Erkende verenigingen, 1855-1903

1. Hardrijderijen op schaatsen, of met paard en arresleden te doen plaats hebben op wateren of gronden, door haar in eigendom of huur bezeten, of waarvan zij van de rechthebbende vergunning heeft bekomen;

2. het in behoorlijken toestand brengen en houden van ijsbanen, door het nemen van maatregelen, zoo mogelijk in vereeniging met de gemeentebesturen van Appingedam en andere gemeenten.

19/20-02-1899