Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 6

09/08/1918

vrijdag 9 augustus 1918

Nog altijd niets vernomen. Maar de bladen zijn er nu toch achter gekomen dat Van Nispen op weg naar Nederland is, dat hij Buitenlandsche Zaken heeft aangenomen en dat ’t de bedoeling is dat hij als formateur zal optreden. Blijkbaar is hij dus nog niet in ’t land. – Wel typisch is dat ik vandaag zoowel van Kolkman als van Loeff een briefje ontving, om me te bedanken voor mijn gelukwensch bij hun verkiezing. Loeff voegt erbij: ‘Ik wilde liever dankbetuiging voor felicitatie en felicitatie zelve niet samen laten vallen; vandaar, dat ik mij tenslotte nog haast.’ En Kolkman: ‘Uit de “best” ingelichte bron vernam ik dat wij u binnenkort zeer waarschijnlijk als minister zullen mogen begroeten. Gij weet dat ik voor uw werk en uw streven steeds de grootste sympathie heb gekoesterd. Ik verheug me dan ook zeer over uw aanstaand optreden en zal het mij eene vreugde zijn u in de Kamer te mogen steunen.’

Dat zijn twee aardige briefjes van deze oud-ministers.  Ik wou alleen, dat er nu maar wat schot in de zaak kwam. Hoe langer het duurt, hoe meer ik er tegen ga opzien. Ik heb eens nagegaan, wat ik zou willen doen.

Tot de volgende punten kwam ik:

1. instelling van een hoogen raad van arbeid, in den trant van den Conseil Supérieur du Travail in België en in Frankrijk.

2. wettelijke regeling van de collectieve arbeidsovereenkomst; maatregelen ter voorkoming en beslechting van geschillen tusschen werkgevers en werknemers.

3. wettelijke regeling van de arbeidsbemiddeling.

4. idem van den arbeidsduur van volwassen mannen: tien tot acht uren dag.

5. verbod van arbeid voor de gehuwde vrouw in fabrieken en werkplaatsen.

6. wettelijke regeling van den arbeid in de huisindustrie.

7. wettelijke bescherming van landarbeiders.

8. verbod van nachtarbeid van bakkers.

9. invoering (ongewijzigd) van Talma’s ziekte- en invaliditeitsverzekering.

10. uitbreiding ervan tot niet-arbeiders

11. wettelijke regeling van genees- en heelkundige behandeling bij ziekte, ook van niet-arbeiders.

12. wettelijke regeling van de werkloosheidsverzekering.

13. herziening ongevallenwet.

14. uitbreiding ervan tot landbouw, zeevaart en zeevisscherij.

15. herziening van ziekte- en invaliditeitswet.

16. instelling van een hoogen raad voor den middenstand.

17. vorming van een zelfstandige afdeeling aan ’t departement, voor den middenstand.

18. maatregelen tegen vervalsching van waren.

Ik vrees dat als ik hiermee kom, er toch om nog heel wat meer gevraagd zal worden. En toch: hoeveel werk zal dit vorderen naast ’t gewoon departementswerk! En hoeveel voetangels en klemmen liggen in deze meeste onderwerpen. Zal ik ze rechts er altijd voor kunnen vinden? Zullen de nieuwe arbeidersafgevaardigden genoeg ruggegraat hebben om tegen te ver gaande amendementen van de socialisten te stemmen – te ver, ook met ’t oog op de Eerste Kamer? Ik vrees! Discipline is in onze partij niet ons sterkste punt!

uit: Dagboek VI (5 november 1915 – 12 november 1918)