© Huygens ING - Amsterdam. Bronvermelding: A.H. Huussen jr., 'Kronenberg, Maria Elisabeth (1881-1970)', in Biografisch Woordenboek van Nederland. URL:http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn4/kronenb [12-11-2013]
KRONENBERG, Maria Elisabeth (1881-1970)
Kronenberg, Maria Elisabeth, bibliografe (Deventer 12-7-1881 - 's-Gravenhage 15-8-1970). Dochter van Hendrik Gerhard Kronenberg, advocaat, en Wilhelmina Geerhardina Putman Cramer.
Maria Kronenberg werd geboren in een Deventers patriciërsgeslacht. Zij groeide op in haar geboortestad in een gezin met een broer en een zuster, een in 1878 geboren tweeling. Zij doorliep de gemeentelijke HBS voor meisjes met drie-, later vier-jarige cursus in Deventer. Tijdens die schooltijd kreeg zij les in de klassieke talen van haar oom A.J. Kronenberg, de conrector van het Stedelijk Gymnasium. Vervolgens studeerde zij voor de MO-akte Nederlands - die zij in 1905 behaalde - aan de Universiteit van Amsterdam. Zij volgde hier onder meer de colleges van de neerlandicus prof. J. te Winkel, die ook aan het vak bibliografie aandacht besteedde.
In 1916 nam Kronenberg het belangrijke besluit J.C. van Slee, directeur van de Atheneumbibliotheek te Deventer, om emplooi te vragen. Zij werd door hem verder ingewijd in de wetenschap van het boek. De grote taak die zij, onbezoldigd, op zich nam, was de herziening van de oude catalogus van de incunabelen; de nieuwe editie verscheen in 1917. Hoewel zij intussen geannoteerde tekstuitgaven verzorgde van Vondels Noah , verschenen in 1910, en diens Inwydinge van 't Stadthuis t'Amsterdam , dat drie jaar later verscheen, ging haar belangstelling vooral uit naar de intellectuele geschiedenis van de 15e en 16e eeuw, en in het bijzonder naar de wetenschap van het boek. Zij kwam in contact met geleerden als prof. Willem de Vreese en de franciscanerpater Bonaventura Kruitwagen. De laatste fungeerde als bemiddelaar bij het stand komen van het contract krachtens hetwelk de Haagse uitgever en bibliograaf Wouter Nijhoff Kronenberg in 1916 engageerde als free-lance medewerkster aan zijn project 'Nederlandse bibliographie 1500-1540'.
Dit plan zou richtinggevend blijken voor Kronenbergs verdere leven. Vol overgave en zeer bewust heeft zij, die financieel onafhankelijk was, zich gewijd aan de beschrijving van de Nederlandse postincunabelen. Deze taak werd vergemakkelijkt nadat zij in 1919 met haar ouders - zij bleef ongehuwd - naar Den Haag was verhuisd. Van hieruit ondernam zij tientallen buitenlandse studiereizen, die haar in contact brachten met vele geleerden. Haar werkjournalen en haar omvangrijke correspondentie leggen een levendige getuigenis af van de wetenschappelijke en amicale dimensies van die talrijke, langdurige connecties. Vooral de herdenkingen gewijd aan geleerde kenners van de 16e-eeuwse cultuurgeschiedenis als P.S. Allen, S. Gaselee, P. Verheyden, E.Ph. Goldschmidt, L. Polain en anderen tonen haar grote sociaal-menselijke kwaliteiten.
Intussen vorderde het grote werk gestaag. Het eerste deel van de Nederlandsche bibliographie van 1500-1540 verscheen in 1923, sindsdien ook voor de rest van de serie bekend als 'Nijhoff-Kronenberg', hoewel de latere delen uitsluitend op haar naam kwamen. Helaas smaakte Kronenberg in 1971 niet meer het genoegen de verschijning van de vijfde, en voorlopig laatste, aflevering van het derde deel mee te maken. Meer dan 4500 beschrijvingen van postincunabelen bevat dit opus magnum, gebed in een zeer omvangrijk apparaat van geleerde annotatie. Zij verwierf hiermee een blijvende internationale reputatie.
Maria Kronenberg was echter niet slechts een bijzonder geverseerde bibliografe, zij bezat tevens de gave creatief historisch werk te leveren: een tweehonderdtal essays bracht zij op haar naam, die alle aspecten van het drukkers- en boekverkopersvak, vooral van de 16e eeuw, betreffen. Bovendien wijdde Kronenberg in 1948 een publikatie aan Verboden boeken en opstandige drukkers in de hervormingstijd . Haar kennis van de 15e-eeuwse incunabelen bleek uit haar in 1956 uitgegeven Campbell's Annales de la typographie néerlandaise au XVe siècle. Contributions to a new edition . Vanaf 1932 was Kronenberg redactielid van het vaktijdschrift Het Boek . In 1933 werd zij benoemd tot commissaris van het Frederik Muller-fonds. Internationale en nationale erkenning viel haar ten deel. In 1933 werd zij benoemd tot erelid van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde. In 1951 verleende de Universiteit van Amsterdam haar ter gelegenheid van haar zeventigste verjaardag het doctoraat honoris causa in de letteren, waarbij prof. W.G. Hellinga als erepromotor optrad. In 1956 werd haar oeuvre door de Bibliographical Society te Londen met goud bekroond.
A: De schriftelijke nalatenschap, correspondentie, en het archief- en werkmateriaal voor de Nederlandse bibliografie 1500-1540 bevinden zich in de Koninklijke Bibliotheek te 's-Gravenhage.
P: [R. Pennink,] 'Lijst der geschriften van dr. M.E. Kronenberg', in M.E. Kronenberg, Over mensen en boeken. Een keuze uit de opstellen van de schrijfster, haar aangeboden ter gelegenheid van haar 80e verjaardag ('s-Gravenhage, 1961) 119-138; D. Schouten, 'Supplement to the list of writings by dr. M.E. Kronenberg', in Quaerendo 9 (1979) 262-265.
L: [L. Brummel,] in Het Boek 30 (1949/1951) vii-viii; W.G. Hellinga [laudatio] en M.E. Kronenberg [dankrede], in Jaarboek der Universiteit van Amsterdam 1950-1951 (Amsterdam, s.a.) II, 75-79; H. de la Fontaine Verwey, in De Gulden Passer 39 (1961) 3-16; A.C.F. Koch, in Overijssel. Jaarboek voor cultuur en historie 17 (1963) 47-55. Hiervan verscheen een Engelse vertaling met uitgewerkte noten, in Quaerendo 1 (1971) 191-200; Lotte Hellinga-Querido, in De Antiquaar 1 (1969-1970) 139-144; W. Hellinga, in Open 2 (1970) 713-716; L. Brummel, in Quaerendo 1 (1971) 5-8; Elly Cockx-Indestege, in Archives et Bibliothèques de Belgique 42 (1971) 670-673; C. Reedijk, 'In memoriam dr. Renetta Pennink', in KB Centraal. Huisorgaan van de Koninklijke Bibliotheek 14 (1985) 4 (26 april) 26-27; Vriendschap in vereniging. Catalogus van de tentoonstelling ter gelegenheid van het vijftigjarig bestaan van de Vereniging 'Vrienden der Koninklijke Bibliotheek'... Onder red. van M. van Delft e.a. [Tentoonstellingscatalogus Koninklijke Bibliotheek] ('s-Gravenhage, 1988).
I: M.E. Kronenberg, Over mensen en boeken. Een keuze uit de opstellen van de schrijfster... ('s-Gravenhage, 1961) afbeelding tegenover titelblad.
A.H. Huussen jr.
Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).
Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 4 (Den Haag 1994)Laatst gewijzigd op 12-11-2013