Chronologisch overzicht van bedragen per jaar
Alle bedragen per jaar van de post Overige aflosbare leningen in Holland (Zuiderkwartier) worden getoond.
In het overzicht van posten kunt u naar specifieke posten zoeken. Door op het bronnummer te klikken krijgt u gedetailleerde informatie over de bron.
Er zijn in totaal 30 bedragen gevonden.
Regio | Jaar | Dienstjaar | Bron | Noot | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Holland (Zuiderkwartier) | 1710 | 1.003.050 |
37 | bestaat uit twee leningen: (1) 94.050 voor geschenken aan Algiers en Tunis; ARA Goldberg 356-VIII f. 52; (2) 909.000 lening van Bern, "Lijstje d.d. 27 september 1723, RAZH Financie van Holland 856/..; waarschijnlijk ook RAZH Financie van Holland 859/145 en 864/56 | |||||
Holland (Zuiderkwartier) | 1711 | 435.000 |
37 | 435.000 lening van Bern, "Lijstje d.d. 27 september 1723, RAZH Financie van Holland 856/..; waarschijnlijk ook RAZH Financie van Holland 859/145 en 864/56 | |||||
Holland (Zuiderkwartier) | 1712 | 177.237 |
37 | bestaat uit twee leningen: (1) 156.000 lening van Bern, "Lijstje d.d. 27 september 1723, RAZH Financie van Holland 856/..; waarschijnlijk ook RAZH Financie van Holland 859/145 en 864/56(2) 21.237 voor geschenken aan Algiers en Tunis; ARA Goldberg 356-VIII f. 52 | |||||
Holland (Zuiderkwartier) | 1719 | 214.303 |
37 | bestaat uit twee leningen: (1) 114.303 geleend t.b.v. subsidie aan de universiteit te Leiden volgens resolutie Staten van Holland 18 augustus 1719, RAZH Financie van Holland 856; (2) 100.000 geleend van Rotterdam voor werken te Goedereede volgens de resoluties van de Staten van Holland van 25 februari 1719 en 18 augustus 1719 en resoluties van Gecommitteerde Raden van het Zuiderkwartier van 8 mei 1719, 10 juni 1719 en 19 augustus 1719. (Dit door mij ontleend aan de resolutie van Gecommitteerde Raden van het Zuiderkwartier van 20 september 1720. | |||||
Holland (Zuiderkwartier) | 1747 | 2.453.105 |
120 | betreft lening in kader van de Liberale Gift van 1747. "Staat kapitalen van leningen door steden ZQ op maandrecepissen resolutie Staten van Holland 5 september 1747", RAZH Financie van Holland 868 | |||||
Holland (Noorderkwartier) | 1747 | 110.370 |
betreft lening Liberale Gift; berekend aan de hand van opbrengsten per kantoor zoals vermeld in resoluties van Gecommitteerde Raden van West-Friesland en het Noorderkwartier. Gegevens over Monnikendam en Edam ontbreken, zodat de opbrengst mogelijk hoger is dan hier vermeld. Resolutie 29 augustus 1748: Hoorn; resolutie 25 september 1748: Medemblik; 17 oktober 1748 Purmerend; 6 november 1748 Enkhuizen; 28 november 1748: Alkmaar. | ||||||
Holland (Noorderkwartier) | 1749 | 237.460 |
5 | staten van liquidatie Zuiderkwartier en Noorderkwartier 1749-1752, RANH Gecommitteerde Raden van West-Friesland en het Noorderkwartier 126. | |||||
Holland (Noorderkwartier) | 1750 | 85.370 |
5 | staten van liquidatie Zuiderkwartier en Noorderkwartier 1749-1752, RANH Gecommitteerde Raden van West-Friesland en het Noorderkwartier 126. | |||||
Holland (Noorderkwartier) | 1751 | 85.300 |
5 | staten van liquidatie Zuiderkwartier en Noorderkwartier 1749-1752, RANH Gecommitteerde Raden van West-Friesland en het Noorderkwartier 126. | |||||
Holland (Noorderkwartier) | 1752 | 236.842 |
5 | staten van liquidatie Zuiderkwartier en Noorderkwartier 1749-1752, RANH Gecommitteerde Raden van West-Friesland en het Noorderkwartier 126. | |||||
Holland (Zuiderkwartier) | 1755 | 600 |
5 | Staten van liquidatie Zuiderkwartier en Noorderkwartier 1755 - 1762, RANH Gecommitteerde Raden van West-Friesland en het Noorderkwartier 126 | |||||
Holland (Zuiderkwartier) | 1756 | 4.400 |
5 | Staten van liquidatie Zuiderkwartier en Noorderkwartier 1755 - 1762, RANH Gecommitteerde Raden van West-Friesland en het Noorderkwartier 126 | |||||
Holland (Zuiderkwartier) | 1757 | 6.000 |
5 | Staten van liquidatie Zuiderkwartier en Noorderkwartier 1755 - 1762, RANH Gecommitteerde Raden van West-Friesland en het Noorderkwartier 126 | |||||
Holland (Zuiderkwartier) | 1758 | 4.200 |
5 | Staten van liquidatie Zuiderkwartier en Noorderkwartier 1755 - 1762, RANH Gecommitteerde Raden van West-Friesland en het Noorderkwartier 126 | |||||
Holland (Zuiderkwartier) | 1759 | 1.000 |
5 | Staten van liquidatie Zuiderkwartier en Noorderkwartier 1755 - 1762, RANH Gecommitteerde Raden van West-Friesland en het Noorderkwartier 126 | |||||
Holland (Zuiderkwartier) | 1760 | 300 |
5 | Staten van liquidatie Zuiderkwartier en Noorderkwartier 1755 - 1762, RANH Gecommitteerde Raden van West-Friesland en het Noorderkwartier 126 | |||||
Holland (Zuiderkwartier) | 1761 | 1.000 |
5 | Staten van liquidatie Zuiderkwartier en Noorderkwartier 1755 - 1762, RANH Gecommitteerde Raden van West-Friesland en het Noorderkwartier 126 | |||||
Holland (Zuiderkwartier) | 1762 | 1.200 |
5 | Staten van liquidatie Zuiderkwartier en Noorderkwartier 1755 - 1762, RANH Gecommitteerde Raden van West-Friesland en het Noorderkwartier 126 | |||||
Holland (Zuiderkwartier) | 1764 | 2.000 |
5 | Staat van liquidatie Zuiderkwartier en Noorderkwartier 1764, RANH Gecommitteerde Raden van West-Friesland en het Noorderkwartier 126 | |||||
Holland (Zuiderkwartier) | 1787 | 4.836.588 |
120 | betreft loterijlening: getal berekend aan de hand van de rekeningen van de ontvanger-generaal en van de ontvangers te Dordrecht, Haarlem, Delft, Amsterdam, Gouda, Rotterdam en Schiedam, RAZH Rekenkamer ter Auditie ...; Grootboek 1787, RAZH Financie van Holland ..; Staat ordinaris obligaties kantoren Leiden, Gorkum en Brielle; NB: omdat het gaat om een loterijlening moet niet het nominale bedrag van de hoofdsom worden genomen, want die is het resultaat na trekking. Zie voor de uitstaande hoofdsom na trekking RAZH Financie van Holland 870 f. 99r-99v | |||||
Holland (Noorderkwartier) | 1788 | 37.475 |
29 | Rapport 1797, Litt. A.a. 2. loco en Litt. AA | |||||
Holland (Zuiderkwartier) | 1788 | 2.080.000 |
bestaat uit twee leningen: (1) - 1.080.000 van (of voor??) de vorst van Nassau, resolutie 21 februari 1788 en 3 maart 1788; (2)- 1.000.000 van de landgraaf van Hessen-Kassel, resolutie 10 oktober 1788 | ||||||
Holland (Noorderkwartier) | 1789 | 125.000 |
29 | Rapport 1797, Litt. A.a. 2. loco en Litt. AA | |||||
Holland (Noorderkwartier) | 1790 | 25.500 |
29 | Rapport 1797, Litt. A.a. 2. loco en Litt. AA | |||||
Holland (Zuiderkwartier) | 1791 | 515.181 |
29 | Rapport 1797, Litt. AA; lening van de graaf van Meden, resolutie 11 oktober 1791; Rapport 1797 Litt. AA | |||||
Holland (Zuiderkwartier) | 1792 | 817 |
29 | Rapport 1797, Litt. AA; betreft opbrengst in geld van de negotiatie bij loterij van 14 juni 1792. Die loterij was in feite een omwisseling van oude obligaties in nieuwe; Rapport 1797, Litt. AA | |||||
Holland (Noorderkwartier) | 1793 | 57.066 |
29 | Rapport 1797, Litt. A.a. 2. loco en Litt. AA | |||||
Holland (Zuiderkwartier) | 1793 | 5.566.124 |
29 | Rapport 1797, Litt. AA; betreft leningen van 17 januari 1793 en 4 september 1793: bij de eerste lening kon ingelegd worden door obligaties. Lening 17 januari 1793: 5.955.700 minus 2.697.326 geemployeerde obligaties, dus 3258374 inleg in geld. Lening 4 september 1793: 2.307750. Voor beide leningen: Grootboek Holland 1793, RAZH Financie van Holland; Aantekening m.b.t. 1793 en 1794 ten aanzien van lening 14 septmebr 1793: de Grootboeken komen uit op opbrengst van 5.393.073, terwijl het rapport van 1797, Litt. AA uitkomt op 5.928.173.Aantekening m.b.t. 1793 en 1794 ten aanzien van lening van 17 januari 1793: nominaal geleend bruto-bedrag van Hollands grootboeken 1793 en 1794 stemmen overeen met Rapport 1797, Litt. AA. Echter het bedrag aan geemployeerde obligaties komt anders uit: bij de grootboeken 4.793.883 en bij het rapport 1797 Litt AA 4.823.684, terwijl m.b.v. Litt. A.a. loco uitkomst is 4.70.258.Litt. A.a. loco heeft sterke mate van overeenstemming met gegevens grootboeken; alleen minieme verschillen bij ordinaris obligaties en groot verschil doordat het Grootboek van 1794 12.477 aan geemployeerde 30-jarige renten vermeldt. | |||||
Holland (Noorderkwartier) | 1794 | 484.622 |
29 | Rapport 1797, Litt. A.a. 2. loco en Litt. AA | |||||
Holland (Zuiderkwartier) | 1794 | 10.982.143 |
50 | betreft drie leningen: van 17 januari 1793 met betaling in obligaties, 4 september 1793 en 5 augustus 1794. (1) 6355618 minus 2.096.557 in obligaties, dus 4.259.061 in geld; bron: Grootboek Holland 1794, RAZH Financie van Holland; (2) - lening 4 september 1793: 3.631.323 bron: Grootboek Holland 1794, RAZH Financie van Holland; - lening 5 augustus 1794: 3.091.759; bron: Rapport 1797, Litt. AA; Aantekening m.b.t. 1793 en 1794 ten aanzien van lening 14 septmebr 1793: de Grootboeken komen uit op opbrengst van 5.393.073, terwijl het rapport van 1797, Litt. AA uitkomt op 5.928.173. Aantekening m.b.t. 1793 en 1794 ten aanzien van lening van 17 januari 1793: nominaal geleend bruto-bedrag van Hollands grootboeken 1793 en 1794 stemmen overeen met Rapport 1797, Litt. AA. Echter het bedrag aan geemployeerde obligaties komt anders uit: bij de grootboeken 4.793.883 en bij het rapport 1797 Litt AA 4.823.684, terwijl m.b.v. Litt. A.a. loco uitkomst is 4.70.258.Litt. A.a. loco heeft sterke mate van overeenstemming met gegevens grootboeken; alleen minieme verschillen bij ordinaris obligaties en groot verschil doordat het Grootboek van 1794 12.477 aan geemployeerde 30-jarige renten vermeldt. |