Inleiding

 
English | Nederlands

Bewerking van de tekst

Het manuscript van Aalberses dagboeken is op twee manieren uitgegeven: volledig in elektronische vorm en gedeeltelijk in druk. De reden voor deze wat ongewone aanpak is van praktische aard. Zoals hierboven al vermeld bestaan er in de dagboeken grote hiaten, omdat de auteur soms jarenlang niets noteerde, maar ook omdat delen van het manuscript zijn vernietigd of zoekgeraakt. Omdat na 1896 bovendien een lange periode van stilzwijgen volgt, hebben wij gekozen voor een gedrukte uitgave die begint in 1902 (het jaar waarin Aalberse weer met enige regelmaat in zijn dagboek begon te schrijven) en die de volledige tekst tot en met 1947 omvat, voorzien van tekstkritische en toelichtende annotatie en een index.

De periode 1891-1896 is wel opgenomen in deze integrale elektronische uitgave van het manuscript. Deze is alleen voorzien van een tekstkritische annotatie. Zij is elektronisch doorzoekbaar en biedt zo een aanvullende toegang tot het gedrukte dagboek. Voor de tekstbewerking van de digitale en de gedrukte uitgave zijn dezelfde uitgangspunten gehanteerd.

De tekst bestaat uiteraard voor het grootste deel uit de elf dagboekcahiers. Daarnaast is één tekstdeel opgenomen dat elders in het archief berust: het (getypte) dagboek van een door Aalberse ondernomen poging tot kabinetsformatie in de zomer van 1935. Ook zijn op enkele plaatsen losse brieven, nota’s en andere stukken in het transcript opgenomen, waarvan Aalberse uitdrukkelijk noteerde dat hij ze in de dagboeken had gelegd.

Bij de transcriptie van de tekst is de kritisch-normaliserende methode aangehouden van de Richtlijnen voor het uitgeven van historische bescheiden (zesde herziene druk, Den Haag 1988).

  • De oorspronkelijke spelling van de auteur wordt gevolgd met de toen gangbare ‘sch’, dubbele klinkers en naamvalsuitgangen.
  • Het kwistige gebruik van hoofdletters is naar hedendaagse maatstaf aangepast.
  • Afkortingen worden op enkele gangbare uitzonderingen na voluit geschreven.
  • Kennelijke verschrijvingen en spelfouten van de auteur zijn stilzwijgend gecorrigeerd; bij wat ernstiger fouten – vooral in het spellen van namen maakte Aalberse veel vergissingen – wordt dit in tekst en annotatie verantwoord.
  • De interpunctie is aan het hedendaagse gebruik aangepast. In de praktijk betekent dat vooral een soberder gebruik van komma’s. Daarnaast zijn de nodige aanhalingstekens aangebracht.
  • De alinea-indeling is hier en daar door de bewerkers gewijzigd; dit geldt speciaal bij de weergave van gesprekken.
  • Foutieve of lacuneuze zinsconstructies: waar dat voor het begrip van de tekst nodig was, zijn in de tekst aanvullingen of wijzigingen opgenomen in cursief tussen teksthaken. In zulke gevallen is de oorspronkelijke tekst veelal in voetnoten opgenomen. Als bij de transcriptie sprake was van twijfel, is de meest waarschijnlijke lezing tussen teksthaken opgenomen.
  • Onleesbare woorden of passages zijn aangeduid met […]. Titels van boeken, namen van kranten en tijdschriften, alsmede uitdrukkingen in vreemde talen zijn cursief afgedrukt, evenals onderstrepingen in de tekst.
  • In deze uitgave is de paginanummering gehandhaafd die door Aalberse zelf is aangebracht (dat wil zeggen tot en met 8 maart 1903) en tussen teksthaken in het transcript opgenomen.

De dagboekfragmenten zijn in chronologische volgorde geplaatst, voorafgegaan door de datering van de auteur zoals zij in de cahiers wordt vermeld. Wanneer de datering ontbreekt (bijvoorbeeld doordat er fragmenten uit de tekst zijn verwijderd) of kennelijk onjuist is, is deze door de bewerkers aangebracht tussen teksthaken, indien nodig met een verantwoording. Enkele malen is om praktische redenen afgeweken hetzij van de chronologie, hetzij van de orde van de tekst in de cahiers. Hoe dat is gebeurd en om welke redenen wordt telkens in voetnoten verantwoord. In deze uitgave wordt per dagboekfragment verwezen naar het cahier waaruit de tekst afkomstig is. De gebruiker moet er rekening mee houden dat de retrospectieve notities soms ver terugreiken van de datum waaronder zij zijn opgenomen in het dagboek (vergelijk bijvoorbeeld de aantekeningen over de kabinetscrisis van november 1925, genoteerd in 1928).