© Huygens ING - Amsterdam. Bronvermelding: Wim lbo, 'David, Hendrika (1888-1975)', in Biografisch Woordenboek van Nederland. URL:http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn3/david [12-11-2013]
DAVID, Hendrika (1888-1975)
David, Hendrika (bekend onder de naam Henriëtte (Heintje) Davids), revue- en variétéartieste (Rotterdam 13-2-1888 - Naarden 14-2-1975). Dochter van Levie David, komiek en caféhouder, en Francina Terveen, soubrette. Gehuwd op 8-10-1914 met Philip Pinkhof (pseud. Rido), journalist en revueschrijver. Uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren.
Henriëtte Davids kwam uit een armelijk gezin van acht kinderen, van wie er vier jong zijn gestorven. Zij werd beschouwd als het 'lelijke eendje' in de familie en mocht daarom, anders dan haar broers Louis en Hartog (Hakkie) en haar zuster Rika, niet meedoen in het 'Familie-theater Davids', dat in de zomermaanden tijdens kermissen liedjes-programma's verzorgde. Aanvankelijk werkte ze in een pettenfabriek, maar met haar ambitieuze en opportunistische natuur wist ze toch al gauw in de theaterwereld door te dringen. Niet haar uiterlijk, zangstem of acteertalent zouden haar succesvolle loopbaan gaan bepalen, maar de komische werking van haar dominerende persoonlijkheid. Als 'chanteuse comique' werd zij in 1907 door de revue-koning Henri ter Hall geëngageerd met repertoire dat haar broer Louis aan haar afstond. Louis vormde met zijn andere zuster (Rika) een populair geworden duo ('Een reisje langs den Rijn'). Toen Rika ging trouwen met de Engelse goochelaar John Weil, volgde Henriëtte haar in 1910 op (na veel protesten van Louis, die niet in haar talent geloofde) in Theater Carré bij de impressario Frits van Haarlem. Het nieuwe duo had veel succes en maakte zelfs tournees door Duitsland en Engeland.
In 1914 trouwde Henriëtte Davids met de journalist Philip Pinkhof, die onder het pseudoniem Rido volledige revues schreef voor het Amsterdamse Flora-theater in de Amstelstraat. Tien jaar lang zou Henriëtte (die inmiddels door iedereen Heintje werd genoemd) aan deze revues (geregisseerd door de legendarische Leon Boedels) haar medewerking verlenen; uit deze periode dateert het zo beroemd geworden lied 'Zandvoort aan de zee'.
Hoewel Heintje in haar lange loopbaan ook wel eens in operettes, variétéprogramma's of cabaret-voorstellingen is opgetreden, was de revue voor haar het meest geschikte werkterrein. Haar tamelijk klein maar gezet postuur paste bij een optreden in sketches van altijd levenslustige, met luide stem in licht Amsterdams-joods accent sprekende vrouwtjes, die grappen verkopen en liedjes zingen. Met haar dikte kon zij vrolijk koketteren, met haar brutaalheid had zij veel succes. Van 1925 tot 1932 was zij verbonden aan de Bouwmeester-Revue, en daarna werkte ze ook nog samen met revueproducenten als Bob Peters, Meyer Hamel en René Sleeswijk. Van haar partners moeten de volgende revuesterren worden genoemd: Johan Buziau, Siem Nieuwenhuizen, Isidoor Zwaaf, Lou Bandy, Sylvain Poons en Johan Kaart. Haar medewerking aan enkele Nederlandse films heeft in niet geringe mate tot haar nationale populariteit bijgedragen; het door haar echtgenoot op muziek van Jan Broekhuis geschreven nummer 'Draaien' uit de film van Jaap Speijer De Jantjes (1934) zou zelfs haar lijflied worden, en haar duet met Sylvain Poons 'Omdat ik zoveel van je hou' (uit dezelfde film) groeide uit tot een 'evergreen'. Haar grote successen in die jaren leidden zelfs tot een eigen onderneming in 1935: de Henriëtte Davids Revue NV.
Hoewel de situatie aan het begin van de Tweede Wereldoorlog zich voor joodse artiesten aanvankelijk minder ernstig liet aanzien dan later zou blijken (door bemiddeling van de sponsor Bernard van Leer werd Henriëtte Davids nog in 1941 leidster van het 'Joodsch Kleinkunst Ensemble' in de Hollandsche Schouwburg), moesten Heintje en haar man in september 1942 onderduiken. Ze verhuisden van het ene adres naar het andere en werden als door een wonder gered. Rika en Hakkie waren inmiddels omgekomen in Duitse concentratiekampen.
Op 16 juni 1945 maakte Henriëtte als 'laatste der Davidsen' (Louis was in 1939 overleden) een ontroerende come-back in een uitverkocht Concertgebouw. Daarna zou zij nog jarenlang optreden, vaak met groot succes, meestal als liedjeszangeres, in revues of sterrenprogramma's, ook voor radio en ten slotte televisie. Zij werd het populaire symbool van het vooroorlogs amusementstheater en vaak, tegen haar zin, bij het publiek vereenzelvigd met het werk van haar nog altijd beroemd gebleven broer Louis Davids. Zij werkte die herinnering aan Louis Davids overigens zelf in de hand door regelmatig de liedjes uit zijn repertoire te doen herleven. Waardering voor haar optredens bleek vooral in 1948, toen haar op haar zestigste verjaardag de historisch geworden Davids-ring van de Gemeente Rotterdam 'uit erkentelijkheid voor haar grootse prestaties op het gebied der kleinkunst en als postume hulde aan Rika, Hakkie en Louis' werd uitgereikt. In 1954 - bij haar officiële afscheid - gaf ze deze ring door aan Wim Kan, die hem in 1976 doorgaf aan Herman van Veen.
Na de bevrijding werkte Henriëtte Davids nog tien jaar op volle toeren, alvorens - samen met haar man - rond haar 65ste verjaardag een streep te zetten onder alle activiteiten. Maar toen Philip in 1956 plotseling overleed en Heintje dreigde te vereenzamen, keerde zij op aanraden van Tom Manders en Max Tailleur naar het theater terug. Zo ontstond de legende van de constant afscheid nemende Henriëtte Davids. Haar laatste theaterverbintenis (1964) ging zij aan in cabaret Tingel-Tangel met het herinneringsprogramma 'Waar blijft de tijd', samengesteld door Wim lbo. Dertig jaar na dato zong zij met Sylvain Poons toen opnieuw: 'Omdat ik zoveel van je hou'.
A: Boeken, tijdschriften, kranteknipsels, foto's en grammofoonplaten in Nederlands Theater Instituut te Amsterdam.
P: Mijn levenslied (Gouda, 1948).
L: 'Artiesten-leven en ,,bohême" in Amsterdam. V. Onze Hollandsche "Mistinguett": bij Henriëtte Davids', in Het Leven. Algemeen geïllustreerd weekblad, 12-12-1925 [Interview]; Simon Carmiggelt, Ieder kent ze ('s-Gravenhage, 1949); Jan Liber, Altijd maar draaien. De levensroman van Heintje Davids (Amsterdam, 1963); Wim lbo, Brieven aan jou. Een bundel herinneringen. Afzender Wim lbo (Amsterdam [etc.], 1980); idem. En nu de moraal... (Alphen aan den Rijn, 1981 - 1982. 2 dl.); H. van Gelder en J. Klöters, Door de nacht klinkt een lied. Amusement in Nederland 1940-1945 (Amsterdam [etc.], 1985); Han Peekel, Fridtjof Meerlo, Han Santing, 100 jaar Carré (Amsterdam, 1987); Jacques Klöters, 100 jaar amusement in Nederland ('s-Gravenhage, 1987).
I: Piet Hein Honig, Acteurs- en kleinkunstenaarslexicon. 3200 namen uit 100 jaar Nederlands toneel (Diepenveen 1984) 195.
Wim lbo
Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).
Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 3 (Den Haag 1989)Laatst gewijzigd op 12-11-2013