Constitutionele Commissies

 
English | Nederlands

Staatscommissie voor de Pensioenwetgeving

Naam archiefvormer Staatscommissie voor de Pensioenwetgeving
Naam, varianten Commissie-Van Poelje
Periode van bestaan 1949-1958
Organisatie en inrichting

De staatscommissie kende een Centrale Commissie, die belast was met de leiding van de werkzaamheden, en twintig vooral thematisch ingerichte subcommissies. De plenaire commissie gold als eerste subcommissie. In de commissie hadden deskundigen met een ambtelijke achtergrond zitting, maar ook vertegenwoordigers uit de verschillende betrokken organisaties. Voorzitter was G.A. van Poelje, lid van de Raad van State.

Taak, activiteiten

Opdracht van de staatscommissie was het voorbereiden van een algemene herziening van de pensioenwet uit 1922, waarbij vergroting van de leesbaarheid van deze wet en vergemakkelijking van de uitvoering centraal stonden. In 1952 werd, op verzoek van de commissie, de opdracht bij Koninklijk Besluit verruimd. Nu ging de commissie zich ook richten op de uniformering en concentratie van de burgerlijke pensioenwetgeving. Daarnaast werd de commissie enige malen door de regering om advies gevraagd ten aanzien van meer algemene pensioenvraagstukken.

Opmerkingen

In het archief van de Commissie-Van Schaik waren aanwijzingen gevonden dat de Staatscommissie voor de Pensioenwetgeving bij het werk van deze commissie betrokken was.

Betrokken bij:

Opmerkingen

Van de betrokkenheid bij de Commissie-Van Schaik zijn in het archief (dat berust in het Nationaal Archief, Den Haag, toegangsnummer 2.04.65) blijkens de inventaris geen sporen aangetroffen. Ingezien is inv. nr. 27, 'Correspondentie met instellingen en particulieren over algemene pensioenvraagstukken, 1950-1956'; hierin werden geen stukken betreffende de grondwetsherziening gevonden. Mogelijk relevant zijn nog de stukken van de Centrale Commissie en de plenaire commissie. Deze zijn niet nader ingezien.

Algemeen:


Commissies:



Archivalia:

Opmerkingen

Van de betrokkenheid bij de Commissie-Van Schaik zijn in het archief (dat berust in het Nationaal Archief, Den Haag, toegangsnummer 2.04.65) blijkens de inventaris geen sporen aangetroffen. Ingezien is inv. nr. 27, 'Correspondentie met instellingen en particulieren over algemene pensioenvraagstukken, 1950-1956'; hierin werden geen stukken betreffende de grondwetsherziening gevonden. Mogelijk relevant zijn nog de stukken van de Centrale Commissie en de plenaire commissie. Deze zijn niet nader ingezien.