© Huygens ING - Amsterdam. Bronvermelding: H.J. Hazewinkel, 'Meel, Marinus van (1880-1958)', in Biografisch Woordenboek van Nederland. URL:http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn2/meel [12-11-2013]
MEEL, Marinus van (1880-1958)
Meel, Marinus van, luchtvaartpionier (Rotterdam 28-11-1880 - 's-Gravenhage 12-6-1958). Zoon van Antonie van Meel, koopman, en Johanna Catharina Wilhelmina Kouwenberg.
Van Meel was afkomstig uit een Rotterdamse zakenfamilie en na zijn schoolopleiding werkzaam in de kaashandel. Zijn belangstelling voor de luchtvaart werd gewekt door demonstraties van de Belgische vlieger J. Olieslagers in 1910 op Woudesteyn bij Rotterdam. Van Meel leerde vervolgens vliegen op de vliegschool van Henri Parman te Etampes (Frankrijk) en behaalde daar op 9 mei 1911 het vliegbrevet no. 511. Hij was daarmee de eerste Nederlander die voldeed aan de kort tevoren door de Fédération Aéronautique Internationale (FAI) verzwaarde eisen voor dit brevet. Van Farman kocht Van Meel voor 28.000 (toenmalige) Franse francs zijn eerste vliegtuig. Met dit toestel nam hij, buiten mededinging aangezien hij te laat was geweest om zich in te schrijven, deel aan de etappe Luik - Soesterberg van de Europese Rondvlucht van dat jaar. Zijn vlucht eindigde wegens motorpech echter voortijdig bij Grave.
Nog in 1911 nam Van Meel deel aan de militaire manoeuvres die in september van dat jaar in de Betuwe werden gehouden; dit waren de eerste militaire manoeuvres in Nederland waaraan door vliegtuigen werd deelgenomen. Van Meel ging vervolgens werken in de constructiewerkplaats van de firma Verwey & Lugard te Soesterberg en bouwde daar in 1912 zijn eerste vliegtuig, een verbeterde Farman-tweedekker. Met deze machine nam hij ook, als reservevaandrig, aan legeroefeningen bij Oldebroek deel, maar in de winter van 1912-1913 werd deze Farman-kopie bij een ongeluk vermeld, al is het toestel mogelijk toch weer opgebouwd.
Een tweede machine, in veel opzichten op de eerste gelijkend, werd begin 1913 gebouwd. Dit was de bekende 'Brik', die in het hetzelfde jaar door de nieuw opgerichte Nederlandse Luchtvaartafdeling werd gehuurd en daarmee het eerste Nederlandse militaire vliegtuig werd. Naderhand werd dit toestel door het leger aangeschaft, omdat de huur te hoog was.
Het volgende vliegtuig door Van Meel gebouwd, werd, evenals de 'Brik', gebruikt bij de manoeuvres van september 1913 en naderhand uitgerust met drijvers tot de zg. 'Waterbrik', het eerste Nederlandse watervliegtuig. Na succesvolle demonstraties op de Waal bij Tiel en een vlucht Tiel - Nijmegen en terug werd begin 1914 een vlucht Tiel - Rotterdam ondernomen. Bij deze gelegenheid, waarbij ook voor de Nederlandse marineautoriteiten zou worden gedemonstreerd, verongelukte dit vliegtuig echter -het eerste ongeluk van Van Meel in zijn vliegersloopbaan.
Begin juli 1913 richtte Van Meel, samen met J.J.A. van Meel, om zijn bedrijf groter te maken, de NV Van Meel's Vliegtuigenfabriek te Soesterberg (later te Gilze en Rijen) op, met een kapitaal van f 500.000,-. Op 30 april 1914 kreeg deze fabriek de bestelling voor een tweede vliegtuig voor de Luchtvaartafdeling, dat zonder motor en instrumenten f 4100,-zou kosten. Dit toestel, een vergrote versie van de 'Brik' en daarom wel als 'Brik' II aangeduid, werd op 13 juni 1914 na het afleggen van de voorgeschreven proeven door de regering overgenomen.
Met het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd ook de vaandrig Van Meel als vlieger gemobiliseerd. Hij bleef echter niet lang onder de wapenen en trok zich kort daarop geheel uit de luchtvaart terug. Dit geschiedde deels uit overwegingen van financiële aard (verdere bestellingen van de overheid bleven uit), maar ook omdat het pionierstijd-perk in de luchtvaart in zijn ogen had plaats gemaakt voor een meer zakelijke aanpak, die hem minder aantrok. Na 1918 ging Van Meel naar de Verenigde Staten, vanwaar hij teleurgesteld terugkeerde omdat men zijn opvattingen over de toekomst van de aviatiek niet deelde. Hij gaf de sportvliegerij op en was sinds 1936 tot op hoge leeftijd werkzaam als directeur van het Van Meel Kolen- en Scheepvaartbedrijf te Rotterdam. Wel bleef hij steeds grote belangstelling voor de luchtvaart koesteren. Zijn laatste vlucht maakte hij, vele jaren later, op 10 juli 1952met Fokker-invlieger G. Sonderman in een Fokker S-14 straal-lesvliegtuig.
Hoewel hij noch de eerste, noch de meest succesvolle Nederlandse vlieger en vliegtuigbouwer is geweest, was Van Meel zonder twijfel zeker een van de meest bekende en populaire. Zijn optreden en karakter, levenslustig, joviaal en hartelijk maar ook doortastend en nuchter zakelijk, maakten dat Van Meel in de jaren voor de Eerste Wereldoorlog van grote betekenis is geweest voor de verbreiding en propaganda voor de luchtvaart in Nederland. Het feit dat hij het eerste Nederlandse militaire vliegtuig bouwde, heeft bovendien zijn naam steeds in herinnering doen blijven.
L: 'Uit de begintijd der Nederlandse Aviatiek, Marinus van Meel haalt herinneringen op', in Avia 7 (l948) 6 (4 april) 126-131;H. Hooftman, Van Brik tot Starfighter (Zwolle, [1962] 2 dl.) I; Vijftig jaar Luchtmacht. Onder red. van F.F. Habnit. Met medew. van J. van den Bergh et al. ('s-Gravenhage, [1963]); F. Gerdessen, 'De vliegtuigen van de Luchtvaartafdeling', in Aviahobby l (1980) 1 (januari) 30-31.
I: Beeldbank van het Nationaal Archief in Den Haag [Foto: Wim van Rossem; Collectie ANEFO; Van Meel in maart 1956].
H.J. Hazewinkel
Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).
Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 2 (Den Haag 1985)Laatst gewijzigd op 12-11-2013