Chronologisch overzicht van bedragen per jaar
Alle bedragen per jaar van de post Laatste uitgave in Drenthe worden getoond.
In het overzicht van posten kunt u naar specifieke posten zoeken. Door op het bronnummer te klikken krijgt u gedetailleerde informatie over de bron.
Er zijn in totaal 183 bedragen gevonden.
Regio | Jaar | Bron | Noot | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Drenthe | 1603 | 14 |
303 | [Nog twee losse posten van totaal f.14, kosten van het opstellen vande rekening] | |||||
Drenthe | 1608 | 2.985 |
303 | [Acten van remissie f.765, f.84 kwijtschelding karspelen, en nog f.2056 die zijn kwijtgescholden omdat ze niet door de pachtenaars 'geobtineert' konden worden, f.80 voor de bruiloft van de dochter van de redant.] | |||||
Drenthe | 1610 | 2.023 |
303 | [Acten van remissie f.317 + f1300 rendants tractement + enige andere kleine posten.] | |||||
Drenthe | 1611 | 1.323 |
303 | [Acten van remissie f.273 + f.650 rendants tractement + enige andere kleine posten.] | |||||
Drenthe | 1612 | 998 |
303 | [Acten van remissie f.303 + f.650 rendants tractement + enige andere kleine posten.] | |||||
Drenthe | 1613 | 1.144 |
303 | [Acten van remissie f.444 + f.650 rendants tractement + f.50 voor de rendant 'in recompens van de messingen croone, die hij vanwegen die lantschap in het collegie vereert heft.] | |||||
Drenthe | 1614 | 1.038 |
303 | [Acten van remissie f.388 + f.650 rendants tractement] | |||||
Drenthe | 1615 | 1.142 |
303 | [Acten van remissie f.492 + f.650 rendants tractement] | |||||
Drenthe | 1616 | 992 |
303 | [Acten van remissie f.342 + f.650 rendants tractement] | |||||
Drenthe | 1617 | 1.078 |
303 | [Acten van remissie f.428 + f.650 rendants tractement] | |||||
Drenthe | 1619 | 1.191 |
303 | [Acten van remissie f.541-9 + f.650 rendants tractement] Den rendant niet geweten hebbende dat bij de hoog mogende heeren staeten generael het provisioneel placcaat van de munte twelck andersints tot opten lesten maij st.no. ende langer niet, cours hadde, geprolongeert was tot opten lesten julij eerstcommenden st.no. door dien daervan geene omschrijvinge an de heeren drost ende gedeputeerden deser landschap was gedaen ende oversulx ooc den lesten maij lestleden st.no. eene groete summevan gout uuithgekeert in betalinge van de ruiteren van de ritmeesterBeaumont, binnen Zutphen garnisoen houdende, moet den rendant het verlies van dien, bedragende volgens de gerichtlichen attestatie bij de schults ende buiren tot Dwingeloe ter summe van f.70-15 in reeckeninge alhier valideren. [de post is doorgekrast. In de marge:] Den rendant zal mogen dit verlies van gelde den schrijver in naeste betaelinge van ordonnantie corten sonder dat de landschap ende bij schade gerat[?]e telijden | |||||
Drenthe | 1620 | 1.117 |
303 | [Acten van remissie f.466-13 + f.650 rendants tractement] | |||||
Drenthe | 1621 | 1.160 |
303 | [Acten van remissie f.510-10 + f.650 rendants tractement] | |||||
Drenthe | 1622 | 1.374 |
303 | [Acten van remissie f.597-7-8] De staeten van stadt Groningen ende Ommelanden hebbende in junio 1621 op seeckeren landtsdach ordre gestelt,tot redres van eenige goude penningen, als Jacobus stucken, Spaenschepistolenten mede goltguldens, die boeven haere eerste waardije gestingeert ende opgedreeven sijn geweest, te weten het Jacobus stuck van f.11-6 tot op f.12-6, den Spaenschen pistolent van f.7-14 tot op f.8 ende den golden goltgulden van f.3 tot op f.3-3, gelijck doenmaels oick daer van publicatie ist gedaen geweest. Sijnde insgelijx opte stadts comptoiren, opt uuitgeeven ende ontfangen van deselve gestelde ende gepubliceerde ordre seer precisch geobserveert, ende alsoo den rendant van's landschaps wegen doenmaels obnder onder sich was hebbende 28 F|Jacobs stucken, 63 dubbelde Spaensche pistolenten met 33 goltguldens van Duitschlandt, gelijck den rendant opte 28 julij 1621 deselve species ande secretaris Weinichman heeft vertoont ende versocht daer van notitie te willen houden, gelijck hij daer van kon getuigen ende den rendantdoenmaels, vermits de ordre ende redres als voeren geschiet iss an deselve species heeft verloren de summe van f.51-17. [het tractement vande rendant is hier f.650 voor een jaar, later f.800] Den rendant hebbende hijr boven folio 6 eenen post van memorie gebracht van penningen geprocedeert van de generale middelen tot Covorden, omme redenen aldaer verhaelt. Brengt daerom van gelijcken het tractement voor een halff jaer, dat hij daer van de administratie heeft gehadt, insgelijx bij memorie omme uuijtgetrocken te worden in den volgenden jaere alste wanneer den rendant van de Covordsche generale middelen penningen alsdan sal hebben te antwoorden compt daerom hijr aleen memorie [daeronder] f.75 [In de marge:] Eerstelijx den rendant is te laste gelecht als ontfanck te stellen de helfte van de generale middelen tot Coevorden, wort derhalven hem gepasseert f.75 over een half jaer tractement van deselven ontfanck | |||||
Drenthe | 1623 | 2.434 |
303 | [Acten van remissie f.917-13] Den rendant moeten alhijr mede valideren, de summe van f.686-13-12 sie verloeren sijn an de goede ende silvere specien van de penningen, dewelcke in sijn comptoir op ten 30 augusti 1622 bij de gecommitteerden van de heeren drost ende gedeputeerden bevonden sijn, ter cause van de eerste reductie ende valuatie van de penningen bij haere hoog mogenden dese tijdes uuith gegeeven, alles blijckende bij de acte van de heeren drost ende gedeputeerden, in dato den5 september 1622 daer bij verleent, mede angehechte specificatie van deselve penningen | |||||
Drenthe | 1624 | 1.726 |
303 | [Acten van remissie f.926-4-8] | |||||
Drenthe | 1625 | 3.902 |
303 | Den rendant moeten alhijr in uijtgaeve valideren de summe van f1815-10, die hem over vier halve ende een vierendeel ommeslag, distinctelick uitgeschreven, in laste geleijt sijn, ende bij den ontfanck van dese sijne rekeninge te lage aengerekent, te weten op elcke halve ommeslach f.403-9-, niet tegenstaende hij deselve niet heeft ontfangen, veroorsaeckt, doordien de heeren drost ende gedeputeerden goetgevonden hebben het recess tusschen de landschap Drenthe en de heerlicheijt Ruijne den 7 julij 1606 in Den Haege opgerichtet, te rescinderen [ontbinden, ongeldig verklaren], ende deselve heerlijckheijt te doen stellen op haer oude quote, te weten op ten elften penninck tegens de geheel landschap, sulx dat deselve heerlicheijt gestelt wesende op duisentCaroly gulden, meer niet in des rendants handen heeft betaelt naer het voorseijde reces als f.596-11 tot ieder halve ommeslach,ende sijn de resterende f.403-9 tot elcke halve ommeslach onbetaelt geven, welcke voorseijde vier halve ommeslaegen en een vierendeels uijtgeschreven sijn op al sulcke tijden, als hijrvoren bij den ontfanck folio --- te sien is. f.1815-10 [Acten van remissie f.1196-2-4]] | |||||
Drenthe | 1626 | 3.604 |
303 | Den rendant moeten alhijr in uijtgaeve valideren de summe van f2622-8, die hem over vijf halve ende drie vierendeels ommeslagen, distinctelick uitgeschreven, in laste geleijt sijn, ende bij den ontfanck van dese sijne rekeninge te lage aengerekent, te weten op elcke halve ommeslach f.403-9-, niet tegenstaende hij deselve niet heeft ontfangen, veroorsaeckt, doordien de heeren drost ende gedeputeerden goetgevonden hebben het recess tusschen de landschap Drenthe en de heerlicheijt Ruijne den 7 julij 1606 in Den Haege opgerichtet, te rescinderen [ontbinden, ongeldig verklaren], ende deselve heerlijckheijt te doen stellen op haer oude quote, te weten op ten elften penninck tegens de geheel landschap, sulx dat deselve heerlicheijt gestelt wesende op duisentCaroly gulden, meer niet in des rendants handen heeft betaelt naer het voorseijde reces als f.596-11 tot ieder halve ommeslach,ende sijn de resterende f.403-9 tot elcke halve ommeslach onbetaelt geven, welcke voorseijde vijf halve ommeslaegen en drie vierendeels uijtgeschreven sijn op al sulcke tijden, als hijrvoren bij den ontfanck folio 4 verso tot 7 recto te sien is. f.2622-8 [Acten van remissie f.110] | |||||
Drenthe | 1627 | 4.191 |
303 | Den rendant moeten alhijr in uijtgaeve valideren de summe van f2420-14, die hem over vijf halve ende twee vierendeels ommeslagen, distinctelick uitgeschreven, in laste geleijt sijn, ende bij den ontfanck van dese sijne rekeninge te lage aengerekent, te weten op elcke halve ommeslach f.403-9-, niet tegenstaende hij deselve niet heeft ontfangen, veroorsaeckt, doordien de heeren drost ende gedeputeerden goetgevonden hebben het recess tusschen de landschap Drenthe en de heerlicheijt Ruijne den 7 julij 1606 in Den Haege opgerichtet, te rescinderen [ontbinden, ongeldig verklaren], ende deselve heerlijckheijt te doen stellen op haer oude quote, te weten op ten elften penninck tegens de geheel landschap, sulx dat deselve heerlicheijt gestelt wesende op duisentCaroly gulden, meer niet in des rendants handen heeft betaelt naer het voorseijde reces als f.596-11 tot ieder halve ommeslach,ende sijn de resterende f.403-9 tot elcke halve ommeslach onbetaelt geven, welcke voorseijde ses halve ommeslaegen uijtgeschreven sijn op al sulcke tijden, als hijrvoren bij den ontfanck van folies 4 tot op folio 6 te sien is. f.2420-14 [Acten van remissie f.410, plus verschillende losse posten] | |||||
Drenthe | 1628 | 1.217 |
303 | Den rendant moeten alhijr in uijtgaeve valideren de summe van f.806-18, die hem over twee vierndeels ende eenen halven ommeslagen, distinctelick uitgeschreven, in laste geleijt sijn, ende bij den ontfanck van dese sijne rekeninge te lage aengerekent, te weten op elcke halve ommeslach f.403-9-, niet tegenstaende hij deselve niet heeft ontfangen, veroorsaeckt, doordien de heeren drost ende gedeputeerden goetgevonden hebben het recess tusschen de landschap Drenthe en de heerlicheijt Ruijne den 7 julij 1606 in Den Haege opgerichtet, te rescinderen [ontbinden, ongeldig verklaren], ende deselve heerlijckheijt te doen stellen op haer oude quote, te weten op ten elften penninck tegens de geheel landschap, sulx dat deselve heerlicheijt gestelt wesende op duisentCaroly gulden, meer niet in des rendants handen heeft betaelt naer het voorseijde reces als f.596-11 tot ieder halve ommeslach,ende sijn de resterende f.403-9 tot elcke halve ommeslach onbetaelt geven, welcke voorseijde ses halve ommeslaegen uijtgeschreven sijn op al sulcke tijden, als hijrvoren bij den ontfanck van folies 3,4 en 5 te sien is. f.806-18 | |||||
Drenthe | 1629 | 3.970 |
303 | Den rendant moeten alhijr in uijtgaeve valideren de summe van f.2420-20, die hem over ses halve ommeslagen, distinctelijck uijtgeschreven, in laste geleijt sijn, ende bij den ontfanck van dese sijne rekeninge te lage aengerekent, te weten op elcke halve ommeslach f.403-9-, niet tegenstaende hij deselve niet heeft ontfangen, veroorsaeckt, doordien de heeren drost ende gedeputeerden goetgevonden hebben het recess tusschen de landschap Drenthe en de heerlicheijt Ruijne den 7 junij 1608 in Den Haege opgerichtet, te rescinderen [ontbinden, ongeldig verklaren], ende deselve heerlijckheijt te doen stellen op haer oude quote, te weten op ten elften penninck tegens de geheel landschap, sulx dat deselve heerlicheijt gestelt wesende op duisentCaroly gulden, meer niet in des rendants handen heeft betaelt naer het voorseijde reces als f.596-11 tot ieder halve ommeslach,ende sijn de resterende f.403-9 tot elcke halve ommeslach onbetaelt geven, welcke voorseijde ses halve ommeslaegen uijtgeschreven sijn op al sulcke tijden, als hijrvoren bij den ontfanck van folies 3,4 en 5 te sien is. f.2420-14 [Acten van remissie f.247] | |||||
Drenthe | 1631 | 3.649 |
303 | Den rendant moeten alhijr in uijtgaeve valideren de summe van f.2420-20, die hem over ses halve ommeslagen, distinctelijck uijtgeschreven, in laste geleijt sijn, ende bij den ontfanck van dese sijne rekeninge te lage aengerekent, te weten op elcke halve ommeslach f.403-9-, niet tegenstaende hij deselve niet heeft ontfangen, veroorsaeckt, doordien de heeren drost ende gedeputeerden goetgevonden hebben het recess tusschen de landschap Drenthe en de heerlicheijt Ruijne den 7 junij 1608 in Den Haege opgerichtet, te rescinderen [ontbinden, ongeldig verklaren], ende deselve heerlijckheijt te doen stellen op haer oude quote, te weten op ten elften penninck tegens de geheel landschap, sulx dat deselve heerlicheijt gestelt wesende op duisentCaroly gulden, meer niet in des rendants handen heeft betaelt naer het voorseijde reces als f.596-11 tot ieder halve ommeslach,ende sijn de resterende f.403-9 tot elcke halve ommeslach onbetaelt geven, welcke voorseijde ses halve ommeslaegen uijtgeschreven sijn op al sulcke tijden, als hijrvoren bij den ontfanck van folies 3,4 en 5 te sien is. f.2420-14 [Acten van remissie f.428] | |||||
Drenthe | 1632 | 4.521 |
303 | Den rendant moeten alhijr in uijtgaeve valideren de summe van f.2420-20, die hem over ses halve ommeslagen, distinctelijck uijtgeschreven, in laste geleijt sijn, ende bij den ontfanck van dese sijne rekeninge te lage aengerekent, te weten op elcke halve ommeslach f.403-9-, niet tegenstaende hij deselve niet heeft ontfangen, veroorsaeckt, doordien de heeren drost ende gedeputeerden goetgevonden hebben het recess tusschen de landschap Drenthe en de heerlicheijt Ruijne den 7 junij 1608 in Den Haege opgerichtet, te rescinderen [ontbinden, ongeldig verklaren], ende deselve heerlijckheijt te doen stellen op haer oude quote, te weten op ten elften penninck tegens de geheel landschap, sulx dat deselve heerlicheijt gestelt wesende op duisentCaroly gulden, meer niet in des rendants handen heeft betaelt naer het voorseijde reces als f.596-11 tot ieder halve ommeslach,ende sijn de resterende f.403-9 tot elcke halve ommeslach onbetaelt geven, welcke voorseijde ses halve ommeslaegen uijtgeschreven sijn op al sulcke tijden, als hijrvoren bij den ontfanck van folies 3,4 en 5 te sien is. f.2420-14 [Acten van remissie f.290] Noch moeten den rendant alhijr in uijtgave valideren de summe van f.1000 bij hem getelt an de executeur Bouwe Tiddens, om daervoor in te copen vier graeuwe hengsten, die ten dienste van de landschap geemployeert sijn. [In demarge:] Staet te letten, dat dese f.1000 wederom terugge comen tot profijt van de landschap, alsoo de commandeur Mulart deselve peerden voor f.1000 heeft gekofft, ende daerover van de ontfanger Doublet een assignatie offe quitantie overgelevert. Dese assignatie ofte quittantie is tegens de originele descharge geliguideert | |||||
Drenthe | 1633 | 4.492 |
303 | Den rendant moeten alhijr in uijtgaeve valideren de summe van f.2420-20, die hem over ses halve ommeslagen, distinctelijck uijtgeschreven, in laste geleijt sijn, ende bij den ontfanck van dese sijne rekeninge te lage aengerekent, te weten op elcke halve ommeslach f.403-9-, niet tegenstaende hij deselve niet heeft ontfangen, veroorsaeckt, doordien de heeren drost ende gedeputeerden goetgevonden hebben het recess tusschen de landschap Drenthe en de heerlicheijt Ruijne den 7 junij 1608 in Den Haege opgerichtet, te rescinderen [ontbinden, ongeldig verklaren], ende deselve heerlijckheijt te doen stellen op haer oude quote, te weten op ten elften penninck tegens de geheel landschap, sulx dat deselve heerlicheijt gestelt wesende op duisentCaroly gulden, meer niet in des rendants handen heeft betaelt naer het voorseijde reces als f.596-11 tot ieder halve ommeslach,ende sijn de resterende f.403-9 tot elcke halve ommeslach onbetaelt geven, welcke voorseijde ses halve ommeslaegen uijtgeschreven sijn op al sulcke tijden, als hijrvoren bij den ontfanck van folies 3,4 en 5 te sien is. f.2420-14 [Acten van remissie f.640-12-11+ post vanf.125 remissie. Na deze post:] Item moeten den rendant noch alhijr inuijtgave valideren de summe van f.350, die hij niet en heeft connen consequeren ende becomen van Tonnis Jacobs, onderscholts tot Gieten wegens achterstallige pachtpenningen. [in de marge:] Deze post wordt bij provisie gepasseert, mits dat den rendant gehouden sal wesen, bij den heeren drost ende gedeputeerden aenmaeninghe te doen, ten eijnde tegenTonnis Jacobs ende desselfs borge met executie rigoureuselick werde geprocedeert, ende sall andersins den rendant dese post in sijne naestereeckeninge wederom te laste gelecht worden. Hierop gehoort het rapport van de heeren drost ende gedeputeerden, als dat Toenis Middelste ontkent, de acte van borchtocht onderteijkent te hebben, ende dat Toenis Jacobs over een tijt lanck al is overleden, enda dat er niet en is overgebleven, waer uijt men de betaelinge soude mogen innen, soo wordt den ontfanger van desen post ter somme van f.350 ontlastet, actum op den reeckendach gehouden binnen Assen den 15 september 1634 | |||||
Drenthe | 1634 | 3.660 |
303 | Den rendant moeten alhijr in uijtgaeve valideren de summe van f.2218-14-8, die hem over elf vierendeel ommeslagen, distinctelijck uijtgeschreven, in laste geleijt sijn, ende bij den ontfanck van dese sijne rekeninge te lage aengerekent, te weten op elcke halve ommeslach f.403-9-, niet tegenstaende hij deselve niet heeft ontfangen, veroorsaeckt, doordien de heeren drost ende gedeputeerden goetgevonden hebben het recess tusschen de landschap Drenthe en de heerlicheijt Ruijne den 7 junij 1608 in Den Haege opgerichtet, te rescinderen [ontbinden, ongeldig verklaren], ende deselve heerlijckheijt te doen stellen op haer oude quote, te weten op ten elften penninck tegens de geheel landschap, sulx dat deselve heerlicheijt gestelt wesende op duisentCaroly gulden, meer niet in des rendants handen heeft betaelt naer het voorseijde reces als f.596-11 tot ieder halve ommeslach,ende sijn de resterende f.403-9 tot elcke halve ommeslach onbetaelt geven, welcke voorseijde 11 vierndeel ommeslaegen uijtgeschreven sijn op al sulcke tijden, als hijrvoren bij den ontfanck van folies 4,5 en 6 te sien is. f.2218-14-8 [Acten van remissie f.509-11-8] | |||||
Drenthe | 1636 | 4.449 |
303 | Den rendant moeten alhijr in uijtgaeve valideren de summe van f.2420-14-0, die hem over ses halve ommeslagen, distinctelijck uijtgeschreven, in laste geleijt sijn, ende bij den ontfanck van dese sijne rekeninge te lage aengerekent, te weten op elcke halve ommeslach f.403-9-, niet tegenstaende hij deselve niet heeft ontfangen, veroorsaeckt, doordien de heeren drost ende gedeputeerden goetgevonden hebben het recess tusschen de landschap Drenthe en de heerlicheijt Ruijne den 7 junij 1608 in Den Haege opgerichtet, te rescinderen [ontbinden, ongeldig verklaren], ende deselve heerlijckheijt te doen stellen op haer oude quote, te weten op ten elften penninck tegens de geheel landschap, sulx dat deselve heerlicheijt gestelt wesende op duisentCaroly gulden, meer niet in des rendants handen heeft betaelt naer het voorseijde reces als f.596-11 tot ieder halve ommeslach,ende sijn de resterende f.403-9 tot elcke halve ommeslach onbetaelt geven, welcke voorseijde 6 halve ommeslaegen uijtgeschreven sijn op al sulcke tijden, als hijrvoren bij den ontfanck van folies 4,5 en 6 te sien is. f.2420-14 [Acten van remissie f.489-10-8] | |||||
Drenthe | 1637 | 4.164 |
303 | Den rendant moeten alhijr in uijtgaeve valideren de summe van f.2420-14-0, die hem over ses halve ommeslagen, distinctelijck uijtgeschreven, in laste geleijt sijn, ende bij den ontfanck van dese sijne rekeninge te lage aengerekent, te weten op elcke halve ommeslach f.403-9-, niet tegenstaende hij deselve niet heeft ontfangen, veroorsaeckt, doordien de heeren drost ende gedeputeerden goetgevonden hebben het recess tusschen de landschap Drenthe en de heerlicheijt Ruijne den 7 junij 1608 in Den Haege opgerichtet, te rescinderen [ontbinden, ongeldig verklaren], ende deselve heerlijckheijt te doen stellen op haer oude quote, te weten op ten elften penninck tegens de geheel landschap, sulx dat deselve heerlicheijt gestelt wesende op duisentCaroly gulden, meer niet in des rendants handen heeft betaelt naer het voorseijde reces als f.596-11 tot ieder halve ommeslach,ende sijn de resterende f.403-9 tot elcke halve ommeslach onbetaelt geven, welcke voorseijde 6 halve ommeslaegen uijtgeschreven sijn op al sulcke tijden, als hijrvoren bij den ontfanck van folio 3 verso tot 6 verso te sien is. f.2420-14 [Hierna volgt 'Noch andere uijtgave' als apart hoofdstuk, maar hier zijn deze posten onder een noemer gebracht. Acten van remissie f.509] | |||||
Drenthe | 1638 | 4.320 |
303 | Den rendant moeten alhijr in uijtgaeve valideren de summe van f.2218-17-8, die hem over elf vierendeels van ommeslagen, distinctelijck uijtgeschreven, in laste geleijt sijn, ende bij den ontfanck van dese sijne rekeninge te lage aengerekent, te weten op elcke vierendeel van een ommeslach f.201-14-8, niet tegenstaende hij deselve niet heeft ontfangen, veroorsaeckt, doordien de heeren drost ende gedeputeerden goetgevonden hebben het recess tusschen de landschap Drenthe en de heerlicheijt Ruijne den 7 junij 1608 in Den Haege opgerichtet, te rescinderen [ontbinden, ongeldig verklaren], ende deselve heerlijckheijt te doen stellen op haer oude quote, te weten op ten elften penninck tegens de geheel landschap, sulx dat deselve heerlicheijt gestelt wesende op duisentCaroly gulden, meer niet in des rendants handen heeft betaelt naer het voorseijde reces als f.298-5-8 tot ieder vierndeel van een omeslach,ende sijn de resterende f.201-14-8 tot elcke vierndeel onbetaelt gebleven, welcke voorseijde 13 vierndelen van ommeslaegen uijtgeschreven sijn op al sulcke tijden, als hijrvoren bij den ontfanck van folio 3 verso tot 6 verso te sien is. f.2622-8-8 [Hierna volgt 'Noch andere uijtgave' als apart hoofdstuk, maar hier zijn deze posten onder een noemer gebracht. Acten van remissie f.319] | |||||
Drenthe | 1639 | 3.657 |
303 | Den rendant moeten alhijr in uijtgaeve valideren de summe van f.2218-17-8, die hem over elf vierendeels van ommeslagen, distinctelijck uijtgeschreven, in laste geleijt sijn, ende bij den ontfanck van dese sijne rekeninge te lage aengerekent, te weten op elcke vierendeel van een ommeslach f.201-14-8, niet tegenstaende hij deselve niet heeft ontfangen, veroorsaeckt, doordien de heeren drost ende gedeputeerden goetgevonden hebben het recess tusschen de landschap Drenthe en de heerlicheijt Ruijne den 7 junij 1608 in Den Haege opgerichtet, te rescinderen [ontbinden, ongeldig verklaren], ende deselve heerlijckheijt te doen stellen op haer oude quote, te weten op ten elften penninck tegens de geheel landschap, sulx dat deselve heerlicheijt gestelt wesende op duisentCaroly gulden, meer niet in des rendants handen heeft betaelt naer het voorseijde reces als f.298-5-8 tot ieder vierndeel van een omeslach,ende sijn de resterende f.201-14-8 tot elcke vierndeel onbetaelt gebleven, welcke voorseijde elf vierndelen van ommeslaegen uijtgeschreven sijn op al sulcke tijden, als hijrvoren bij den ontfanck van folio 3 verso tot 6 verso te sien is. f.2218-17-8 [Hierna volgt 'Noch andere uijtgave' als apart hoofdstuk, maar hier zijn deze posten onder een noemer gebracht. Acten van remissie f.193] | |||||
Drenthe | 1640 | 1.304 |
303 | Eerstelijck zij alhijr geseth datter geene corting off uitgaeve tegenwoordich gebracht worden van dat de heerlicheijt Ruine op haer oude quota, tot f.500, tegen ieder vierndeel van een ommeskagh gestelt soudesijn gelijck bij eenige voorgaende rekenigen is geschiet, dewile de quota van de heerlicheijt Ruine, in den ontfanck hier voorents gebrachtniet genomen is op den elften penningen tegens de gehele landschap, nae de quota diese betaelt hebben, te wieten op f.298-5-8 tegen een vordelen, dus alhier memorie. [f.122-5-4 acten van remissie] | |||||
Drenthe | 1641 | 8.106 |
303 | Eerstelijck zij alhijr geseth datter geene corting off uitgaeve tegenwoordich gebracht worden van dat de heerlicheijt Ruine op haer oude quota, tot f.500, tegen ieder vierndeel van een ommeskagh gestelt soudesijn gelijck bij eenige voorgaende rekenigen is geschiet, dewile de quota van de heerlicheijt Ruine, in den ontfanck hier voorents gebrachtniet genomen is op den elften penningen tegens de gehele landschap, nae de quota diese betaelt hebben, te wieten op f.298-5-8 tegen een vordelen, dus alhier memorie. [f.144-16-4, acten van remissie] | |||||
Drenthe | 1642 | 1.067 |
303 | Eerstelijck zij alhijr geseth datter geene corting off uitgaeve tegenwoordich gebracht worden van dat de heerlicheijt Ruine op haer oude quota, tot f.500, tegen ieder vierndeel van een ommeskagh gestelt soudesijn gelijck bij eenige voorgaende rekenigen is geschiet, dewile de quota van de heerlicheijt Ruine, in den ontfanck hier voorents gebrachtniet genomen is op den elften penningen tegens de gehele landschap, nae de quota diese betaelt hebben, te wieten op f.298-5-8 tegen een vordelen, dus alhier memorie. [f.226-17-8, acten van remissie] | |||||
Drenthe | 1643 | 1.339 |
303 | Eerstelijck zij alhijr geseth datter geene corting off uitgaeve tegenwoordich gebracht worden van dat de heerlicheijt Ruine op haer oude quota, tot f.500, tegen ieder vierndeel van een ommeskagh gestelt soudesijn gelijck bij eenige voorgaende rekenigen is geschiet, dewile de quota van de heerlicheijt Ruine, in den ontfanck hier voorents gebrachtniet genomen is op den elften penningen tegens de gehele landschap, nae de quota diese betaelt hebben, te wieten op f.298-5-8 tegen een vordelen, dus alhier memorie. [f.55-9-12, acten van remissie] | |||||
Drenthe | 1644 | 1.194 |
303 | Eerstelijck zij alhijr geseth datter geene corting off uitgaeve tegenwoordich gebracht worden van dat de heerlicheijt Ruine op haer oude quota, tot f.500, tegen ieder vierndeel van een ommeskagh gestelt soudesijn gelijck bij eenige voorgaende rekenigen is geschiet, dewile de quota van de heerlicheijt Ruine, in den ontfanck hier voorents gebrachtniet genomen is op den elften penningen tegens de gehele landschap, nae de quota diese betaelt hebben, te wieten op f.298-5-8 tegen een vordelen, dus alhier memorie. [f.515-17-8, acten van remissie] | |||||
Drenthe | 1645 | 1.887 |
303 | Eerstelijck zij alhijr geseth datter geene corting off uitgaeve tegenwoordich gebracht worden van dat de heerlicheijt Ruine op haer oude quota, tot f.500, tegen ieder vierndeel van een ommeskagh gestelt soudesijn gelijck bij eenige voorgaende rekenigen is geschiet, dewile de quota van de heerlicheijt Ruine, in den ontfanck hier voorents gebrachtniet genomen is op den elften penningen tegens de gehele landschap, nae de quota diese betaelt hebben, te wieten op f.298-5-8 tegen een vordelen, dus alhier memorie. [f.735-16-1, acten van remissie] | |||||
Drenthe | 1646 | 2.021 |
303 | Eerstelijck zij alhijr geseth datter geene corting off uitgaeve tegenwoordich gebracht worden van dat de heerlicheijt Ruine op haer oude quota, tot f.500, tegen ieder vierndeel van een ommeskagh gestelt soudesijn gelijck bij eenige voorgaende rekenigen is geschiet, dewile de quota van de heerlicheijt Ruine, in den ontfanck hier voorents gebrachtniet genomen is op den elften penningen tegens de gehele landschap, nae de quota diese betaelt hebben, te wieten op f.298-5-8 tegen een vordelen, dus alhier memorie. [f1008-19, acten van remissie] | |||||
Drenthe | 1647 | 1.686 |
303 | Eerstelijck zij alhijr geseth datter geene corting off uitgaeve tegenwoordich gebracht worden van dat de heerlicheijt Ruine op haer oude quota, tot f.500, tegen ieder vierndeel van een ommeskagh gestelt soudesijn gelijck bij eenige voorgaende rekenigen is geschiet, dewile de quota van de heerlicheijt Ruine, in den ontfanck hier voorents gebrachtniet genomen is op den elften penningen tegens de gehele landschap, nae de quota diese betaelt hebben, te wieten op f.298-5-8 tegen een vordelen, dus alhier memorie. [f404-1-13, acten van remissie] | |||||
Drenthe | 1648 | 2.662 |
303 | Eerstelijck zij alhijr geseth datter geene corting off uitgaeve tegenwoordich gebracht worden van dat de heerlicheijt Ruine op haer oude quota, tot f.500, tegen ieder vierndeel van een ommeskagh gestelt soudesijn gelijck bij eenige voorgaende rekenigen is geschiet, dewile de quota van de heerlicheijt Ruine, in den ontfanck hier voorents gebrachtniet genomen is op den elften penningen tegens de gehele landschap, nae de quota diese betaelt hebben, te wieten op f.298-5-8 tegen een vordelen, dus alhier memorie. [f1355-14-13, acten van remissie] | |||||
Drenthe | 1649 | 3.413 |
303 | Eerstelijck zij alhijr geseth datter geene corting off uitgaeve tegenwoordich gebracht worden van dat de heerlicheijt Ruine op haer oude quota, tot f.500, tegen ieder vierndeel van een ommeskagh gestelt soudesijn gelijck bij eenige voorgaende rekenigen is geschiet, dewile de quota van de heerlicheijt Ruine, in den ontfanck hier voorents gebrachtniet genomen is op den elften penningen tegens de gehele landschap, nae de quota diese betaelt hebben, te wieten op f.298-5-8 tegen een vordelen, dus alhier memorie. [f2168-16-4, acten van remissie] | |||||
Drenthe | 1650 | 4.647 |
303 | Eerstelijck zij alhijr geseth datter geene corting off uitgaeve tegenwoordich gebracht worden van dat de heerlicheijt Ruine op haer oude quota, tot f.500, tegen ieder vierndeel van een ommeskagh gestelt soudesijn gelijck bij eenige voorgaende rekenigen is geschiet, dewile de quota van de heerlicheijt Ruine, in den ontfanck hier voorents gebrachtniet genomen is op den elften penningen tegens de gehele landschap, nae de quota diese betaelt hebben, te wieten op f.298-5-8 tegen een vordelen, dus alhier memorie. [f3061-14-13, acten van remissie] | |||||
Drenthe | 1651 | 4.163 |
303 | Eerstelijck zij alhijr geseth datter geene corting off uitgaeve tegenwoordich gebracht worden van dat de heerlicheijt Ruine op haer oude quota, tot f.500, tegen ieder vierndeel van een ommeskagh gestelt soudesijn gelijck bij eenige voorgaende rekenigen is geschiet, dewile de quota van de heerlicheijt Ruine, in den ontfanck hier voorents gebrachtniet genomen is op den elften penningen tegens de gehele landschap, nae de quota diese betaelt hebben, te wieten op f.298-5-8 tegen een vordelen, dus alhier memorie. [f2467-17-14, acten van remissie] | |||||
Drenthe | 1652 | 2.879 |
303 | Eerstelijck zij alhijr geseth datter geene corting off uitgaeve tegenwoordich gebracht worden van dat de heerlicheijt Ruine op haer oude quota, tot f.500, tegen ieder vierndeel van een ommeskagh gestelt soudesijn gelijck bij eenige voorgaende rekenigen is geschiet, dewile de quota van de heerlicheijt Ruine, in den ontfanck hier voorents gebrachtniet genomen is op den elften penningen tegens de gehele landschap, nae de quota diese betaelt hebben, te wieten op f.298-5-8 tegen een vordelen, dus alhier memorie. [f1633-1-15, acten van remissie] | |||||
Drenthe | 1653 | 4.155 |
303 | Eerstelijck zij alhijr geseth datter geene corting off uitgaeve tegenwoordich gebracht worden van dat de heerlicheijt Ruine op haer oude quota, tot f.500, tegen ieder vierndeel van een ommeskagh gestelt soudesijn gelijck bij eenige voorgaende rekenigen is geschiet, dewile de quota van de heerlicheijt Ruine, in den ontfanck hier voorents gebrachtniet genomen is op den elften penningen tegens de gehele landschap, nae de quota diese betaelt hebben, te wieten op f.298-5-8 tegen een vordelen, dus alhier memorie. [f2808-14-1, acten van remissie] | |||||
Drenthe | 1654 | 3.861 |
303 | Eerstelijck zij alhijr geseth datter geene corting off uitgaeve tegenwoordich gebracht worden van dat de heerlicheijt Ruine op haer oude quota, tot f.500, tegen ieder vierndeel van een ommeskagh gestelt soudesijn gelijck bij eenige voorgaende rekenigen is geschiet, dewile de quota van de heerlicheijt Ruine, in den ontfanck hier voorents gebrachtniet genomen is op den elften penningen tegens de gehele landschap, nae de quota diese betaelt hebben, te wieten op f.298-5-8 tegen een vordelen, dus alhier memorie. [f2530-19-4, acten van remissie] | |||||
Drenthe | 1655 | 3.235 |
303 | Eerstelijck zij alhijr geseth datter geene corting off uitgaeve tegenwoordich gebracht worden van dat de heerlicheijt Ruine op haer oude quota, tot f.500, tegen ieder vierndeel van een ommeskagh gestelt soudesijn gelijck bij eenige voorgaende rekenigen is geschiet, dewile de quota van de heerlicheijt Ruine, in den ontfanck hier voorents gebrachtniet genomen is op den elften penningen tegens de gehele landschap, nae de quota diese betaelt hebben, te wieten op f.298-5-8 tegen een vordelen, dus alhier memorie. [f2082-11-3, acten van remissie] | |||||
Drenthe | 1656 | 2.631 |
303 | Eerstelijck zij alhijr geseth datter geene corting off uitgaeve tegenwoordich gebracht worden van dat de heerlicheijt Ruine op haer oude quota, tot f.500, tegen ieder vierndeel van een ommeskagh gestelt soudesijn gelijck bij eenige voorgaende rekenigen is geschiet, dewile de quota van de heerlicheijt Ruine, in den ontfanck hier voorents gebrachtniet genomen is op den elften penningen tegens de gehele landschap, nae de quota diese betaelt hebben, te wieten op f.298-5-8 tegen een vordelen, dus alhier memorie. [f1438-2-7, acten van remissie] | |||||
Drenthe | 1658 | 3.577 |
303 | Eerstelijck zij alhijr geseth datter geene corting off uitgaeve tegenwoordich gebracht worden van dat de heerlicheijt Ruine op haer oude quota, tot f.500, tegen ieder vierndeel van een ommeskagh gestelt soudesijn gelijck bij eenige voorgaende rekenigen is geschiet, dewile de quota van de heerlicheijt Ruine, in den ontfanck hier voorents gebrachtniet genomen is op den elften penningen tegens de gehele landschap, nae de quota diese betaelt hebben, te wieten op f.298-5-8 tegen een vordelen, dus alhier memorie. [f2314-17-4, acten van remissie] | |||||
Drenthe | 1659 | 2.501 |
303 | Eerstelijck zij alhijr geseth datter geene corting off uitgaeve tegenwoordich gebracht worden van dat de heerlicheijt Ruine op haer oude quota, tot f.500, tegen ieder vierndeel van een ommeskagh gestelt soudesijn gelijck bij eenige voorgaende rekenigen is geschiet, dewile de quota van de heerlicheijt Ruine, in den ontfanck hier voorents gebrachtniet genomen is op den elften penningen tegens de gehele landschap, nae de quota diese betaelt hebben, te wieten op f.298-5-8 tegen een vordelen, dus alhier memorie. [f1187-19-15, acten van remissie] | |||||
Drenthe | 1660 | 3.471 |
303 | Eerstelijck zij alhijr geseth datter geene corting off uitgaeve tegenwoordich gebracht worden van dat de heerlicheijt Ruine op haer oude quota, tot f.500, tegen ieder vierndeel van een ommeskagh gestelt soudesijn gelijck bij eenige voorgaende rekenigen is geschiet, dewile de quota van de heerlicheijt Ruine, in den ontfanck hier voorents gebrachtniet genomen is op den elften penningen tegens de gehele landschap, nae de quota diese betaelt hebben, te wieten op f.298-5-8 tegen een vordelen, dus alhier memorie. [f2183-12-13, acten van remissie] | |||||
Drenthe | 1661 | 3.299 |
303 | Eerstelijck zij alhijr geseth datter geene corting off uitgaeve tegenwoordich gebracht worden van dat de heerlicheijt Ruine op haer oude quota, tot f.500, tegen ieder vierndeel van een ommeskagh gestelt soudesijn gelijck bij eenige voorgaende rekenigen is geschiet, dewile de quota van de heerlicheijt Ruine, in den ontfanck hier voorents gebrachtniet genomen is op den elften penningen tegens de gehele landschap, nae de quota diese betaelt hebben, te wieten op f.298-5-8 tegen een vordelen, dus alhier memorie. [f2039-10, acten van remissie] |