Details van document
Titel | W.R. van Hoëvell (ed.)
"Aanteekeningen van de generaal J. Penning Nieuwland over zijn leven. Autobiographie" Tijdschrift voor Nederlandsch Indië 21 (1859), II, p. 1-30 |
---|---|
Beginjaar | 1795 |
Eindjaar | 1856 |
Aantekeningen | Onvolledige uitgave: grote delen van de autobiografie zijn geschrapt 'om geen personen te grieven, ofschoon dat weggelatene hoogst lezenswaardig is'.
Penning Nieuwland presenteert zich als een vrijheidslievend man en beschrijft zijn militaire opleiding en dienst, eerst bij de marine, vanaf 1813 bij de landmacht, eerst in Nederland, daarna in Indië. Tussendoor vervult hij een zending in Zweden. Aan het einde van zijn carrière loopt hij het oppercommando in Indië mis. Citaat: 'Maar daarentegen heb ik ééne positieve ondeugd. Mijn gansche leven door ben ik door een hartstogt voortgezweept geworden, die mij veel leed en berouw heeft veroorzaakt, en waarover ik den sluijer werp, want ik zie geene noodzakelijkheid om als Jean-Jacques te konfesseeren. Men juicht over den triomf der vrouw, maar er komt een tijd . . . ' |
Waardering | 1 |
Nadere bewerking | ja |
Auteur(s) |
Penning Nieuwland, J.
(1795-1857)
|
Geografische bestemming(en) |
Nederlands-Indië |
Soort |
autobiografie |