Chronologisch overzicht van bedragen per jaar
Alle bedragen per jaar van de post Ruiterij in Overijssel worden getoond.
In het overzicht van posten kunt u naar specifieke posten zoeken. Door op het bronnummer te klikken krijgt u gedetailleerde informatie over de bron.
Er zijn in totaal 110 bedragen gevonden.
Regio | Jaar | Bron | Noot | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Overijssel | 1786 | 59.883 |
302 | De soldijen van vier compagnien te paard gecommandeerd door de generaal major G.W. van der Hoop, bedragen na aftrek van vier peerden van ieder compagnie, die ingevolge van Haar Hoog Mogende Resolutie van den 2 maart 1752, ten fine daarbij vermeld, minder mogen worden gehouden, voor den geheelen jaare ---- [lopende jaar][in de marge:] met hetgeen van den 13 april 1786 aan de gereduceerde manschap tot rustgeld is gegeven | |||||
Overijssel | 1787 | 45.781 |
302 | De soldijen van vier compagnien te paard gecommandeerd door de generaal major G.W. van der Hoop, bedragen na aftrek van vier peerden van ieder compagnie, die ingevolge van Haar Hoog Mogende Resolutie van den 2 maart 1752, ten fine daarbij vermeld, minder mogen worden gehouden, voor den geheelen jaare ---- [lopende jaar] | |||||
Overijssel | 1788 | 61.480 |
302 | De soldijen van vier compagnien te paard gecommandeerd door de generaal major G.W. van der Hoop, bedragen na aftrek van vier peerden van ieder compagnie, die ingevolge van Haar Hoog Mogende Resolutie van den 2 maart 1752, ten fine daarbij vermeld, minder mogen worden gehouden, voor den geheelen jaare ---- [lopende jaar] | |||||
Overijssel | 1789 | 62.437 |
302 | De soldijen van vier compagnien te paard gecommandeerd door de generaal major G.W. van der Hoop, bedragen na aftrek van vier peerden van ieder compagnie, die ingevolge van Haar Hoog Mogende Resolutie van den 2 maart 1752, ten fine daarbij vermeld, minder mogen worden gehouden, voor den geheelen jaare ---- [lopende jaar] | |||||
Overijssel | 1790 | 62.041 |
302 | De soldijen van vier compagnien te paard gecommandeerd door de lieutenant generaal G.W. van der Hooft, bedragen na aftrek van vier peerden van ieder compagnie, die ingevolge van Haar Hoog Mogende Resolutie vn den 2 maart 1752, ten fine daarbij vermeld, minder mogen worden gehouden, voor den geheelen jaare ---- [lopende jaar] | |||||
Overijssel | 1791 | 60.434 |
302 | De soldijen van vier compagnien te paard gecommandeerd door de collonel Hooft van Oyen bedragen na aftrek van vier peerden van van ieder compagnie, die ingevolge van Hun Hoog Mogende Resolutie van den 2 maart 1752, ten fine daarbij vermeld, minder mogen worden gehouden, voor den geheelen jaare ---- [lopende jaar] | |||||
Overijssel | 1792 | 61.017 |
302 | De soldijen van vier compagnien te paard gecommandeerd door de collonel Heuft van Oyen bedragen na aftrek van vier peerden van van ieder compagnie, die ingevolge van Hun Hoog Mogende Resolutie van den 2 maart 1752, ten fine daarbij vermeld, minder mogen worden gehouden, voor den geheelen jaare ---- [lopende jaar] | |||||
Overijssel | 1793 | 82.510 |
302 | De soldijen van vier compagnien te paard gecommandeerd geworden door den generaal major W. van der Duyn bedragende na aftrek van vier paarden van ieder compagnie, die ingevolge van Hun Hoog Mogende Resolutie van den 2 maart 1752, ten fine daarbij vermeld, minder mogen worden gehouden, voor den geheelen jaare ---- [lopende jaar] | |||||
Overijssel | 1794 | 82.362 |
302 | De soldijen van vier compagnien te paard gecommandeerd geworden door den generaal major W. van der Duyn bedragende na aftrek van vier paarden van ieder compagnie, die ingevolge van Hun Hoog Mogende Resolutie van den 2 maart 1752, ten fine daarbij vermeld, minder mogen worden gehouden, voor den geheelen jaare ---- [lopende jaar] zoo als tot hier toe aan dezelve is betaalt | |||||
Overijssel | 1795 | 44.031 |
302 | De soldijen van vier compagnien te paard gecommandeerd geworden door den generaal major W. van der Duyn bedragende na aftrek van vier paarden van ieder compagnie, die ingevolge van Hun Hoog Mogende Resolutie van den 2 maart 1752, ten fine daarbij vermeld, minder mogen worden gehouden, is tot hiertoe betaalt van den 5 januarij tot den 29 julij beide 1795 de somme van |