Overzicht bedragen per jaar

 
English | Nederlands

Chronologisch overzicht van bedragen per jaar

Alle bedragen per jaar van de post Heertstedegeld, dubbel in Drenthe worden getoond.

beginjaar eindjaar

In het overzicht van posten kunt u naar specifieke posten zoeken. Door op het bronnummer te klikken krijgt u gedetailleerde informatie over de bron.

Er zijn in totaal 65 bedragen gevonden.

Regio Jaar Bron Noot
Drenthe 1703
17.343
303 [Alleen de een enkele en een dubbele paije zijn door de rendant ontvangen: een enkele paije a f.5781-2-8 ontbreekt.]
Drenthe 1704
11.562
303 [Alleen de eerste helft is pas binnen.]
Drenthe 1705
23.130
303  
Drenthe 1706
11.562
303 [Een dubbel haartdstedengeld, maar de eerste helft is al in de voorgaande rekening verantwoord.]
Drenthe 1707
23.125
303  
Drenthe 1708
34.687
303 [Twee keer dubbel haardstedengeld, maar van de tweede uitschrijving is alleen de eerste helft bij de rendant binnen.]
Drenthe 1709
23.125
303  
Drenthe 1710
11.562
303 [De eerste helft is in de vorige rekening verantwoord]
Drenthe 1711
34.687
303 [Eigenlijk 2x een dubbel haardstedengeld, maar van de twwede is slechts de helft, dus het enkel haardstedengeld binnengekomen.]
Drenthe 1712
23.125
303  
Drenthe 1741
23.124
303 4 meij, 31 julij
Drenthe 1742
23.124
303 1 meij, 9 augustus
Drenthe 1743
23.124
303 7 meij, 26 augustus
Drenthe 1744
25.938
303 ..volgens het nieuwe register..30 september, 9 november
Drenthe 1745
25.938
303 5 meij, 3 november
Drenthe 1746
25.938
303 5 meij, 4 november
Drenthe 1747
25.938
303 9 meij, 7 november
Drenthe 1748
25.938
303 9 meij, 7 november
Drenthe 1749
25.938
303 26 meij, 4 november
Drenthe 1750
25.938
303 5 meij, 3 november
Drenthe 1751
25.938
303 20 meij, 4 november
Drenthe 1752
25.938
303 De edele mogende heeren ridderschap en eijgenerfden hebben op den ordinaris landsdag van den -- maart ---- [lopende jaar] ingewilligt het dubbelt heerstedegelt, monterende ingevolge het nieuwe register de somma van f.25938, Welke alhier door den rendant voor ontfangh mede worden uitgetrokken. Zijnde daarvan de eerste helfte uitgeschreven tegen den-- meij ---- [lopende jaar] en de tweede helfte tegen den 15 november---- [lopende jaar]
Drenthe 1753
25.938
303 De edele mogende heeren ridderschap en eijgenerfden hebben op den ordinaris landsdag van den 20 maart 1753 ingewilligt het dubbelt heerstedegelt, monterende ingevolge het nieuwe register de somma van f.25938Welke alhier door den rendant voor ontfangh mede worden uitgetrokken.Zijnde daarvan de eerste helfte uitgeschreven tegen den 17 meij en detweede helfte tegen den 15 november ---- [lopende jaar]
Drenthe 1754
25.938
303 De edle mogegende heeren ridderschap en eijgenerfden hebben op den ordinaris landsdag van den 19 maart 1754 ingewilligt het dubbelt heerstedegelt, monterende ingevolge het nieuwe register de somma van f.25938Welke alhier door den rendant voor ontfangh mede worden uitgetrokken.Zijnde daarvan de eerste helfte uitgeschreven tegen den 22 meij en detweede helfte tegen den 14 november ---- [lopende jaar]
Drenthe 1755
25.850
303 30 meij, 13 november
Drenthe 1756
25.850
303 18 meij, 11 november
Drenthe 1757
25.850
303 24 meij, 15 november
Drenthe 1758
25.850
303 1 junij, 15 november
Drenthe 1759
25.850
303 1 junij, 15 november
Drenthe 1760
25.850
303 2 junij, 17 november
Drenthe 1761
25.850
303 2 junij, 17 november
Drenthe 1762
25.850
303 1 junij, 22 november
Drenthe 1763
25.850
303 De heeren ridderschap en eijgenerfden hebben op den ordinaris landsdagvan den 22 meert ----[lopende jaar] ingewilligt het dubbele heerstedegeld, monterende, ingevolge de nieuwe tax waarmede de respective carspelen den 6 december 1754 bij de heeren drost en gedeputeerden zijn aangeslagen de somma van f.25850 welke alhijr door den rendant mede voorontvangst worden ingebracht, zijnde daarvan de eerste helfte uitgeschreven tegen den 1 junij en de tweede tegen 23 november ----[lopende jaar]
Drenthe 1764
25.850
303 De heren staten der landschap Drenthe hebben op de landdag 1764 ingewilligt het dubbelde heertstedegeld, uitgeschreven de 1ste helft tegensde 1 junij en de 2de tegens de 23 november 1764, monterende na de nieuwe taxatie van den 6 december 1764
Drenthe 1765
24.390
303 10 junij, 23 november
Drenthe 1766
24.390
303 31 meij, 29 november
Drenthe 1767
24.390
303 29eij, 26 november
Drenthe 1768
24.390
303 31 meij, 29 november
Drenthe 1769
24.390
303 31 meij, 30 november
Drenthe 1770
24.390
303 21 meij, 28 november
Drenthe 1771
24.390
303 30 meij, 29 november
Drenthe 1772
24.390
303 29 meij, 28 november
Drenthe 1773
24.390
303 28 meij, 30 november
Drenthe 1774
24.390
303 De heeren ridderschep en eijgenerfden hebben nog op den vooschreven landsdag ingewilligt het dubbelde heerstedegeld monterende ingevolge de nieuwe tax waarmeede de respective carsepllen den 15 februarij 1765 bij de heeren drost en gedeputeerden zijn angeslaegen de somma van ---- welke alhier door den rendant mede voor ontfangst meede worden ingebracht, zijn de daarvan de eerste helfte uitgeschreeven tegens den 31 meij ---- [lopende jaar] en de tweede tegens den 30 november 1774
Drenthe 1775
23.780
303 30 meij, 30 november
Drenthe 1776
23.780
303 4 junij, 1 november
Drenthe 1777
23.780
303 27 meij, 25 november
Drenthe 1778
23.780
303 27 meij, 25 november
Drenthe 1779
23.780
303 25 meij, 5 november
Drenthe 1780
23.780
303 26 meij, 23 november