Kruisheren (OSC)
Naam | Kruisheren (OSC) |
Naamsvarianten |
|
Periode | 1210-2011 |
Denominatie | rooms-katholiek |
Org | Missie |
Korte geschiedenis | De orde Tijdens de kruistochten ontstonden in diverse landen orden van Kruisheren. De Belgisch-Nederlandse tak werd gesticht in Hoei (België) in 1210/1211. Sinds 1371 zijn de Kruisheren in St. Agatha (provincie Noord-Brabant, bij Cuijk) gevestigd. De Reformatie maakte een einde aan bijna alle Nederlandse kloosters behalve dat in St. Agatha. De Franse overheersing rond 1800 en de daarop volgende wetgeving van koning Willem I (1813-1840) bedreigden het voortbestaan van de orde wederom. In 1840 waren er nog maar drie priesters in St. Agatha over. Na dat jaar breidde de orde zich naar verhouding sterk uit.
De missie Verenigde Staten De oudste missie van de Nederlandse Kruisheren vond plaats in Minnesota onder de Indianen en de blanke immigranten. In 1930 telde deze missie zes staties. In 1960 werkten de Kruisheren nog steeds in Minnesota, en verder in Nebraska en Indiana. In 1850 waren al de eerste twee Kruisheren vanuit Uden naar Wisconsin getrokken om landverhuizers uit de omgeving van Uden bij te staan, maar in 1861 kwam hieraan een einde onder invloed van onderlinge onenigheid en de Amerikaanse Burgeroorlog. Op initiatief van magister-generaal Henricus Hollmann gingen de Nederlandse Kruisheren in 1910 opnieuw naar Amerika, ook dit keer om landverhuizers bij te staan. Twee Kruisheren uit St. Agatha en een broeder uit Hannut (België) gingen werken in Butler, Minnesota. In 1938 vertrokken de laatste Kruisheren uit Nederland naar Amerika. In Onamia werd in 1922 een zelfstandig convent met college en seminarie gesticht (Derix, Brengers van de boodschap, 246-248). Congo Aan de Kruisheren werd in 1920 door de congregatie De Propaganda Fide het noordelijk deel van het vicariaat West-Oeële gelegen in het noorden van Belgisch Congo toebedeeld. In 1926 werd dit de apostolische prefectuur van Bondo. In 1960 werkten zij hier nog steeds, bijgestaan door Vlaamse zusters en broeders.
Ned. Indië/Indonesië Op last van de Propaganda kregen de Kruisheren in 1926 de zielzorg in de afdelingen Priangan (Bandoeng), Cheribon en het regentschap Krawang van de afdeling Batavia, alle op Java. Het jaar daarop kwamen de eerste kruisheren aan in het gebied dat in 1932 werd verheven tot de apostolische prefectuur van Bandoeng. De Kruisheren werkten hier samen met de Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid uit Steyl, de Liefdezusters van de H. Carolus Borromeus uit Maastricht, de Dominicanessen van de H. Familie uit Neerbosch, de Ursulinen van de Romeinse Unie uit Vught, de Ursulinen van Weltevreden en de Broeders van Oudenbosch. Aanvankelijk werkten de Kruisheren vooral voor Europese katholieken. In 1936 bedienden zij zes parochies. Later legden zij zich meer toe op de missie onder Chinezen en Soendanezen waarbij het werk onder de eerstgenoemden beter liep dan dat onder de Soendanezen. Het aantal Indonesische katholieken werd in dat jaar geschat op ongeveer 1.000 (Koloniaal Missie-Tijdschrift 1936).
Brazilië Vanaf 1934 werkten de Nederlandse Kruisheren ook in Brazilië. De aartsbisschop van Belém, Antônio de Almeida Lustosa, had contact gezocht met de magister-generaal van de orde, in dat jaar een Nederlander, De eerste drie Nederlandse Kruisheren vertrokken nog in datzelfde jaar naar Belém. In Brazilië hielden zij vast aan hun reguliere leven (met koorgebed) en namen daarnaast parochiële, op sacramenten georiënteerde zielzorg op zich en gaven les op privé-scholen; godsdienstonderwijs mocht op de staatsscholen niet gegeven worden (Lamers, 'Ik leerde' ,185). Vanaf 1935 namen de Kruisheren ook de geestelijke verzorging van een grote melaatsenkolonie buiten Belém op zich (Lamers, 'Ik leerde', 186). In het kielzorg van de aartsbisschop bereisden zij het uitgestrekte gebied, verzorgden de zielzorg (dopen, huwelijken, biecht en deelname aan een processie) en werden daarbij geconfronteerd met Indiaanse, spiritistische en Afrikaanse invloeden op het christendom (Lamers, 'Ik leerde', 187). In 1960 werkten zij nog in de staten Parà en Minas Gerais.
Erfgoedcentrum Nederlands kloosterleven In de gebouwen van het middeleeuwse klooster in St. Agatha is het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven gevestigd. Dit beheert tientallen archieven van orden en congregaties waaronder vele belangrijke missiecongregaties. Daarnaast is er een gespecialiseerde bibliotheek.
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 11, Willemsen, I, par. 1-11, Pius-almanak 1960/61, 319 en 408 en Lamers. 'Ik leerde'.
|
Organisatie | De orde De orde werd bestuurd door een algemeen-overste, genaamd magister-generalis, die wordt bijgestaan door vier assistenten, definitores genaamd. Hij werd voor het leven gekozen en bestuurde in samenspraak met het generaal kapittel dat elke drie jaar werd gehouden. Dit bestond uit afgevaardigden van alle huizen met hun oversten. De oversten van de kloosters werden voor drie jaar gekozen door de leden van de communiteit. Het generalaat is in 1956 overgeplaatst van St. Agatha naar Amersfoort, later verhuisde het naar Rome. Wel had de orde al eerder een zaakwaarnemer, procurator genaamd, in Rome. In 1936 telde de orde ongeveer 360 leden (priesters, lekenbroeders en studenten) en waren er huizen in St. Agatha, Uden, Zoetermeer, Rotterdam, Neeritter en Odiliapeel. De orde was oorspronkelijk verdeeld in provincies, later werden deze afgeschaft om in 1957 weer te worden hersteld (notitie KAN 1995).
De missie De missie in Brazilië, die voornamelijk door de Nederlanders werd ondernomen, viel niet onder gezag van de Nederlandse provincie, maar rechtstreeks onder de generaal overste. Omdat de Kruisheren aanvankelijk geen contract hadden gesloten met de Braziliaanse bisschop genoot hun missie geen juridische basis. Dit zou geregeld worden na de Tweede Wereldoorlog (Lamers, 'Ik leerde', 186).
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 22, Katholieke Encyclopaedie 1936, lemma 'Kruisheren', Pius-almanak 1960/61, 318 |
Doelstelling | Aanvankelijk was het doel van de Kruisbroeders ziekenverpleging en prediking, met name tegen de Albigenzen. Zielzorg kwam later op de eerste plaats, waarbij contemplatie en studie ook belangrijk werden (Van Woesik, 21). Tot de doelstellingen behoorden uiteindelijk pastoraal werk, onderwijs en missiewerk (Willemsen, 11). |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Interviews | Negen interviews, en wel de nrs.: 140 246 253 332 419 523 638 647 977 |
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Archivalie elders | In het Katholiek Documentatie Centrum bevinden zich in de Verzameling Losse Archivalia (LARC) de volgende stukken:
LARC 6705. Reisverslag van een onbekende pater Kruisheer naar zijn post te Bandung (Nederlands Indië) over de periode 11 oktober tot en met 5 november 1936. z.j, Typescript. NB: Afkomstig van pater Dijker (SMM) LARC 7108. In memoriam door Henk Keesom osc na het overlijden van Ton Kooyman OSC, priester in het bisdom Bandung (Indonesië).1972, 1 stuk.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||||||||||||||
Opmerkingen |
e-mail: infoosc@oscgeneral.org |
||||||||||||||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Gering |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | De orde Tijdens de kruistochten ontstonden in diverse landen orden van Kruisheren. De Belgisch-Nederlandse tak werd gesticht in Hoei (België) in 1210/1211. Sinds 1371 zijn de Kruisheren in St. Agatha (provincie Noord-Brabant, bij Cuijk) gevestigd. De Reformatie maakte een einde aan bijna alle Nederlandse kloosters behalve dat in St. Agatha. De Franse overheersing rond 1800 en de daarop volgende wetgeving van koning Willem I (1813-1840) bedreigden het voortbestaan van de orde wederom. In 1840 waren er nog maar drie priesters in St. Agatha over. Na dat jaar breidde de orde zich naar verhouding sterk uit.
De missie Verenigde Staten De oudste missie van de Nederlandse Kruisheren vond plaats in Minnesota onder de Indianen en de blanke immigranten. In 1930 telde deze missie zes staties. In 1960 werkten de Kruisheren nog steeds in Minnesota, en verder in Nebraska en Indiana. In 1850 waren al de eerste twee Kruisheren vanuit Uden naar Wisconsin getrokken om landverhuizers uit de omgeving van Uden bij te staan, maar in 1861 kwam hieraan een einde onder invloed van onderlinge onenigheid en de Amerikaanse Burgeroorlog. Op initiatief van magister-generaal Henricus Hollmann gingen de Nederlandse Kruisheren in 1910 opnieuw naar Amerika, ook dit keer om landverhuizers bij te staan. Twee Kruisheren uit St. Agatha en een broeder uit Hannut (België) gingen werken in Butler, Minnesota. In 1938 vertrokken de laatste Kruisheren uit Nederland naar Amerika. In Onamia werd in 1922 een zelfstandig convent met college en seminarie gesticht (Derix, Brengers van de boodschap, 246-248). Congo Aan de Kruisheren werd in 1920 door de congregatie De Propaganda Fide het noordelijk deel van het vicariaat West-Oeële gelegen in het noorden van Belgisch Congo toebedeeld. In 1926 werd dit de apostolische prefectuur van Bondo. In 1960 werkten zij hier nog steeds, bijgestaan door Vlaamse zusters en broeders.
Ned. Indië/Indonesië Op last van de Propaganda kregen de Kruisheren in 1926 de zielzorg in de afdelingen Priangan (Bandoeng), Cheribon en het regentschap Krawang van de afdeling Batavia, alle op Java. Het jaar daarop kwamen de eerste kruisheren aan in het gebied dat in 1932 werd verheven tot de apostolische prefectuur van Bandoeng. De Kruisheren werkten hier samen met de Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid uit Steyl, de Liefdezusters van de H. Carolus Borromeus uit Maastricht, de Dominicanessen van de H. Familie uit Neerbosch, de Ursulinen van de Romeinse Unie uit Vught, de Ursulinen van Weltevreden en de Broeders van Oudenbosch. Aanvankelijk werkten de Kruisheren vooral voor Europese katholieken. In 1936 bedienden zij zes parochies. Later legden zij zich meer toe op de missie onder Chinezen en Soendanezen waarbij het werk onder de eerstgenoemden beter liep dan dat onder de Soendanezen. Het aantal Indonesische katholieken werd in dat jaar geschat op ongeveer 1.000 (Koloniaal Missie-Tijdschrift 1936).
Brazilië Vanaf 1934 werkten de Nederlandse Kruisheren ook in Brazilië. De aartsbisschop van Belém, Antônio de Almeida Lustosa, had contact gezocht met de magister-generaal van de orde, in dat jaar een Nederlander, De eerste drie Nederlandse Kruisheren vertrokken nog in datzelfde jaar naar Belém. In Brazilië hielden zij vast aan hun reguliere leven (met koorgebed) en namen daarnaast parochiële, op sacramenten georiënteerde zielzorg op zich en gaven les op privé-scholen; godsdienstonderwijs mocht op de staatsscholen niet gegeven worden (Lamers, 'Ik leerde' ,185). Vanaf 1935 namen de Kruisheren ook de geestelijke verzorging van een grote melaatsenkolonie buiten Belém op zich (Lamers, 'Ik leerde', 186). In het kielzorg van de aartsbisschop bereisden zij het uitgestrekte gebied, verzorgden de zielzorg (dopen, huwelijken, biecht en deelname aan een processie) en werden daarbij geconfronteerd met Indiaanse, spiritistische en Afrikaanse invloeden op het christendom (Lamers, 'Ik leerde', 187). In 1960 werkten zij nog in de staten Parà en Minas Gerais.
Erfgoedcentrum Nederlands kloosterleven In de gebouwen van het middeleeuwse klooster in St. Agatha is het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven gevestigd. Dit beheert tientallen archieven van orden en congregaties waaronder vele belangrijke missiecongregaties. Daarnaast is er een gespecialiseerde bibliotheek.
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 11, Willemsen, I, par. 1-11, Pius-almanak 1960/61, 319 en 408 en Lamers. 'Ik leerde'.
|
Organisatie | De orde De orde werd bestuurd door een algemeen-overste, genaamd magister-generalis, die wordt bijgestaan door vier assistenten, definitores genaamd. Hij werd voor het leven gekozen en bestuurde in samenspraak met het generaal kapittel dat elke drie jaar werd gehouden. Dit bestond uit afgevaardigden van alle huizen met hun oversten. De oversten van de kloosters werden voor drie jaar gekozen door de leden van de communiteit. Het generalaat is in 1956 overgeplaatst van St. Agatha naar Amersfoort, later verhuisde het naar Rome. Wel had de orde al eerder een zaakwaarnemer, procurator genaamd, in Rome. In 1936 telde de orde ongeveer 360 leden (priesters, lekenbroeders en studenten) en waren er huizen in St. Agatha, Uden, Zoetermeer, Rotterdam, Neeritter en Odiliapeel. De orde was oorspronkelijk verdeeld in provincies, later werden deze afgeschaft om in 1957 weer te worden hersteld (notitie KAN 1995).
De missie De missie in Brazilië, die voornamelijk door de Nederlanders werd ondernomen, viel niet onder gezag van de Nederlandse provincie, maar rechtstreeks onder de generaal overste. Omdat de Kruisheren aanvankelijk geen contract hadden gesloten met de Braziliaanse bisschop genoot hun missie geen juridische basis. Dit zou geregeld worden na de Tweede Wereldoorlog (Lamers, 'Ik leerde', 186).
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 22, Katholieke Encyclopaedie 1936, lemma 'Kruisheren', Pius-almanak 1960/61, 318 |
Doelstelling | Aanvankelijk was het doel van de Kruisbroeders ziekenverpleging en prediking, met name tegen de Albigenzen. Zielzorg kwam later op de eerste plaats, waarbij contemplatie en studie ook belangrijk werden (Van Woesik, 21). Tot de doelstellingen behoorden uiteindelijk pastoraal werk, onderwijs en missiewerk (Willemsen, 11). |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Interviews | Negen interviews, en wel de nrs.: 140 246 253 332 419 523 638 647 977 |
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Archivalie elders | In het Katholiek Documentatie Centrum bevinden zich in de Verzameling Losse Archivalia (LARC) de volgende stukken:
LARC 6705. Reisverslag van een onbekende pater Kruisheer naar zijn post te Bandung (Nederlands Indië) over de periode 11 oktober tot en met 5 november 1936. z.j, Typescript. NB: Afkomstig van pater Dijker (SMM) LARC 7108. In memoriam door Henk Keesom osc na het overlijden van Ton Kooyman OSC, priester in het bisdom Bandung (Indonesië).1972, 1 stuk.
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||||||||||||||
Opmerkingen |
e-mail: infoosc@oscgeneral.org |
||||||||||||||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Gering |