vorige (1-10-1919) | | volgende (10-10-1919) | kalender |
dagboekcahier 7 03/10/1919 vrijdag 3 october 1919 Van Oudegeest ontving ik bericht dat ’t Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen goedkeurde dat hij naar Washington zou gaan. Ik heb nu in den ministerraad voorgesteld dat ik hem als gedelegeerde zou aanwijzen, indien: 1. ’t Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen excuses maakte voor ’t wegblijven van de afgesproken conferentie; 2. hij bereid zou zijn voor de conseillers techniques steeds ’t woord te vragen, als zij dit verlangden, desnoods met beroep op dr. Nolens, als hij ’t onjuist vond; 3. dat hij den katholieken conseiller als zijn plaatsvervanger zou aanwijzen. Daarmee was iedereen ’t eens. Ook Nolens. Een ander belangrijk punt kwam in den ministerraad ter sprake: namelijk of in ’t vervolg de ambtenaren vrijgesteld zouden worden van premiebetaling voor hun eigen en voor het weduwenpensioen. De meeningen waren zeer verdeeld. Tenslotte gaf ik den doorslag door op te merken: 1. dat ’t niets duurder was: met de salarissen moesten we er tòch rekening mee houden en 2. dat nu in de Invaliditeitswet de premiebetaling geheel ten laste van de werkgevers kwam, de staat voor zijn eigen ambtenaren toch niet juist andersom kon handelen. Van Idenburg kwam geen goed bericht. Hij dacht er ernstig over ontslag te nemen. Jammer! Hij is een der grootste krachten in het kabinet en de eenige band met Kuyper. Bovendien een door en door godsdienstig en in alle opzichten sympathiek man. ’t Zou ons allen spijten, als hij heenging. Maar ik vrees! |
uit: Dagboek VII (12 november 1918 tot 20 november 1920) |