Onderwijzers-Zendings-Commissie voor de Christelijke Scholen in Nederland
Naam | Onderwijzers-Zendings-Commissie voor de Christelijke Scholen in Nederland |
Periode | 1920-1935 |
Denominatie | Interdenominationeel |
Org | Zending |
Korte geschiedenis | De Onderwijzers-Zendings-Commissie voor de Christelijke Scholen in Nederland zocht al snel contact met de Onderwijzers Zendingscommissie van de Zendings Studie Raad, opgericht in 1911. Overeengekomen werd, dat de commissie van de Zendings Studie Raad zich voornamelijk zou bezighouden met het leerplan der scholen, de opleiding en de zendingsliteratuur terwijl de commissie voor de Christelijke Scholen haar doel zocht in het opwekken van belangstelling voor de zending en van de zendingsstudie onder de onderwijzers. De commissie verzamelde voorlichtingsmateriaal (films, diaseries e.d.) en gaf overzichten van het aanwezige materiaal voor gebruik door onderwijzers. |
Organisatie | De Onderwijzers-Zendings-Commissie was een geheel zelfstandige commissie, de initiatiefnemers waren mensen uit de onderwijswereld. Na een aantal jaren bleek de Onderwijzers-Zendings-Commissie voor de Christelijke Scholen in Nederland niet meer levensvatbaar en werden de taken overgenomen door de Zendings Studie Raad. De commissie bestond voornamelijk uit mensen wonend rondom Hilversum en Rotterdam (met in 1933 als bestuur: H.A. van den Hoven van Genderen, voorzitter, mej. G.W. Beumer, secretaris., H. Maaskant, penningmeester en 5 andere leden). Daarnaast had de commissie correspondenten: een hoofdcorrespondent voor elke provincie en een gewone correspondent voor de afdelingen. De hoofdcorrespondent zocht naar correspondenten voor onbemande plaatsen en had een coördinerende taak. De correspondenten bevorderden de zendingstudie en zendingsvoorlichting in hun afdeling, |
Doelstelling | Doel der O.Z.C. is: te bevorderen, dat door middel van het Christelijk onderwijs liefde voor de zending worde gewekt. Zij tracht dit doel te bereiken door: a. bij de onderwijzers en onderwijzeressen belangstelling voor de zending op te wekken en zendingskennis te bevorderen. b. in samenwerking met de bestaande organisaties op het gebied van het Christelijk Onderwijs en hun plaatselijke afdeelingen te bevorderen, dat zendingsonderwerpen op de vergaderingen en in de organen der organisaties aan de orde worden gesteld. c. het plaatsen van mededeelingen en van recensies van zendingslectuur in de onderwijsbladen d. het uitgeven van boeken (e.d.) die de Onderwijzers(essen) kunnen helpen in hun pogingen om de Zending tot het Kind te brengen e. door middel van correspondenten contact te houden met de plaatselijke propoganda voor zendingsactie en van de gegevens door die correspondenten verstrekt, een zoo nuttig mogelijk gebruik te maken. f. samenwerking met den Zendingsstudieraad (Z.S.R.) op het terrein der Zendingsstudie. |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Periodieken |
|
Meer over het archief |
|
||
Verwijzing naar andere archiefvormers |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | De Onderwijzers-Zendings-Commissie voor de Christelijke Scholen in Nederland zocht al snel contact met de Onderwijzers Zendingscommissie van de Zendings Studie Raad, opgericht in 1911. Overeengekomen werd, dat de commissie van de Zendings Studie Raad zich voornamelijk zou bezighouden met het leerplan der scholen, de opleiding en de zendingsliteratuur terwijl de commissie voor de Christelijke Scholen haar doel zocht in het opwekken van belangstelling voor de zending en van de zendingsstudie onder de onderwijzers. De commissie verzamelde voorlichtingsmateriaal (films, diaseries e.d.) en gaf overzichten van het aanwezige materiaal voor gebruik door onderwijzers. |
Organisatie | De Onderwijzers-Zendings-Commissie was een geheel zelfstandige commissie, de initiatiefnemers waren mensen uit de onderwijswereld. Na een aantal jaren bleek de Onderwijzers-Zendings-Commissie voor de Christelijke Scholen in Nederland niet meer levensvatbaar en werden de taken overgenomen door de Zendings Studie Raad. De commissie bestond voornamelijk uit mensen wonend rondom Hilversum en Rotterdam (met in 1933 als bestuur: H.A. van den Hoven van Genderen, voorzitter, mej. G.W. Beumer, secretaris., H. Maaskant, penningmeester en 5 andere leden). Daarnaast had de commissie correspondenten: een hoofdcorrespondent voor elke provincie en een gewone correspondent voor de afdelingen. De hoofdcorrespondent zocht naar correspondenten voor onbemande plaatsen en had een coördinerende taak. De correspondenten bevorderden de zendingstudie en zendingsvoorlichting in hun afdeling, |
Doelstelling | Doel der O.Z.C. is: te bevorderen, dat door middel van het Christelijk onderwijs liefde voor de zending worde gewekt. Zij tracht dit doel te bereiken door: a. bij de onderwijzers en onderwijzeressen belangstelling voor de zending op te wekken en zendingskennis te bevorderen. b. in samenwerking met de bestaande organisaties op het gebied van het Christelijk Onderwijs en hun plaatselijke afdeelingen te bevorderen, dat zendingsonderwerpen op de vergaderingen en in de organen der organisaties aan de orde worden gesteld. c. het plaatsen van mededeelingen en van recensies van zendingslectuur in de onderwijsbladen d. het uitgeven van boeken (e.d.) die de Onderwijzers(essen) kunnen helpen in hun pogingen om de Zending tot het Kind te brengen e. door middel van correspondenten contact te houden met de plaatselijke propoganda voor zendingsactie en van de gegevens door die correspondenten verstrekt, een zoo nuttig mogelijk gebruik te maken. f. samenwerking met den Zendingsstudieraad (Z.S.R.) op het terrein der Zendingsstudie. |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Periodieken |
|
Het archief
Meer over het archief |
|
||
Verwijzing naar andere archiefvormers |