Dagboeken

 
English | Nederlands

dagboekcahier 7

10/11/1919

maandag 10 november 1919

Nog altijd geen  minister van Koloniën! Colijn heeft bedankt: hij zit te diep in de petroleum! Daarna is Middelberg gevraagd; een Anti-Revolutionair mijningenieur, die zéér bekwaam moet zijn. Hij is de zoon van ’t vroeger Kamerlid. Hij durfde ’t echter niet aan. Nu zal gevraagd worden De Graaff; hij is geen partijman, maar ‘wel rechts’. Zijn vrouw is katholiek!

            Lang werd gepraat over de memorie van antwoord voor de begrooting van Oorlog. Er steekt een storm op zoowel tegen de ministers van Oorlog als van Marine. De Kamer wil meer bezuiniging en wil een vast plan. Von Geusau had al maanden geleden zijn plan klaar. Maar de ministerraad besliste dat hij ’t in zijn memorie van toelichting nog niet uiteen mocht zetten. We zaten toen nog midden in de onderhandelingen te Parijs. Achter België stond de krachtige militaire partij in Frankrijk; men eischte van ons toetreding tot een militaire ‘afspraak’, omdat anders België – dus Frankrijk – niet gevrijwaard zou zijn tegen een nieuwe Duitsche inval via ons land, speciaal via Limburg.  We hebben beslist geweigerd, eenige militaire afspraak te maken, alleen hebben we verklaard – in ’t algemeen – dat een schending van ons territoir voor ons zou zijn een casus belli. Hangende deze questie konden we niet met plannen komen tot vermindering onzer weermacht: dat zou een sterk argument voor het Belgisch-Fransche standpunt geweest zijn!

            Nu komt Von Geusau met zijn plan, echter eerst bij zijn memorie van antwoord. Ik vrees dat ’t nu te laat is, om hem te redden: men zal zeggen: dat is nu afgedwongen onder den invloed van de Kamer. Mijn indruk is dat Ruijs eigenlijk Von Geusau wel kwijt wil. Ik heb Ruijs al meermalen gewaarschuwd: gij denkt te licht over ’t aftreden van een lid van ’t kabinet; zelfs al krijgt gij een betere opvolger terug, dan toch is ’t kabinet erdoor verzwakt. Morgen beginnen de algemeene beschouwingen van de staatsbegrooting.

uit: Dagboek VII (12 november 1918 tot 20 november 1920)