Chronologisch overzicht van bedragen per jaar
Alle bedragen per jaar van de post Koningin van Hongarije en Bohemen voor troepen (=0251?) in Overijssel worden getoond.
In het overzicht van posten kunt u naar specifieke posten zoeken. Door op het bronnummer te klikken krijgt u gedetailleerde informatie over de bron.
Er zijn in totaal 5 bedragen gevonden.
Regio | Jaar | Bron | Noot | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Overijssel | 1742 | 29.995 |
302 | De quote dezer provincie in 840.000 guldens voor het secours in gelde aan haer majesteit de coninginne van Hungarien en Boehemen verschuldigt voor de tijd van een jaar, volgens de accessie van den staet aan het tractaat van Wenen van den jare 1731, en in welkers praestatie en voldoeninge door R&S geconsenteert is bij res. van den 17 april 1742 en dien volgens ook betaald is, bedraagt | |||||
Overijssel | 1743 | 24.656 |
302 | Op de quote dezer provincie in der somma van 1.600.000 voor het tweede secours in gelde aan haer majesteit de coninginne van Hungarien en Boehemen geaccordeert en voorgeslagen bij res. van HHM van den 30 augusti 1742, waer in door R&S consent gedragen is, bij HHM res. van den 13maart, 6 april en 10 julii 1743, bedragen de sommva n 57133-6-8, is bij missive van R&S van den 11 julii 1743 aan HHM geadsingeert, op hetgene de provincie competeerd wegens meerder betaalde soldien als desselfs quote tsedert den 26 maart tot den laesten december beide des jaers1742 incluis, volgens de staeten van egalisatie de somma van 15 juli 1743 aan de ontfanger generael van de Unie betaalt ter somma van | |||||
Overijssel | 1744 | 1.553 |
302 | Op de quote dezer provincie ter somma van 10.391-2-6 in de petitie van de Raad van Staeten van den 2 december 1743 van twee hondert een ennegentig duisent guldens tot verval van de extraordinaris kosten om de troupes van den staet, als auxiliair geemployeerd tot secours van deconinginnen van Hungarien en Bohemen, de winterkwartieren betrokken hebbende in de Oostenrijkse Nederlanden te doen subsisteren tot in de maand april 1744, waar in bij res. van R&S van den 21 januari 1744 consent gedaan is, is betaalt in 1744 | |||||
Overijssel | 1745 | 22.733 |
302 | Op de quote dezer provincie ter somma van 49.991-13-4 in de petitie van de Raad van Staeten van den 21 februari 1744, van een millioen en vier mael hondert duisent guldens om het corps van 20.000 man van de troupes van den staet, als auxiliair toegestaan aan de coninginne van Hungarien en Bohemen in staet te stellen om te kunnen ageren gedurende de somer, waer in R&S bij Haar Edele Mogende res. van den 17 maart 1744geconsenteert hebben, is betaalt in 1745 de somma van | |||||
Overijssel | 1747 | 12.000 |
302 | op de quote dezer provincie in de 550.000 guldens sijnde een derde part van het subsidie van 150.000 ponden sterlings, bij de provisionele onventievan den 31 augusti 1746 van den staet aan haer majesteit de coninginne van Hungarien en Bohemen voor het emploi van een corps troupes van 20.000 man in de Nederlanden, ende waer in bij res. van R&S van den 26 september 1746 geconsenteert is bedragende de somma van 19639-11-8, is in 1747 betaalt de somma van |