Maenen, Johannes Hubertus Josephus (1903-1979)

 
English | Nederlands

MAENEN, Johannes Hubertus Josephus (1903-1979)

Maenen, Johannes Hubertus Josephus, vakbondsbestuurder en politicus (Meerssen 31-3-1903 - Heerlen 15-6-1979). Zoon van Hubertus Leonardus Maenen, bouwvakarbeider, en Anna Margaretha Wings. Gehuwd op 18-8-1932 met Anna Maria Louisa Eijkman. Uit dit huwelijk werden 1 zoon en 3 dochters geboren. afbeelding van Maenen, Johannes Hubertus Josephus

Jan Maenen volgt in zijn geboorteplaats de lagere school tot het zevende jaar en daarna nog anderhalf jaar rijksnormaalschool. Reeds op jeugdige leeftijd is hij achtereenvolgens werkzaam bij de Staatsmijn Wilhelmina, het hoofdkantoor van de Staatsmijnen en de Raad van Arbeid. Zijn belangstelling voor de vakbeweging blijkt spoedig; vanaf zijn achttiende jaar is hij lid van het RK Werkliedenverbond te Meerssen. Op 1 december 1925 maakt Maenen van het vakbondswerk zijn dagtaak: hij wordt aangesteld als beambte van de Limburgse RK Werkliedenbond 'St. Joseph', district Heerlen. Tot 1939 vervult hij diverse functies: secretaris-penningmeester van de diocesane bond van Credo Pugno-clubs (de afdeling voor vorming en propaganda), van 1927 af tevens secretaris van het Bureau voor Rechtsbijstand te Kerkrade en sinds 1934 te Brunssum. In 1939 wordt hij secretaris van de Werkliedenbond.

Maenens werk voor de bond begint wanneer deze zich qua ledental en in financieel opzicht op een dieptepunt bevindt. Hij ontpopt zich als een inspirerende en wervende spreker, wiens werk vooral dank zij de door hem gehouden spreekuren voor individuele leden op het Bureau voor Rechtsbijstand meer door persoonlijke bewogenheid dan door politieke inspiratie gekenmerkt wordt. Zijn populariteit in de regio houdt hiermee gelijke tred. Wanneer in maart 1942 het beroepskader van de vakbond ontslagen wordt, gebruikt Maenen een papieren functie als secretaris van de coöperatie Ons Dagelijksch Brood als dekmantel voor ondergrondse voorbereidingen ten bate van de herorganisatie van de bond na de oorlog. Het is dan ook niet verwonderlijk dat, wanneer na de oorlog zijn oom Jos Maenen niet als voorzitter van de inmiddels in Katholieke Arbeiders Beweging (KAB) omgedoopte bond terugkeert. Jan Maenen gekozen wordt tot voorzitter van de KAB Limburg. Deze functie maakt hem automatisch ook lid van het landelijk bestuur van de bond.

Tot maart 1963 blijft Jan Maenen voorzitter van de KAB Limburg. Evenals zijn voorganger is hij aanhanger van de ideeën van de Limburgse School van H.A. Poels en H. Hermans. De bond ziet hij voornamelijk als een standsorganisatie en niet als een vakbond in enge zin. Als gevolg daarvan zijn voor hem (godsdienstige) vorming en sociaal-cultureel werk zeker zo belangrijk als directe materiële belangenbehartiging. Onvermoeibaar zet Maenen ook zijn bezigheid van voor de oorlog voort: hij verzorgt een ontelbaar aantal spreekbeurten op voorlichtings- en vormingsbijeenkomsten door heel Limburg. Gezien zijn karakter is Maenen niet de organisator boven de beweging, maar blijft hij er middenin staan. Een directe binding met zijn achterban is voor hem onmisbaar. Vandaar ook zijn wekelijkse spreekuur in het KAB-gebouw te Heerlen, waardoor zijn contact met de basis blijft. Teneinde dat te behouden weigert hij na 1945 tot tweemaal toe om landelijk bestuurder van de KAB te worden.

In dit licht moet ook Maenens weigering gezien worden zich bij de politiek te laten betrekken. Tot 1955, want dan wordt hij ter vervanging van jhr. G.A.M.J. Ruys de Beerenbrouck voor de Katholieke Volkspartij (KVP) lid van de Eerste Kamer. Van deze Kamer is hij lid van 1955 tot 1962 en van 1971 tot 1974. In de tussenliggende periode is hij lid van de Tweede Kamer en voornamelijk actief op het gebied van sociale zaken (onder meer voorzitter van de vaste Kamercommissie voor Sociale Zaken), economische zaken en defensie. Ook in zijn parlementaire periode blijft Maenen volgens het harmoniemodel denken, hetgeen hem ook bij andere fracties een goede naam bezorgt. Buiten het kamerwerk om bezoekt hij de departementen, teneinde hier de problemen van 'zijn' mensen, op het inmiddels fameuze spreekuur te berde gebracht, voor te leggen en oplossingen te bepleiten.

De talrijke nevenfuncties die Maenen bekleedt betreffen nooit een particulier commissariaat. Wel is hij onder meer bestuurslid van de KVP, de Limburgse Katholieke Bond van Woningbouwverenigingen, de Katholieke Ziekenhuisraad en het Limburgse Groene Kruis. Vermeld dient zeker ook te worden zijn werk voor het aanvankelijk met de KAB gelieerde Centrale Zieken Fonds, in het bestuur waarvan hij vanaf 1945 zitting heeft en na 1963 tot zijn dood voorzitter is. Typerend voor de persoon Maenen is zijn bemoeienis in het begin van de jaren zeventig met de Regionale Raad voor de Arbeidsmarkt voor de provincie Limburg. In de herstructureringsperiode na de mijnsluitingen tracht hij een eenheidsstandpunt van werknemers en werkgevers te bewerkstelligen om daarmee bij de centrale overheid sterker te staan bij het bepleiten van economische hulp voor de geplaagde provincie. De persoonlijke bewogenheid met het lot van zijn achterban en bestrijding van de door hem gewraakte polarisatie gaan hierbij opnieuw hand in hand.

L: J. Jacobs, Het gouden boek der K.A.B. Limburg 1900-1950. Vijftig jaren arbeidersbeweging in Limburg (Heerlen, [1951]) 278-282; [Red.], 'Jan Maenen nam afscheid', in Ruim Zicht. Kaderblad van de Nederlandse Katholieke Arbeidersbeweging 11 (1963) 342-343; H. Langenberg, 'Jan Maenen, een sjouwer zonder kreukels', in De Limburger, 16-6-1979; Henk Thonen, 'Jan Maenen: redder in de nood', in Limburgs Dagblad, 16-6-1979; Extra Spreekuur. Ter herinnering aan Jan Maenen. Samengest. door M. Ashmann [et al.] [Maastricht, 1980].

I: J.A. Bornewasser, Katholieke Volkspartij 1945-1980. Band I. Herkomst en groei (tot 1963) (Nijmegen 1995) 438.

Th.L.M. Engelen


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 2 (Den Haag 1985)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013