vorige (23-6-1919) | | volgende (26-6-1919) | kalender |
dagboekcahier 7 24/06/1919 dinsdag 24 juni 1919 Dat is al een zeer onaangename verrassing! Daar ben ik nu onlangs expresselijk naar Utrecht geweest om mgr. den aartsbisschop uit te leggen, waarom ik in den Hoogen Raad van Arbeid alleen vertegenwoordigers van de vakcentrales kan opnemen en niet tevens van de standsorganisaties. Ik meende dat ik hem evenzeer had overtuigd als dr. De Visser in den ministerraad. En daar komt me nu een brief van mgr. Van de Wetering namens ’t geheele Episcopaat om mij mee te deelen dat het de uitdrukkelijke wensch is van ’t Episcopaat, dat ik niet het R.K. Vakbureau, maar de Federatie van R.K. Arbeidersbonden in den Hoogen Raad van Arbeid zich [zou] laten vertegenwoordigen; bij wijze van concessie zouden HH.DD.HH. dan nog wel kunnen goedvinden dat de Federatie ook iemand van ’t Vakbureau aanwees! Daar sta ik nu toch paf van. Met geen woord wordt gereageerd op mijn betoog dat ’t zoo niet kan en dat ’t ook, al kon ’t, nog verkeerd zou zijn, maar eenvoudig gezegd: zoo wenschen wij het, dus! Ik zal het schrijven eens aan prof. Aengenent sturen en zien wat hij ervan zegt. Het kàn eenvoudig niet. |
uit: Dagboek VII (12 november 1918 tot 20 november 1920) |