vorige (2-5-1892) | | volgende (14-5-1892) | kalender |
dagboekcahier 1 07/05/1892 7 mei 1892 Zoo even ontving ik De(n) Tijd. Mijn stuk staat erin, andermaal als feuilleton. Van de besnoeiing valt niet bijster veel te bemerken: hoogstens één [p. 170] kolommetje. Enfin, des te beter. ’k Hoop nu maar, dat pater van den Elsen niet meer zal antwoorden; ik heb niet de minste animo meer om nog eens over die puur taalkundig-historische questie te schrijven! ’k Mag echter wel een bedankje aan Eygenraam schrijven, voor de moeite die hij er zich voor gegeven heeft. ’k Heb vandaag een geheel ander idee gekregen om eens wat over te schrijven: iets, dat in ’t geheel geen haast heeft en waar ik dus, zonder mijn studie te onderbreken, met gerust geweten aan werken kan: er is namelijk een nieuw groot gedicht van Fiore della neve uitgekomen: ‘Walter’. Er zijn er dus nu drie van hem; namelijk nog: ‘Een liefde in het zuiden’ en ‘Liana’. Welk een schoone stof voor een ‘litterarische fantaisie’! Drie schoone gedichten, slechts hier en daar iets aan te merken. Heerlijk ook leenen zij zich voor een vergelijking onderling. Bepaald, ’k heb zin in dat ideetje! Maar één voorwaarde: de andere studie mag er niet onder lijden! [p. 171] Van de week hoorde ik van iemand, die bij prof. Fruin op de thee was geweest, dat ik in een bijzonder goed blaadje bij hem sta. Aangenaam bericht! Juist de man, voor wien ik zelf zooveel sympathie gevoel. Met Geurts heb ik afgesproken om ’s zondags van half een tot half drie samen Gotisch te lezen: voor hem is het een goede opfrissching van hetgeen hij vóór zijn candidaats gehad heeft en voor mij … ’k weet bijna nog niets van het Gotisch, dus hoogst nuttig! Ik vond het zeer aardig van hem, dat hij mij dit voorgesteld heeft. Van De(n) Katholieke(n) Gids hoor ik geen boe of ba. Of Küppers nog komen zal?? |
uit: Dagboek I (15 september 1891 tot 16 augustus 1892) |