Dellepoort, Johannes Josephus (1910-1979)

 
English | Nederlands

DELLEPOORT, Johannes Josephus (1910-1979)

Dellepoort, Johannes Josephus, priester en leraar (Stampersgat, gem. Oud- en Nieuw-Gastel 17-5-1910 - Marbella (Spanje) 13-7-1979). Zoon van Hubertus Wilhelmus Dellepoort, wagenmaker en caféhouder, en Elisabeth Rademakers. afbeelding van Dellepoort, Johannes Josephus

Dellepoort volgde een middelbare opleiding op het klein-seminarie Ypelaar in Ginneken. Na het staatsexamen gymnasium-A vertrok hij in 1929 naar het groot-seminarie 'Bovendonk' in Hoeven. Na zijn priesterwijding in 1935 volgde zijn benoeming tot leraar in de Latijnse en in de Engelse taal aan het seminarie IJpelaar met de opdracht aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen Engelse taal- en letterkunde te studeren. In Nijmegen stichtte hij te zamen met J.ML.Th. Cals, later als politicus bekend geworden, de Academische Ariënskring, een Sobriëtasorganisatie van katholieke studenten. De studie, enige tijd onderbroken door de oorlog, werd op 18 november 1946 afgesloten met zijn doctoraal examen. Na 1945 volgde zijn benoeming tot diocesaan directeur van het Pauselijk Werk voor de Roepingen en in 1950 tot superior van de Unio Apostolica, die zich ten doel stelde 'de eenheid [sc. van de priesters] in Christus te bevorderen en daardoor aan hun persoonlijke heiliging' te werken. Beide functies waren mede oorzaak van zijn internationale bekendheid.

Op 5 juli 1955 promoveerde Dellepoort in Nijmegen op een proefschrift dat in die tijd in katholieke kring opzien zou baren: De priesterroepingen in Nederland. Proeve van een statistisch-sociografische analyse ('s-Gravenhage, 1955). Zijn promotor was G.H.L. Zeegers. In zijn proefschrift schrok de auteur er niet voor terug kritiek uit te oefenen op het toenmalige seminarieleven en de priesteropleiding. Door de voorbereidingen voor zijn promotie had Dellepoort veel te maken met het Katholiek Sociaal Kerkelijk Instituut (Kaski) in Den Haag, waarvan zijn promotor een van de grondleggers was. Zo werd hij in 1957 directeur van een diocesaan Kaskibureau in Breda. Hier stelde hij verschillende rapporten en memoranda samen. In het kader van zijn werk voor het Kaski maakte hij tevens vele reizen naar het buitenland. W. van Straaten, medegrondlegger van het Katholisches Internationales Soziologischen Institut für Flüchtlingenfragen, nodigde hem uit in Königstein op het congres Kirche in Not, een rede te houden over het priesterprobleem in de Beneluxlanden. Daar lanceerde Dellepoort voor het eerst het idee van internationale uitwisseling van priesters, waardoor het mogelijk zou zijn vanuit priesterrijke landen de nood in priesterarme landen voor een belangrijk deel op te heffen. Dit idee werd nader uitgewerkt in een Europees Roepingscongres dat in Wenen door Dellepoort te zamen met mgr. F. Jachym, aartsbisschop-coadjutor van Wenen, en de socioloog E. Bodzenta, verbonden aan het Katholisches Institut für kirchliche Sozialforschung in Wenen, werd georganiseerd (1958). In aansluiting daarop vestigde Dellepoort in Breda een secretariaat voor Europese Priesterhulp, waarvan de organisatie op 19 oktober 1960 werd overgenomen door de Stenoniusstichting in Maastricht, die in deze stad het Instituut voor Europese Priesterhulp en een Europaseminarie oprichtte. Dellepoort nam van beide instellingen de leiding op zich. Het instituut werd vooral bekend als wetenschappelijke instelling ter bestudering van de problematiek rondom roeping, opleiding en ambt van de priester. Zo werd Dellepoort door de Congregatie van de Seminaries en de Universiteiten in Rome belast met een onderzoek naar priesterroepingen en priesterambt in de wereld. Van dit onderzoek bracht hij verslag uit tijdens een roepingencongres in Rome in 1962. Het Instituut voor Europese Priesterhulp in Maastricht organiseerde conferenties, oriëntatiedagen en cursussen, maar kreeg vooral bekendheid door de drie congressen in Rothem-Maastricht (1964), Luzern (1967) en Metz (1969). De Stenoniusstichting kon in Madrid een tweede seminarie openen. De studenten kwamen vooral uit Nederland, België, Spanje en Malta en waren bestemd voor Duitse, Oostenrijkse en Zweedse diocesen. In het tienjarig bestaan van het seminarie werden ruim 200 kandidaten uitgezonden.

In 1969 kwam er een abrupt einde aan de 'roepingenstroom', die voor de kerk in Nederland zolang kenmerkend is geweest. Bovendien kwam er, mede als gevolg van het Tweede Vaticaans Concilie, een streven naar pluriformiteit in de kerk. Dellepoort begreep dat de Stenoniusstichting haar opzet zou moeten wijzigen. De structuurverandering kwam in het begin van de jaren zeventig tot stand. Het Europaseminarie in Rothem-Maastricht en dat van Madrid werden opgeheven. Het Instituut voor Europese Priesterhulp zou zich gaan bezighouden met het toeristenpastoraat in Europa en heet sindsdien Centrum voor Pastoraal in Europa in Maastricht.

Op 17 juni 1970 legde Dellepoort zijn functies officieel neer. Voor herstel van zijn gezondheid ging hij in 1970 en 1971 enige tijd naar Spanje. Daar bemerkte hij dat er aan de Costa del Sol duizenden Nederlandstaligen woonden zonder enige geestelijke zorg. Hij stelde zich in verbinding met de bisschop van Malaga, die hem op 30 juni 1972 benoemde tot 'capellan' (Pastor) van de Nederlands- en Duitstalige bewoners aan de Costa del Sol. Zo legde Dellepoort de grondslag voor het toeristenpastoraat in Zuid-Spanje. In Fuengirola werd hij medeoprichter van een Oecumenisch Centrum. Tevens werd hij in overleg met de Nederlandse ambassadeur door de directeur-generaal van het gevangeniswezen in Spanje benoemd tot aalmoezenier van Nederlandssprekende gevangenen in geheel Spanje.

Dellepoort heeft het als eerste aangedurfd geleerden uit geheel Europa bij elkaar te brengen om zich gezamenlijk te buigen over de problemen rondom roeping, opleiding en ambt. Maar hij heeft nooit los willen komen van wat hij zelf noemde een hiërarchische instelling. Daarom was hij niet bereid een vernieuwing te steunen die in zijn ogen meer had van een revolutie dan van een evolutie binnen het kader van de kerkelijke hiërarchie. Bij alle vernieuwingen wilde hij zijn eigen roeping en het kerkelijk gezag in Rome en in Nederland (later in Spanje) trouw blijven. Wegens zijn verdiensten op kerkelijk en maatschappelijk terrein ontving hij binnen- en buitenlandse onderscheidingen.

A: De omvangrijke documentenverzameling van Dellepoort bevindt zich in het Katholiek Documentatie Centrum in Nijmegen. Vele archiefstukken zijn o.m. te vinden in het archief van het Centrum voor Pastoraal in Maastricht en in het Diozesan Archiv in Wenen.

P: Behalve de in de tekst genoemde publikatie: o.a. Alcoholisme en drankbestrijding. Beschouwingen rondom de Sobriëtasbeweging (Hoeven, 1932); te zamen met Théophile Nijman De Bevrijding van Oud-Gastel en Stampersgat. Herinneringen aan de oorlogsjaren 1940- 1945 (Roosendaal, 1949); Ypelaar Oud en Nieuw. Nieuw-Ginneken-25 juli 1950 [Samengest. onder red. van J. J. Dellepoort en J. Peters. Roosendaal, 1950]; Die Europäische Priesterfrage. Bericht der Internationalen Enquête in Wien 10-12 Oktober 1958. Onder red. van J.J. Dellepoort [et al.] (Wenen, 1959); J. Dellepoort, N. Greinacher en W. Menges, Die deutsche Priesterfrage. Eine soziologische Untersuchung über Klerus und Priesternachwuchs in Deutschland (Mainz, [1961]); 'Die geistlichen Berufe in der Welt von Heute', in Die kirchlichen Berufe in der Welt von Heute. Akten des ersten Internationalen Kongresses (Citta del Vaticano, 1963) 87-128; Die Ausbildung der Theologiestudenten in den Westeuropäischen Ländern. Akten des zweiten Kongresses über die Europäische Priesterfrage (Rothem, 1964) ; Der Priester in einer säkularisierten Welt. Akten des 3. intern. Kongresses in Luzern, 18-22 September 1967 (Maastricht, 1967); Zur Priesterausbildung nach dem Konzil. Akten des 4. Internationalen Kongresses zu Metz, 9- 12 April 1969 (Maastricht, 1969).

L: J.P. Gribling, 'Dellepoort, zielzorger aan de Costa del Sol', in Brabants Dagblad, 4-6-1975; F. Oudejans, 'Van Europees priester tot Spaanse Brabander', in Overweg. Informatieblad voor het bisdom Breda 10 (1978) 14 (21 juli) 4-5; S. de Paepe, Toeristenpastoraal aan de Costa del Sol. Evaluatie van een kerkmodel (Leuven, 1979). Proefschrift (gestencild); J.P. Gribling, in Brabants Dagblad, 16-7-1979; idem, 'Vijfentwintig jaar Europese priesterhulp' I en II, in Katholiek Nieuwsblad, 15-5-1984 en 18-5-1984; idem. Jan Dellepoort, een Europees priester, 1910-1979 (Assen [etc. 1985]); idem, 'Das Institut für Europäische Priesterhilfe und das Europaseminar', in Annemarie Fenzl, Franz Jachym. Eine Biographie in Wortmeldungen (Wenen [etc.], 1985) 548-551.

I: J.P. Gribling, Jan Dellepoort, een Europees priester, 1910-1979 (Assen [etc. 1985]). Afbeelding tegenover titelblad.

J.P. Gribling


Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).

Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 3 (Den Haag 1989)
Laatst gewijzigd op 12-11-2013