© Huygens ING - Amsterdam. Bronvermelding: Henk van Gelder, 'Hazes, André Gerardus (1951-2004)', in Biografisch Woordenboek van Nederland. URL:http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn6/hazes [24-03-2015]
HAZES, André Gerardus (1951-2004)
Hazes, André Gerardus, zanger (Amsterdam 30-6-1951 - Woerden 23-9-2004). Zoon van Franciscus Johannes Hazes, glazenwasser, later kelner, en Johanna Wilhelmina Botschuijver. Gehuwd op 5-4-1974 met Catharina Elisabeth Antje Dijkstra (geb. 1948). Uit dit huwelijk werd 1 dochter geboren. Na echtscheiding (11-7-1979) gehuwd op 24-3-1981 met Eleonora Josepha Gerarda Wolf (1958-2005). Uit dit huwelijk werd 1 zoon geboren. Na echtscheiding (18-9-1991) gehuwd op 14-10-1991 met Rachel Friedel van Galen (geb. 1970). Uit dit huwelijk werden 1 zoon en 1 dochter geboren.
André Hazes werd als vierde van zes kinderen geboren in een krap behuisd gezin in een Amsterdamse volksbuurt; niet in de 'Jordaan' - waarmee hij vaak werd geassocieerd - , maar in de 'Pijp'. Zijn vader had eigenlijk artiest willen worden, maar verdiende een karig inkomen als glazenwasser. Over zijn jeugdjaren vertelde André later dat er zelden vlees op tafel stond, terwijl er ook voor schoolreisjes geen geld was en de kleinere kinderen de afleggertjes van de grotere moesten dragen. Bovendien heerste er thuis een ruzieachtige sfeer, waarbij moeder en de kinderen geregeld klappen opliepen. Dat werd nog erger toen vader Hazes zijn glazenwassersbestaan verruilde voor een betrekking als kelner in een café in de buurt. Daardoor bracht hij weliswaar iets meer geld binnen, maar ook ging hij meer drinken en werd hij steeds handtastelijker.
Om maar niet thuis te hoeven zijn bracht de kleine André zijn vrije tijd zo veel mogelijk op straat of bij vriendjes door. Wat hielp, was zijn krachtige jongenssopraan. Af en toe ging hij op een leeg kratje op de nabijgelegen Albert Cuypmarkt staan om enkele populaire liedjes te zingen die hij van de radio kende. En doorgaans leverde hem dat een paar centen, stuivers en dubbeltjes op van passanten die aardigheid in zijn optreden hadden. Toen de achtjarige André daar op 5 mei 1959, tijdens de viering van Bevrijdingsdag, weer op zijn kistje stond te zingen, hoorde de televisiekomiek Johnny Kraaijkamp hem. Deze toonde zich zo gecharmeerd van het jongetje, dat hij hem ter plekke uitnodigde voor een optreden in zijn maandelijkse Weekendshow. In oktober van dat jaar was het zo ver. 'Hij zong Piove met een stem en een presentatie, zoals men die bij zo'n ventje niet voor mogelijk zou hebben gehouden', schreef het weekblad Panorama (1959, nr. 47). Prompt maakte Philips Records een grammofoonplaatje, waarop Kraaijkamp het duet 'Droomschip' zong met zijn kleine ontdekking, maar een groot succes werd dat niet. Bovendien verhinderde de wet op de kinderarbeid dat de jonge Hazes onmiddellijk aan een zangcarrière kon beginnen.
Na de lagere school ging André in 1963, op zijn twaalfde, naar de ambachtsschool, waar hij meestal spijbelde om als aankomend monteur in een fietsenfabriekje wat geld te verdienen. Zodra hij op zijn veertiende - volgens de toenmalige leerplichtwet - niet meer naar school hoefde, wist hij een baantje te bemachtigen als draadwerker bij de Draka-fabriek in Amsterdam-Noord. Daarna was hij onder meer schoorsteenveger, bloemenbezorger, boekbinder, bouwvakker, sloper, slagersknecht, marktkoopman, snackbarhulpje en lichtmatroos op de binnenvaart.
Als lichtmatroos, in 1968 bij de Rotterdamse rederij Van Ommeren, was André enkele maanden van huis. Toen hij daarna weer naar de ouderlijke woning terugkeerde, bleek dat zijn ouders tijdens zijn afwezigheid gescheiden waren. Beiden hadden in de tussentijd een nieuwe woning betrokken met een nieuwe partner en geen van tweeën wenste onderdak te bieden aan de teruggekeerde zoon. Hij zwierf enige tijd van het ene logeeradres naar het andere.
Begin 1969, op zijn zeventiende, had André geld nodig om met een vriendinnetje uit te gaan. In arren moede pleegde hij een inbraak in Amsterdam Oud-Zuid, die overigens nauwelijks iets opleverde. Wel werd hij opgepakt. Door tussenkomst van een begripvolle rechercheur belandde hij echter niet in een jeugdgevangenis, maar in het tehuis voor moeilijk opvoedbare jongens 'De Corridor' bij het Oost-Brabantse dorpje Zeeland. Hij zat er een paar maanden vast, waarover hij achteraf zei dit helemaal niet als een straf te hebben ervaren. Voor hem betekende het tehuis vooral een dak boven zijn hoofd.
Na terugkeer uit 'De Corridor' werd de inmiddels achttienjarige Hazes verliefd op de drie jaar oudere Annie Dijkstra, die uit een vorig huwelijk twee zoontjes had. Hij trok bij haar in en zou in 1974 met haar trouwen. Een jaar later werd uit dit huwelijk hun dochter Nathalie geboren. Hazes had inmiddels een baantje als barkeeper in café 'De Jachthut' gevonden en ging daarnaast op vrije avonden geregeld naar andere kroegen, waar hij een extraatje kon verdienen door nummers van zijn grote voorbeeld de Amerikaanse 'crooner' Dean Martin na te zingen.
In 1976, toen Hazes als zingende barman in café 'De Krommerdt' werkte, liet zijn neef Tonny Leroy hem een zelfgeschreven melodietje horen. Hazes schreef daarop de tekst 'Eenzame Kerst', waarin hij het verhaal van een cafébezoeker combineerde met de eenzaamheid die hij zelf had gekend. Toen zij hun liedje aan zanger Willy Alberti aanboden, opperde deze dat Hazes het nummer zelf moest zingen. Alberti zorgde ervoor dat hij een platencontract kreeg bij Philips, waarna de single nog juist voor de Kerstdagen kon worden uitgebracht. Binnen drie weken werden van het plaatje zeventigduizend exemplaren verkocht.
Hazes werd een hitzanger, die in 1977 nieuwe successen boekte met de nummers 'Mamma' en 'De Vlieger'. Maar steeds vaker zong hij het door de platenmaatschappij uitgekozen repertoire met tegenzin. Hij wilde niet in de hoek van de traditionele smartlappen en het Jordanese belcanto blijven zitten. 'Voor mij geen accordeonnetje en zo', zei hij later. 'Dat zeikerige is echt niks voor mij. Sorry voor die componisten, maar zo voelde ik dat wel. Kijk, ik wil klappen, kletsen. Hard! Scheurende gitaren! Kadang!' (Hoogeveen). Tijdens de opnamen voor een Kerstplaat, in 1977, liep hij weg: 'Ik moest een Nederlandstalige versie van "Little Drummer Boy" zingen. Ik woog toen 130 kilo! Hou op zeg, hou op! Ik vond het helemaal niks, had genoeg van die pleurishandel' (Idem).
Vervolgens keerde Hazes terug naar de horeca. Omdat hij meestal het gezelschap van drinkende vrienden en kennissen verkoos boven dat van zijn gezin, liep zijn huwelijk met Annie Dijkstra in 1979 uit op een echtscheiding.
In 1979 leidde een toevallige ontmoeting met de directeur van platenmaatschappij EMI tot een nieuw platencontract. Hazes had zelf de tekst geschreven voor het nummer ''n Vriend', dat commercieel genoeg werd geacht om het nog eens met de eigenlijk al uitgerangeerde zanger te proberen. De uit een rockgroep afkomstige producer Tim Griek, aan wie hij daar werd gekoppeld, gaf hem de scheurende gitaren die hij zo graag als begeleiding wilde. Sindsdien omschreven de zanger en zijn producer hun muziek bij voorkeur als 'levenspop'. ''n Vriend' boekte onmiddellijk succes en werd in 1981 gevolgd door de nog veel grotere hit ''n Beetje verliefd'.
Hiermee begonnen Hazes' gloriejaren, die ruim twaalf jaar zouden duren, met eigen televisieshows als Zoals u wenst mevrouw (1984) en Een avond met André (1985), uitverkochte concerten in het Amsterdamse theater Carré en de Rotterdamse evenementenhal Ahoy' en een gestage stroom gouden platen. In 1981 trouwde hij met Ellen Wolf. Uit dit tweede huwelijk werd in januari 1982 hun zoon Melvin geboren. Hoezeer hij zich met dit jongetje verbonden voelde, bleek toen Hazes zijn impresariaat in eigen handen nam en de naam Melvin Produkties BV gaf. Niettemin kwam het later tot een breuk tussen vader en zoon; in 2003 veranderde Melvin Hazes zelfs zijn achternaam.
Al die jaren bleef Hazes doordrinken - de horeca vormde zijn natuurlijke habitat - en nachten doorhalen met lieden die hij als zijn vrienden beschouwde, maar die in werkelijkheid meestal van hem profiteerden. Zij waren degenen die steeds weer op nog één laatste rondje aandrongen, en Hazes liet zich makkelijk overhalen. Alle waarschuwingen van zijn omgeving dat hij zichzelf lichamelijk verwaarloosde, negeerde hij. Minstens één keer moest hij in die tijd een operatie aan zijn stembanden ondergaan. Bovendien werd hij getroffen door een maagbloeding.
In de buitenwereld droeg Hazes het hart op de tong - tijdens interviews was hij altijd goed voor emotionele bekentenissen - , maar in zijn privé-leven, tegenover vrouwen, gedroeg hij zich vaak stuurs en gesloten. Met zijn tweede huwelijk liep het in 1991 even slecht af als met zijn eerste: 'Mijn tweede huwelijk heb ik voor zeventig procent zelf verkankerd door alleen maar te werken, te zuipen en te feesten' (Visser).
In de loop van de jaren negentig begon Hazes' ster enigszins te verbleken. Hij hulde zich voortaan in ongenaakbaar zwart met hoed en zonnebril, net als een 'Blues Brother', maar leek daarmee meer afstand van het publiek te nemen dan goed voor hem was. Ook maakte hij minder hits sinds zijn producer - en boezemvriend - Tim Griek begin 1988 bij een auto-ongeluk om het leven was gekomen. Wel oogstte hij in datzelfde jaar nog succes met het lied 'Wij houden van Oranje', ter gelegenheid van het Europees kampioenschap voetbal.
Intussen was er met de bijna twintig jaar jongere Rachel ('Rasjèl') van Galen een nieuwe vrouw in het leven van Hazes gekomen. Deze dochter van een Rotterdams slagersechtpaar dat tot de trouwste Hazes-fans behoorde, was de voormalige oppas van Melvin. In 1991 trouwden zij en namen ze hun intrek in een ruim bemeten villa aan de Vinkeveense Plassen. In 1993 en 1994 werden uit dit huwelijk respectievelijk een dochter Roxeanne en een zoon André junior geboren. Aanvankelijk zag het ernaar uit dat Rachel een temperende invloed op Hazes zou hebben. Maar aan zijn teruglopende populariteit kon ook zij niets verhelpen. In 1999 moest zelfs een aangekondigd optreden in de Amsterdam Arena worden geannuleerd, omdat de organisatoren vreesden niet uitverkocht te raken. Steeds vaker wisten de roddelbladen verhalen op te dissen over alcoholisch getinte vecht- en scheldpartijen waarbij Hazes betrokken was geweest.
Toch bleek 1999 uiteindelijk ook het jaar te zijn waarin Hazes' carrière een wending ten goede kreeg. Eerst verscheen hij op televisie - niet zonder zelfspot - in een reclamefilmpje voor Unox-knakworstjes dat hem veel positieve publiciteit opleverde. In december van dat jaar volgde de documentaire André Hazes: zij gelooft in mij, waarmee cineast John Appel de zanger een heel nieuw publiek bezorgde. Door het bioscoopsucces - en de latere vertoning op televisie - groeide ook bij kijkers voor wie Hazes nooit meer dan een luidruchtig café-fenomeen was geweest, enige waardering voor zijn ongepolijste talent en de kwetsbare en onzekere man achter zijn pose van de stoere drinkebroer. 'Zij gelooft in mij' groeide uit tot zijn nieuwe lijflied. Aanvankelijk geschreven voor zijn tweede vrouw Ellen, droeg hij het nummer voortaan op aan Rachel.
Wel heel uitzonderlijk was Hazes' uitstap naar de politiek. Als 'vriendendienst' had hij aangeboden om bij de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2002 als 'lijstduwer' op te treden van een lokale partij in de gemeente De Ronde Venen, waartoe zijn woonplaats Vinkeveen behoorde. Toen Hazes - tegen de verwachting en bedoeling in - met 362 voorkeursstemmen werd gekozen, besloot hij ook daadwerkelijk in de gemeenteraad zitting te nemen. Maar al na drie maanden gaf de zanger zijn zetel weer op, toen de voortdurende kritiek van andere fracties - die de hele tijd maar op hem hadden 'zitten zeiken' - hem letterlijk te veel werd.
Ook Hazes' derde huwelijk met Rachel kenmerkte zich door toenemende spanningen. Die ontlaadden zich in 2003, toen de echtelieden 'enige tijd' uit elkaar waren. Volgens Rachel gedroeg haar man zich wispelturig en egocentrisch, terwijl zijn zelfvernietigingsdrang steeds groter werd. Dat kon zij niet langer verdragen. Toch kwam er weer een verzoening. Naar eigen zeggen ging ze overstag nadat hij haar had verteld dat zijn vader hem als jongetje verschillende keren had misbruikt (Hazes, 186).
De tragiek was intussen dat Hazes maar gedeeltelijk kon voortbouwen op het succes van de documentaire uit 1999. Zijn stem was aan flarden gezongen. Hij hield zich zelden langer dan vier liedjes staande. Daarna liep hij snel het podium af om - buiten het zicht van het publiek - wat extra lucht uit een zuurstoffles te halen. Bovendien werd de zanger zo doof dat de muziek steeds luider moest worden gedraaid. Na afloop kon hij nauwelijks meer verstaan wat er tegen hem werd gezegd. Wegens de suizingen in zijn oor moest hij in de zomer van 2004 twee concerten in Ahoy' afzeggen. Daarna heeft hij niet meer gewerkt. In september van dat jaar werd Hazes met spoed in een ziekenhuis in Woerden opgenomen. Hoge koorts en een zware longontsteking, waartegen hij met zijn suikerziekte onvoldoende afweer had, werden hem fataal. Hij was 53 en kapotgeleefd.
De Hazes-herdenking in de Amsterdam Arena - met de kist van de zanger op de middenstip - trok vier dagen na zijn overlijden bijna vijftigduizend bezoekers, terwijl de rechtstreekse televisie-uitzending door meer dan vijf miljoen mensen werd bekeken. Het toonde aan dat de zanger inmiddels miljoenen Nederlanders voor zich had gewonnen. Zelf had Hazes eerder gezegd: 'Ik wil gecremeerd worden zonder gibbelegeintjes. Stop mijn as in een vuurpijl, ga op het strand ⦠staan en schiet die pijl af boven zee' (Rombouts). Het laatste onderdeel van deze wens werd op 23 september 2005 ten uitvoer gebracht op de pier van Hoek van Holland en was tevens rechtstreeks op de televisie te zien. Op diezelfde dag werd nabij de Albert Cuypmarkt, waar zijn carrière ooit was begonnen, een standbeeld van de zanger onthuld.
Het optreden van André Hazes was een combinatie van gespierde rockmuziek met een volstrekt eigen arsenaal aan vrolijkheid en sentiment. In één leven zou hij nooit alles kunnen meemaken wat er in zijn liedjes gebeurde, zei hij vaak. Maar hij voelde wel heel precies aan wat hij zong, al was het maar omdat hij bijna alle teksten zelf schreef. Hazes kende het dronkemansverdriet en de redeloze liefde, en zong daarover met hart en ziel. Veel anderen hebben geprobeerd hem dat na te doen, maar de kleine man met het grote gebaar bleef ongeëvenaard.
P: Discografie van André Hazes op de website van het Nationaal Pop Instituut: http://www.popinstituut. nl/discografie/album.2952.html#album_2958 [22-2-2008]. In 2005 verscheen de dubbel-CD Hazes: het complete hitoverzicht (EMI Holland).
L: Behalve necrologieën op 23-9-2004 o.a. door Henk van Gelder, in NRC Handelsblad, 23-9-2004; door Petra Boots en Marièt Oosterwijk, in De Telegraaf, 24-9-2004; door Bart Jungmann en Gijsbert Kamer, in de Volkskrant, 24-9-2004; door Rob Rombouts, in Het Parool, 27-9-2004: André Hazes, Ik lach me kapot (Amsterdam 1982); interview door Arjan Visser, in Trouw, 31-10-1998; interview door Ed Hoogeveen, in Muziek en Beeld, 29-6-2001; Robert Haagsma, Hazes 1951-2004 (Utrecht 2004); Bert Hiddema, 'n Vriend. Het leven van André Hazes (Amsterdam 2005); Rachel Hazes [samen met Tom Metz], Typisch André (Mijdrecht 2005). De documentaire André Hazes: zij gelooft in mij van John Appel uit 1999 verscheen op DVD (EAN 8713045200244). Op 21 september 2005 zond de TROS de televisiedocumentaire Hazes: Bloed, zweet en tranen. Zijn levensverhaal van Ivo Niehe uit. Deze documentaire verscheen op DVD en is te zien op de website van de TROS 'Sterren.nl': http://www.sterren.nl/index.php?id=376 [22-2-2008].
I: ANP Historisch Fotoarchief, beeldnummer 51370 [Foto: André van der Heuvel; Hazes in juli 1982].
Henk van Gelder
Bovenstaande biografie weerspiegelt de stand van het onderzoek tot aan het jaar van publicatie in het gedrukte deel van het BWN. Dit jaar is hieronder weergegeven. Alle daarna verschenen literatuur is niet in de tekst verwerkt en wordt evenmin vermeld in de literatuuropgave (onder L).
Oorspronkelijke versie opgenomen in: Biografisch Woordenboek van Nederland 6Laatst gewijzigd op 24-03-2015