vorige (26-3-1915) | | volgende (21-4-1915) | kalender |
dagboekcahier 5 14/04/1915 woensdag 14 april 1915 Eigenlijk valt er niets bijzonders op te teekenen. De retraite in de Goede Week was heel mooi. We waren met 45 man, waaronder verschillende oud-Katwijkers. Zaterdag zijn Peter, Kees en Jogchie en ik – voor ’t eerst na zeventien jaar! – weer eens in ouderwetsche clubvergadering bij elkaar geweest. In de ‘Twee Steden’ hebben we samen gedineerd. ’t Is ècht gezellig geweest. We zullen dit nu voortaan elk jaar doen op zaterdag na Paschen. Vrijdag vernam ik van prof. Visser van IJzendoorn dat hij van mr. Limburg gehoord had dat vermoedelijk mijn wetsvoorstel tòch weer niet behandeld zou worden; er zouden allerlei spoedwetjes voorgeschoven worden en als deze afgehandeld waren gingen we op reces tot september! Daar moest ik toch haring of kuit van hebben. Ik schreef aan den president, mr. Goeman Borgesius, en vroeg hem of dit waar was. Ik kreeg een aardig briefje van hem terug met de meest volstrekte ontkenning: onmiddellijk na de Oorlogszeeongevallenwet kwam ik aan de beurt; wel bestond de mogelijkheid dat enkele kleine spoedwetjes, waar niet veel over te doen zou zijn, nog zouden moeten voorgaan. Ik kon dus gerust zijn. Ik reken dus dat ik de eerste week van mei eindelijk dit ei zal kunnen leggen. Ik heb nu al den tijd om mijn aanteekeningen nog eens rustig dóór te zien. Ik geloof dat ik lekker klaar ben. Als nu de oppositie maar flink los komt! Mr. Levy is weer eens venijnig losgebroken in het Handelsblad. Eerst stelt hij ’t voor alsof ’t wetsvoorstel thans eigenlijk niet veel meer te beteekenen heeft nu ik ’t woord ‘bedrieglijk’ ingevoegd heb; en dan weer betoogt hij dat ’t ontwerp zulk een verre strekking heeft dat ’t nóg eens in de afdeelingen dient onderzocht te worden! Meuwsen in De Middenstandsbond, Tepe in ’t Katholiek Sociaal Weekblad en mr. Reymer in ’t Centrum zullen hem stevig te lijf gaan! Wel leuk, zoo komt er weer wat leven in de brouwerij! |
uit: Dagboek V (28 augustus 1904-18 october 1915) |