Zonder zich ooit geheel ermee te vereenzelvigen, bezocht zij hun vergaderingen en werd al spoedig bij de socialistische beweging betrokken. Zij werd gevraagd in de radicaal-liberale redactie van het Radicaal Weekblad nadat zij een prijsvraag die het blad had uitgeschreven, gewonnen had. In haar antwoord op de prijsvraag, dat de titel 'Mammon, een kerstavond in het rijk Fantasie' droeg en geschreven werd onder het pseudoniem Gipsy (1888), werden de onrechtvaardige toestanden in de maatschappij aan de kaak gesteld. De redacteur van dit blad, Joan Nieuwenhuis, bracht haar in contact met haar halfbroer die zich in het verleden door haar eerste publikatie gekwetst had gevoeld, en zij trof met deze een minnelijke schikking. Behalve in het Sociaal Weekblad publiceerde Wilhelmina ook in socialistische bladen, o.a. Recht voor Allen, waarvan F. Domela Nieuwenhuis redacteur was. Uit haar publikaties bleek nu spoedig dat zij pleitte voor de rechten van de vrouw in het algemeen en voor gelijke kansen van de vrouw naast de man. Met haar spreekbeurten op demonstraties van de socialisten, o.a. in Amsterdam en in Friesland, bereikte Wilhelmina Drucker velen met haar ideeën over vrouwenemancipatie. Ook vergaderde zij met haar medestanders in Parijs en Londen. Al spoedig merkte zij dat de vrouwen binnen de radicaal-liberale en socialistische stromingen aan het kortste eind trokken en daarbinnen niet door alle mannen als gelijkwaardig werden aanvaard. De vrouw moest zelf haar rechten bevechten, was spoedig haar overtuiging, en zij stak deze niet onder stoelen of banken. Dit werd haar van liberale of socialistische kant niet steeds in dank afgenomen. Maar zelf bleef zij altijd dankbaar voor de inspiratie en het zelfvertrouwen, haar vooral door het socialisme gegeven. In een gedenkschrift ter gelegenheid van de 70e verjaardag van F. Domela Nieuwenhuis schetste zij de betekenis die hij voor haar had gehad. Van hem leerde ze dat zolang er onrecht is, er tegen gestreden moet worden. Zonder het voorbeeld van zijn ijver en werkkracht had ze nooit de moed gehad om zich op te werpen voor de rechten van de vrouw.

Toen Wilhelmina Drucker in 1889 door de Sociaal-Democratische Bond (SDB) benaderd werd om leidster te worden van een vrouwenvereniging, ging zij snel aan de slag. In de loop van een paar jaar werden twee vrouwenorganisaties opgericht. De eerste was de Vrije Vrouwenvereeniging in Amsterdam (1889). Nu werden de vrouwen gemobiliseerd om op te komen voor haar rechten: recht op onderwijs, voogdij, onderzoek naar het vaderschap, verbetering van rechtspositie. Als voorzitster trok Wilhelmina Drucker door het land om propaganda te maken voor de vrouwenemancipatie. In 1893 nam het bestuur van de Vrije Vrouwenvereeniging het initiatief tot de oprichting van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht. Beide verenigingen kenden slechts een lidmaatschap voor vrouwen, omdat de verenigingen juist als werkplaats moesten dienen voor vrouwen om zich te oefenen in het debat, in het zelfstandig vormen van een mening en in het vak van spreken, vergaderen en organiseren.

In 1916 geraakte Wilhelmina Drucker ontevreden over het beleid van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, die zij verweet pogingen in het werk te stellen om langs politieke weg het kiesrecht te verkrijgen. Zij meende dat het juist nodig was het doel van vrouwenkiesrecht langs niet-politieke weg te bereiken, nl. door de vrouwen bovenal begrip en inzicht bij te brengen voor haar eigen situatie. In 1893 werd Evolutie, blad voor de vrouw, gestart door Wilhelmina Drucker en Dora Haver. Naar de overtuiging van de oprichtsters werd er in de gewone kranten niets of te weinig over het vrouwenvraagstuk geschreven en vaak, wanneer dat geschiedde, verdraaid en foutief. In Evolutie werden nu uitsluitend artikelen gepubliceerd die de belangen van de vrouw betroffen: vrouwenarbeid, huishouden, binnen- en buitenlandse politiek, kiesrecht en onderwijs. Het blad werd aanvankelijk geredigeerd door een grote kring van medewerkers uit de wereld van de krant, die echter in de loop der jaren, naarmate de toon van de hoofdredactrice feller werd, steeds meer inkromp. Wilhelmina Drucker had een manier van uitdrukken die niet iedereen kon waarderen. Het schokeffect van haar artikelen was zeer groot. Zij schreef o.a. over godsdienst en zedelijkheid, onderwerpen die in haar tijd op zulk een openhartige en kritische wijze niet besproken konden worden. Zij choqueerde bijv. haar lezers op heftige wijze toen zij het huwelijk 'de meest onheusche vorm van sexueele samenleving' noemde. Van 1897 af waren het eigenlijk alleen nog Wilhelmina Drucker en Dora Haver die het blad leidden en daarin publiceerden, terwijl Wilhelmina soms het hele blad volschreef, vooral na de dood van Dora Haver in 1912. De oplaag van het blad bleef laag, en vaak heeft zij de uitgave uit eigen middelen moeten bekostigen. Toch vond Evolutie in wijder kring waardering, dat bleek vooral bij het koperen jubileum in 1905 en het zilveren jubileum van dit blad in 1918, toen men, ook buiten de enkele abonnees, het blad Evolutie erkende als spreekbuis voor de wezenlijke belangen van de Nederlandse vrouwenbeweging.

In de loop van haar leven werkte Wilhelmina Drucker mee aan een aantal nationale manifestaties waar de rol van de vrouw in de maatschappij werd belicht. In 1898 werd in Den Haag de tentoonstelling van vrouwenarbeid gehouden naar aanleiding van de inhuldiging van koningin Wilhelmina. Wilhelmina Drucker sprak er tijdens de vele congressen die er gehouden werden, zoals bij een debat met P.J. Troelstra, waarin zij tegenover de socialistenleider de gelijkwaardige positie van de vrouw naast de man bepleitte. Na het grote succes van de tentoonstelling werd Wilhelmina Drucker penningmeester van het Bureau van Vrouwenarbeid, dat als doel had: voorlichting en documentatie over vrouwenarbeid. In 1908 was zij penningmeester van het ontvangstcomité van het tweede internationale congres van vrouwenkiesrecht, dat in Amsterdam gehouden werd. Dank zij de massale deelneming van vrouwen uit het buitenland, de goede organisatie en de goede pers over 'de vrouwen die zo goed konden spreken en organiseren' was dit een groot succes. De organisatie van de tentoonstelling 'de Vrouw 1813-1913', waarin de economische en sociale toestand van de vrouw in de laatste 100 jaar werd belicht, gaf meer problemen. De tijd van voorbereiding was kort, en niet alle vrouwenorganisaties waren overtuigd van het nut van deze manifestatie. Wilhelmina Drucker zette zich in voor de oprichting van een fonds waaruit de kosten bestreden werden. Zelf zat zij in een aantal commissies die bepaalde onderwerpen op de tentoonstelling belichtten, o.a. in de commisie van de historische afdeling en die van de vrouw in bedrijf en beroep.

Ook op ander sociaal en maatschappelijk gebied was Wilhelmina Drucker actief. In de vrijdenkersbeweging was zij bijv. een van de eerste vrouwen dieop de zondagsmorgenbijeenkomsten spraken. Zij was lid van de vrijdenkersvereniging en zou later vice-presidente in het bestuur worden (1919). Tijdens de Eerste Wereldoorlog poogde zij de Nederlandse vrouwen te organiseren om de economische en sociale nood onder de bevolking te lenigen. Dat leidde o.a. tot de oprichting van het Vrouwencomité voor de Distributie, dat veel medewerking van de regering kreeg. Daarnaast protesteerde zij tegen de dienstplicht, omdat de situatie in de handel en nijverheid moeilijk was door het gebrek aan arbeidskrachten. In haar blad Evolutie liet zij zo sterke pacifistische geluiden horen, dat velen haar abonnement opzegden.

Na de oorlog ging Wilhelmina Drucker, die nu 71 jaar was, het kalmer aan doen. Alle inspanningen in de oorlog hadden veel van haar krachten gevergd. Ook voelde ze zich teleurgesteld dat het vrouwenkiesrecht, waarvoor ze zo lang en heftig gestreden had, de vrouwen zonder strijd in de schoot geworpen was in 1919. Toch bleef Wilhelmina bereid, wanneer speciale maatregelen de positie van de vrouw en in het bijzonder die van de gehuwde vrouw bedreigden, haar protest in woord en geschrift te doen horen.

Langzaam maar zeker was er waardering gegroeid voor Wilhelmina Druckers enorme en consequente ijver en toewijding, waardoor verscheidene Vrouwenorganisaties een existentie gekregen hadden en gedurende lange tijd het voortbestaan van een eigen blad voor de vrouw gewaarborgd werd. Met onverbiddelijke logica had ze gewerkt aan de gelijkstelling van de vrouw ten opzichte van de man in de maatschappij. Op 5 december 1925 overleed Wilhelmina Drucker na een korte ziekte in Amsterdam. Dat ze een leegte achterliet in de Nederlandse vrouwenbeweging en daarbuiten, bleek uit de grote belangstelling bij de crematie op Westerveld. In 1939 werd op de Churchilllaan in Amsterdam een monument onthuld ter blijvende herinnering aan Wilhelmina Drucker. Het was ontworpen door Gerrit van der Veen en het draagt het opschrift: 'De vrouw als vrije mens.'

P: Volledige bibliografie in het hierna genoemde werk van D. te Winkel-van Hall.

L: Deanna te Winkel-van Hall, Wilhelmina Drucker. De eerste vrije vrouw (Amsterdam, 1968); Wilhelmina Drucker en de schandaalroman George David (Amsterdam, 1976). Voorw. door D. te Winkel-van Hall; Van moeder op dochter. Onder red. van W.H. Posthumus-van der Goot en A. de Waal. 1e dr. (Leiden, 1948). Sunreprint van 3e herz. dr. (Nijmegen, 1977); H.J. Scheffer, De Controleur. Een kritisch blad kritisch bekeken ('s-Gravenhage, 1982).

I: ANP Historisch Fotoarchief, beeldnummer 46561.

Mw. D.J. van Hall


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 2 (Den Haag 1985)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013