© Huygens ING - Amsterdam. Bronvermelding: W. Slagter, 'Koomen, Theodorus Wilhelmus (1929-1984)', in Biografisch Woordenboek van Nederland. URL:http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn3/koomen [12-11-2013]
KOOMEN, Theodorus Wilhelmus (1929-1984)
Koomen, Theodorus Wilhelmus (Theo), sportverslaggever (Wervershoof 20-5-1929 - Schermerhorn, gem. Schermer 4-4-1984). Zoon van Jacob Koomen, groenteboer, en Grietje Rinkel. Gehuwd op 13-9-1956 met Maria Geertruda Langedijk. Uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren.
Theo Koomen groeide op in een kinderrijk, rooms-katholiek gezin in het Westfriese Wervershoof. In september 1942 vertrok hij naar het seminarie op het landgoed Klein Vink in Arcen (L), maar in 1947 werd de priesterstudie afgebroken. Nadat hij enige jaren - wegens een longaandoening - in een sanatorium bij Beek (Gld) had gelegen, begon hij in 1952 een journalistieke loopbaan bij het Noordhollands Dagblad. Met een korte onderbreking, toen hij voor De Dordtenaar werkte, werd hij bij eerstgenoemde krant in 1959 chef van de sportredactie. Twee jaar later ging hij naar de Volkskrant, waarvoor hij al spoedig een van de grootste wielerwedstrijden, de Tour de France, ging verslaan. Koomens landelijke bekendheid dateert evenwel uit de periode waarin hij voor de radio werkte. In 1966 trad hij in dienst bij de Stichting Katholieke Radio Omroep (KRO), waar hij van de rubriek 'Goal' een modern, actueel en veelbeluisterd sportprogramma maakte. Voor de KRO (maar later ook voor de gezamenlijke omroepen) volgde Koomen vooral de grote schaats-, voetbal-en wielerwedstrijden. In het eerste decennium van zijn reporter-loopbaan waren grote internationale successen van Nederlandse sporters te noteren: de voetbalclubs Feyenoord (Rotterdam) en Ajax (Amsterdam) maakten furore in de Europese bekertoernooien, het nationale voetbalelftal werd tweede bij het wereldkampioenschap voor landenteams in de Bondsrepubliek Duitsland (1974), de wielrenner Jan Janssen won als eerste Nederlander de Tour de France (1968) en op schaatsgebied gaven Ard Schenk en Kees Verkerk enkele jaren achtereen de toon aan. Van de radioreportage die Koomen - samen met zijn collega Wim Hoogendoorn - van de Europacup-finale Feyenoord-Celtic Glasgow (6-5-1970) verzorgde, verscheen zelfs een grammofoonplaat.
Van 1973 tot 1976 werkte Theo Koomen voor de Televisie Radio Omroep Stichting (TROS), waarbij hij onder meer als presentator van het televisiespelprogramma 'Een gulden de man' fungeerde. Na een free-lanceperiode van vier jaar accepteerde hij in 1980 een vast dienstverband bij de Nederlandse Omroep Stichting (NOS). Zijn bijdragen aan de sportprogramma's van deze zendgemachtigde ('Langs de lijn' en 'Radio Tour de France') zijn legio.
Als auteur beperkte hij zich aanvankelijk vooral tot zijn métier: in de jaren zeventig zagen publikaties over schaatsen en wielrennen het licht. Speciaal het boek 25 jaar doping (Laren, 1974) - over het gebruik van stimulerende middelen in de wielersport - baarde opzien, en Koomen werd korte tijd door wielrenners en hun ploegleiders met de nodige reserve benaderd. Later verschenen meer autobiografische boeken. Over zijn katholieke jeugd en zijn niet-afgemaakte priesteropleiding: God bewaar me (Laren, 1975) en over zijn moeder en het leven in West-Friesland: Zó was 'r maar ien (Hoorn, 1983).
Zijn manier van verslaggeving kenmerkte zich door enthousiasme. Door zijn beeldend en kleurrijk taalgebruik wenste hij de luisteraars de illusie te geven dat zij zelf bij het evenement aanwezig waren. Daarom waren zijn tv-reportages soms teleurstellend. Hier behoefde hij geen uitvoerig en rijk gedetailleerd verslag te geven: de kijker kon zich immers door eigen waarneming van het wedstrijdverloop op de hoogte stellen. Kritiek van collega's, dat hij zich door zijn hartstocht te zeer liet meeslepen en het met de waarheid niet zo nauw nam, trok hij zich sterk aan. Bij het grote publiek was hij daarentegen zonder twijfel een van de populairste verslaggevers. Ontegenzeglijk - hij gaf dat ook volmondig toe - hebben de sportieve successen van landgenoten veel tot Koomens populariteit bijgedragen. Maar ook is waar dat hij zelf voor het geliefd maken van 'zijn' sporten bij een breed publiek veel heeft gedaan.
In het weekeinde na zijn overlijden - bij een verkeersongeval - werd er bij veel sportmanifestaties een ogenblik stilte in acht genomen. Koomen werd op 9 april 1984 in zijn geboorteplaats begraven.
A: Archief-Koomen in bezit van mevrouw M.G. Koomen-Langedijk.
P: Behalve de reeds genoemde werken en artikelen in De Wielerrevue: 10 jaar topschaatsen (Laren, 1971); Topschaatsen (Laren, 1972); Topschaatsen (Laren, 1973); Een halve eeuw wielersport (Den Haag, 1977); Het clubblad (Haarlem, 1978); AZ '67. Victorie in Alkmaar. Van Alkmaar '54 tot topclub Alkmaar-Zaanstreek '67 (Wognum, 1981); Tourgids '84 samen met Wim Amels (Leiden, 1984); Met gien pen te beskroiven (Hoorn, 1984); De woid uit.' (Hoorn, 1985).
L: Necrologieën onder meer in NRC Handelsblad, 5-4-1984; Het Parool, 5-4-1984; de Volkskrant, 6-4-1984 en Trouw, 6-4-1984. Nico Scheepmaker, Theo Koomen. Een leven in woord en beeld (Moerkapelle, 1986).
I: ANP Historisch Fotoarchief, beeldnummer 29535 [Koomen in september 1983].W. Slagter
Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).
Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 3 (Den Haag 1989)Laatst gewijzigd op 12-11-2013