Chronologisch overzicht van bedragen per jaar
Alle bedragen per jaar van de post Generale middelen Drenthe en Ruinen, turftollen in Drenthe worden getoond.
In het overzicht van posten kunt u naar specifieke posten zoeken. Door op het bronnummer te klikken krijgt u gedetailleerde informatie over de bron.
Er zijn in totaal 10 bedragen gevonden.
Regio | Jaar | Bron | Noot | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Drenthe | 1622 | 344 |
303 | [Weer gecollecteert in plaats van verpacht.] | |||||
Drenthe | 1623 | 3.100 |
303 | ||||||
Drenthe | 1624 | 2.367 |
303 | ||||||
Drenthe | 1626 | 3.200 |
303 | Ende alsoo den impost gestelt op ten turff, gegraven binnen de landschap Drenthe en heerlijckheit Ruine, en die buten deselve door de Swarte sluijss vervoert wordt, gelijck mede den turff int Oestermoer gegraven, die het Schuitendiep off naer Grongen gebrocht wordt, opten opslagh, die den 21 martij 1625 martij binnen Assen gedaen worde, niet heeftconnen verpacht worden, door dien, niemant daer voer soe voele biedenwilde, als de heeren drost en gedeputeerden achteden dat deselve wel behoerde te gelden. Soe isd bij resolutie van e heeren drost en gedeputeerden goet gevonden, denselven beijde perceelen, int prive an iemantvoer den tijt van een jaar te verpachten. Welgens welcke resolutie enauthorisatie gegeven ande edele Roeloff van Echten mede gedeputeerde,den impost van den turff gaende door den Swarten Sluijs, voor den tijt van een jaar, ingegaen den eersten aprilis 1625, eindigende den lasten martij 1626 verpacht iss an Johan Peters Budde tot Meppel, voer de summe van f.1800 ende bij den edele Rutger van de Boetzelaer, insgelijx mede gedeputeerde en volgens desselfs authorisatie, den impost van den turff het Schuitendiep aff naer Groningen gaende voer gelijcke tijtals voeren verpacht an Roeloff Jaerls, Herman Ipinge ende Johan Teisinck, schuitenschuivers binnen Groningen, voer de summe van f.1400, blijckende bij twee distincte acten hijr over te leggen, bedragende alsoo, | |||||
Drenthe | 1627 | 1.283 |
303 | Ende alsoo den impost op ten turff, gegraven int Oestermoer, die het Schuitendiep aff naer Groningen gebracht wordt, op ten opslach, die den 27 martij 1626 binnen Assen gedaen wordt, niet heeft connen verpagt worden, door dien niemant daer voer soe voel bieden wilde, als de heeren drost en gedeputeerdens vermeinden, dat deselve behoerde te gelden,soe iss bij welgemelde heren drost en gedeputeerdens goet gevonden, de penningen van denselven impost te doen collecteren, bij eenen Peter Cornelis opte Kuijpe, voer den tijt van een geheel jaer, anvanck genomen hebbende op ten 1 aprilis 1626 ende geeindigt opten lesten martij 1627, geduirendt welcken jaer denselven Peter Cornelis deser werlt iss commen te overlijden, blijvende niet te min sijne naegelaten weduwe, met consent van de heeren drost en gedeputeerden in deselve collecte continueren, die gedaen mede het selve jaer, opgebracht heeft den summe van f.1282-10 volgens de collect cedule alhijr oevere te leggen, en daer staet dan op gemelt | |||||
Drenthe | 1634 | 1.415 |
303 | Ende alsoo den impost opten turff dewelcke door de Swarte Sluijs wordt vervoert, niet hooch genoegh in den afslagh conde gebracht worden, iss dezelve bij Hendrick Claessen tot Meppel gecollecteerd, ende heeft uijtgebracht, tsedert den 1 aprilis ----, totten lesten martij ---- desumme van f.---- ten boven de costen van de collecte die gedefalqueert zijn | |||||
Drenthe | 1638 | 1.470 |
303 | Ende alsoo den impost opten turff dewelcke door de Swarte Sluijs wordt vervoert, niet hooch genoegh in den afslagh conde gebracht worden, iss dezelve bij Hendrick Claessen tot Meppel gecollecteerd, ende heeft uijtgebracht, tsedert den 1 aprilis ----, totten lesten martij ---- desumme van f.---- ten boven de costen van de collecte die gedefalqueert zijn | |||||
Drenthe | 1639 | 1.478 |
303 | Ende alsoo den impost opten turff dewelcke door de Swarte Sluijs wordt vervoert, niet hooch genoegh in den afslagh conde gebracht worden, iss dezelve bij Hendrick Claessen tot Meppel gecollecteerd, ende heeft uijtgebracht, tsedert den 1 aprilis 1638, totten lesten martij 1639 desumme van f.1478 ten boven de costen van de collecte die gedefalqueert zijn | |||||
Drenthe | 1644 | 2.238 |
303 | ||||||
Drenthe | 1674 | 274 |
303 | Hijrbij [bij 0170] gedaen de twee maenden aprilis en majus 1672 ofte het seste part van de turfftollen, voor een jaar verpachtet, bedraegende int geheel, als boven gemelt, f.1644, de somma van |