Overzicht bedragen per jaar

 
English | Nederlands

Chronologisch overzicht van bedragen per jaar

Alle bedragen per jaar van de post Brandewijn en gebrande wateren in Overijssel worden getoond.

beginjaar eindjaar

In het overzicht van posten kunt u naar specifieke posten zoeken. Door op het bronnummer te klikken krijgt u gedetailleerde informatie over de bron.

Er zijn in totaal 64 bedragen gevonden.

Regio Jaar Bron Noot
Overijssel 1782
113.933
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen en Swol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de heer graaf van Rechteren, als heer van Almelo,en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl, voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730 en 10 november 1738 daar in trekken
Overijssel 1783
114.945
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen en Swol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de heer graaf van Rechteren, als heer van Almelo,en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl, voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730 en 10 november 1738 daar in trekken
Overijssel 1784
114.945
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen en Swol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de heer graaf van Rechteren, als heer van Almelo,en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl, voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730 en 10 november 1738 daar in trekken
Overijssel 1785
115.562
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen en Swol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de heer graaf van Rechteren, als heer van Almelo,en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl, voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730 en 10 november 1738 daar in trekken
Overijssel 1786
116.606
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen en Swol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de heer graaf van Rechteren, als heer van Almelo,en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl, voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730 en 10 november 1738 daar in trekken
Overijssel 1787
116.606
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen en Swol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de heer graaf van Rechteren, als heer van Almelo,en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl, voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730 en 10 november 1738 daar in trekken
Overijssel 1788
124.842
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen en Swol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de heer graaf van Rechteren, als heer van Almelo,en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl, voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730 en 10 november 1738 daar in trekken
Overijssel 1789
126.319
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen en Swol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de heer graaf van Rechteren, als heer van Almelo,en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl, voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730 en 10 november 1738 daar in trekken
Overijssel 1790
126.319
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van hetgeen de steden Deventer, Campen en Swol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de heer graaf van Rechteren, als heer van Almelo,en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl, voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heren gedeputeerden van den 27 februarij 1730 en 10 november 1738 daar in trekken
Overijssel 1791
114.487
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van de insate en hogelgelden en van hetgeen de steden Deventer, Campen en Swol, Hasselt, Steenwijk, Vollenhove en Endschede voor derselver stadsaccijsen en de heer graaf vanRechtere, als heer van Almelo, en de burgemeesteren en directeuren vande fortresse Blokzijl, voor derselver particuliere accijsen, ingevolge van de resolutien van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733 en van de heeren gedeputeerden van den 27 februarij 1730en 10 november 1738 daar in trekken
Overijssel 1792
115.237
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van het geen de steden Deventer, Campen, Zwolle, Hasselt, Steenwijck, Vollenhove en Endscheide voor derzelver stadsaccijs en de heer graaf van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl voor derzelver particuliere accijsen, ingevolge resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731, 14 april 1733, en van de heren gedeputeerden van den 27 februari 1730 en 10 november 1738 daar in trekken
Overijssel 1793
115.237
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van het geen de steden Deventer, Campen, Zwolle, Hasselt, Steenwijck, Vollenhove en Endscheide voor derzelver stadsaccijs en de heer graaf van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl voor derzelver particuliere accijsen, ingevolge resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731 en 14 april 1733, en van den heeren gedeputeerden van den 27 februari 1730, den 10 november 1738 daar in trekken
Overijssel 1794
118.097
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van het geen de steden Deventer, Campen, Zwolle, Hasselt, Steenwijck, Vollenhove en Endscheide voor derzelver stadsaccijs en de heer graaf van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl voor derzelver particuliere accijsen, ingevolge resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731, 15 april 1790, en van den 22 november 1791,en van ordinaris gedeputeerden van den 27 februari 1730, den 10 november 1738 en van 23 meij 1793 daar in trekken
Overijssel 1795
117.909
302 De impost op de brandewijn en gebrande wateren, bedraagd volgens de laaste gedaane verpagtingen na aftrek van het geen de steden Deventer, Campen, Zwolle, Hasselt, Steenwijck, Vollenhove en Endscheide voor derzelver stadsaccijs en de heer graaf van Rechteren als heer van Almelo en de burgemeesteren en directeuren van de fortresse Blokzijl voor derzelver particuliere accijsen, ingevolge resolutie van Ridderschap en Steden van den 6 april 1731, 15 april 1790, en van den 22 november 1791,en van ordinaris gedeputeerden van den 27 februari 1730, den 10 november 1738 en van 23 meij 1793 daar in trekken