Vereniging Zendingsgenootschap der Evangelische Broedergemeente te Zeist
Naam | Vereniging Zendingsgenootschap der Evangelische Broedergemeente te Zeist |
Naamsvarianten |
|
Periode | 1793-2011 |
Denominatie | Evangelische Broeder Gemeente |
Org | Zending |
Korte geschiedenis | De Hernhutters ontstonden in 1722 in Saksen (Oost-Duitsland) als een opwekkingsbeweging die interdenominationeel wilde zijn maar desondanks uitgroeide tot een kerk die over de hele wereld vestigingen heeft. In Nederlanden vestigden de Hernhutters zich in 1736, later werd Zeist de voornaamste vestiging. Vanaf het begin deden zij veel aan zending 'onder de heidenen'. (Christelijke Encyclopedie (2005), lemma Hernhutters). In Suriname ving men aan in 1735 onder de Indianen. De Sociëteit van Suriname, de eigenaar van de kolonie, verbood echter zending onder de zwarte slaven op de talrijke plantages. Wel was men vanaf 1765 actief onder de Marrons, de Afro-Surinamers die als slaven uit de plantages ontsnapt waren en zich in het oerwoud hadden gevestigd. Zij en hun afstammelingen woonden in dorpen. Een meer vaste vorm kreeg de zending door de oprichting in 1793 van het Zeister Zendingsgenootschap (ZZG). In dat jaar werd de eerste school voor slavenkinderen opgericht, in 1830 kreeg het ZZG toestemming om zendingswerk te verrichten onder de slaven. Vanaf dat jaar tot 1928 werd de zending van de Evangelische Broedergemeente officieel vanuit Herrnhut geleid. In dat jaar werd het Zeister Zendingsgenootschap tenslotte volledig verantwoordelijk voor het zendingswerk. Verreweg de grootste inspanningen werden verricht in Suriname. Met de zending in Oegstgeest werd zelfs afgesproken dat het ZZG de exclusieve verantwoordelijkheid kreeg voor de protestantse zending in Suriname. Bij het zendingswerk werd onderscheid gemaakt tussen Marrons (in oudere teksten (bos)negers genoemd), Indianen, Hindoestanen, Javanen en Chinezen. |
Organisatie | De vereniging werd in 1793 opgericht als hulpgenootschap ter ondersteuning van de zending die door de Evangelische Broedergemeente vanuit Herrnhut werd bedreven. De vereniging stond onder supervisie van het Missions-departement, sinds 1899 de Missions-Direktion, de voor de zending verantwoordelijke organen te Berthelsdorf, later Herrnhut. Er bestond verder een nauwe relatie met de Evangelische Broedergemeente te Zeist. Alleen broeders van de gemeente konden lid worden van het ZZG en het bestuur bestond voornamelijk uit functionarissen van de gemeente. In 1928 werd het Zeister Zendingsgenootschap een zelfstandige organisatie en kon iedereen die bereid was f 10,- te betalen lid worden. Het bestuur van de vereniging was verantwoording schuldig aan de ledenvergadering. Van 1928 tot 1953 bestond er een Raad van Bijstand, waarin naast leden van het ZZG ook personen uit andere kringen zitting namen. In 1963 herkreeg het genootschap zijn oude status van hulpgenootschap door het zelfstandig worden van Suriname als kerkprovincie. |
Doelstelling |
|
Taken en activiteiten |
|
Voorloper |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Bronnenpublicatie |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bronnen met verslaglegging | Jaar- en andere periodieke verslagen
53. Jaarverslagen, 1848-1858. In het Duits. Gedeeltelijk concepten. 6 katerns
54. Jaarverslagen, 1868, 1874/75, 1881, 1885-1890, 1894, 1903-1908, 1930-1962. 1 pak
771. Jaarverslagen van de negergemeente te Paramaribo, 1845, 1882. 2 katernen
805. Jaarverslagen over de werkzaamheden in de gevangenis van Paramaribo, 1912‑1915, 1918‑1919. 1 omslag
827. Verslag van het werk op de plantage Charlottenburg over het jaar 1845 door de zendelingen Hans Jurgen Bleichen, Johann Gottlieb Stanke en Johan Gustav Ferdinand Jansa. 1 katern
828. Verslag van het werk op de post Salem (plantage Clyde) over het jaar 1845 door Johann Heinrich Jacobs. 1 katern
829. Verslag van het werk op de plantage Rust en Werk over het jaar 1845 door het zendelingenechtpaar Johann Gottlieb Wunsche. 2 katernen
831. Overzicht door Johann Gottfried Menze van zijn werkzaamheden als zendeling in Suriname vanaf 1850, in het bijzonder op de zendingspost Clevia (1859‑1881), 1882. 1 omslag
835. Jaarverslagen van het Cottica‑district (Charlottenburg en buitenposten) en de van daaruit bedreven boslandzending, 1909‑1940, 1944, 1946, 1951‑1953. 1 pak
836. Verslag door Herman Bielke van zijn reis door het Cottica‑district en het district aan de Boven‑Commewijne, 1935. 1 omslag
837. Verslag door Walther Baudert van een reis gemaakt door hem en H.G. Steinberg naar het gebied van de Cottica (district en bosland) en Moengo, 1937. 1 omslag
840. Verslag door Gustav Gill, zendeling te Charlottenburg, van zijn reis naar de gemeente te Nieuw‑Meerzorg, (1930). 1 stuk
1063. Verslag over de eerste 10 jaar van het bestaan van de Annieschool voor Brits‑Indische kinderen te Paramaribo, uitgebracht door Theodor Wenzel, hoofd van de Brits‑Indiërszending, 1915. 1 omslag
1096. Diverse verslagen van zendelingen over het medische werk in de boslandzending, 1933‑1940. 1 omslag
Dagboeken en journalen van zendelingen
57. Dagboek door Heinrich Barth van zijn werkzaamheden als secretaris, 1920 aug. 6 – 1922 juli 28. 4 katerns
918. Dagboek en overzicht van activiteiten van Johannes Clausen, hoofd van de Boslandzending, 1910 mei 23 ‑ 1911 juli 20. 1 deel
1045‑1046. Diarium van de inspecteur van de scholen; 1864‑1905. 2 delen
Dagboeken Zuid-Afrika
1143‑1146. Diaria, dagboeken van de zending onder de Hottentotten te Baviaanskloof, 1792‑1805. 1 deel en 3 omslagen
1143. 1792 nov. 23 ‑ 1795 febr. 28
1144. 1795 maart 1 ‑ 1796 maart 14
1145. 1803 mei 1 ‑ 1805 mei 16
1146. 1792 nov. 23‑ 1798 febr. 28. Nederlands.
1329-b. Dagboek- en andere aantekeningen van H.G. Steinberg voor het verslag van zijn visitatiereis naar Zuid-Afrika, 1955. 1 omslag
Conferenties van zendelingen
455. Notulen van de conferentie van buitenlandse zendelingen, vanaf 1916 Zendingsconferentie, 1911‑1918, alsmede de agenda’s voor de jaren 1923 en 1924. 1 pak
456. Notulen van vergaderingen van zendingspredikanten van de E.B.G in Suriname, 1956. 1 omslag
457. Notulen van vergaderingen van de Zendingsraad van de E.B.G. in Suriname (vergaderingen van zendelingen in Suriname) 1957-1961. Gestencild. 1 omslag
914. Notulen van vergaderingen van de "Rivierenconferenties" [zending onder de Marrons] , 1953-1954. 1 omslag
915. Notulen van vergaderingen van het bestuur van de Boslandzending, de zgn. Boslandconferentie [zending onder de Marrons], 1957‑1962. 1 omslag
981. Notulen van vergaderingen van de Brits‑Indiërs Conferentie, vanaf 1954 Hindoestaanse Conferentie, 1928‑1940, 1952, 1954-1961. 1 omslag
1005. Notulen van vergaderingen van de Javanen Conferentie, 1927-1939. 1 omslag
Inspectierapporten
966. Verslagen van inspectiereizen naar de gemeenten aan de Cottica en Adjoemakondre aan de Coermotibo, 1959‑1962. 1 omslag
964. Verslagen van inspectiereizen naar de gemeenten in het Coppename‑district, 1959‑1961. 1 omslag
1050. Reisverslagen van de inspecteur van de scholen, 1928‑1942. 1 omslag
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Archivalie elders | In het archief van de Samenwerkende Zendingscorporaties (inv. nr. 3207) bevinden zich de dagboeken van een van de eerste door Nederland uitgezonden zendelingen, Supper (ook wel Süpper). Deze had een relatie met het ZZG. De dagboeken bestrijken de periode 1811-1812. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opmerkingen |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Groot |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | De Hernhutters ontstonden in 1722 in Saksen (Oost-Duitsland) als een opwekkingsbeweging die interdenominationeel wilde zijn maar desondanks uitgroeide tot een kerk die over de hele wereld vestigingen heeft. In Nederlanden vestigden de Hernhutters zich in 1736, later werd Zeist de voornaamste vestiging. Vanaf het begin deden zij veel aan zending 'onder de heidenen'. (Christelijke Encyclopedie (2005), lemma Hernhutters). In Suriname ving men aan in 1735 onder de Indianen. De Sociëteit van Suriname, de eigenaar van de kolonie, verbood echter zending onder de zwarte slaven op de talrijke plantages. Wel was men vanaf 1765 actief onder de Marrons, de Afro-Surinamers die als slaven uit de plantages ontsnapt waren en zich in het oerwoud hadden gevestigd. Zij en hun afstammelingen woonden in dorpen. Een meer vaste vorm kreeg de zending door de oprichting in 1793 van het Zeister Zendingsgenootschap (ZZG). In dat jaar werd de eerste school voor slavenkinderen opgericht, in 1830 kreeg het ZZG toestemming om zendingswerk te verrichten onder de slaven. Vanaf dat jaar tot 1928 werd de zending van de Evangelische Broedergemeente officieel vanuit Herrnhut geleid. In dat jaar werd het Zeister Zendingsgenootschap tenslotte volledig verantwoordelijk voor het zendingswerk. Verreweg de grootste inspanningen werden verricht in Suriname. Met de zending in Oegstgeest werd zelfs afgesproken dat het ZZG de exclusieve verantwoordelijkheid kreeg voor de protestantse zending in Suriname. Bij het zendingswerk werd onderscheid gemaakt tussen Marrons (in oudere teksten (bos)negers genoemd), Indianen, Hindoestanen, Javanen en Chinezen. |
Organisatie | De vereniging werd in 1793 opgericht als hulpgenootschap ter ondersteuning van de zending die door de Evangelische Broedergemeente vanuit Herrnhut werd bedreven. De vereniging stond onder supervisie van het Missions-departement, sinds 1899 de Missions-Direktion, de voor de zending verantwoordelijke organen te Berthelsdorf, later Herrnhut. Er bestond verder een nauwe relatie met de Evangelische Broedergemeente te Zeist. Alleen broeders van de gemeente konden lid worden van het ZZG en het bestuur bestond voornamelijk uit functionarissen van de gemeente. In 1928 werd het Zeister Zendingsgenootschap een zelfstandige organisatie en kon iedereen die bereid was f 10,- te betalen lid worden. Het bestuur van de vereniging was verantwoording schuldig aan de ledenvergadering. Van 1928 tot 1953 bestond er een Raad van Bijstand, waarin naast leden van het ZZG ook personen uit andere kringen zitting namen. In 1963 herkreeg het genootschap zijn oude status van hulpgenootschap door het zelfstandig worden van Suriname als kerkprovincie. |
Doelstelling |
|
Taken en activiteiten |
|
Voorloper |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Bronnenpublicatie |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bronnen met verslaglegging | Jaar- en andere periodieke verslagen
53. Jaarverslagen, 1848-1858. In het Duits. Gedeeltelijk concepten. 6 katerns
54. Jaarverslagen, 1868, 1874/75, 1881, 1885-1890, 1894, 1903-1908, 1930-1962. 1 pak
771. Jaarverslagen van de negergemeente te Paramaribo, 1845, 1882. 2 katernen
805. Jaarverslagen over de werkzaamheden in de gevangenis van Paramaribo, 1912‑1915, 1918‑1919. 1 omslag
827. Verslag van het werk op de plantage Charlottenburg over het jaar 1845 door de zendelingen Hans Jurgen Bleichen, Johann Gottlieb Stanke en Johan Gustav Ferdinand Jansa. 1 katern
828. Verslag van het werk op de post Salem (plantage Clyde) over het jaar 1845 door Johann Heinrich Jacobs. 1 katern
829. Verslag van het werk op de plantage Rust en Werk over het jaar 1845 door het zendelingenechtpaar Johann Gottlieb Wunsche. 2 katernen
831. Overzicht door Johann Gottfried Menze van zijn werkzaamheden als zendeling in Suriname vanaf 1850, in het bijzonder op de zendingspost Clevia (1859‑1881), 1882. 1 omslag
835. Jaarverslagen van het Cottica‑district (Charlottenburg en buitenposten) en de van daaruit bedreven boslandzending, 1909‑1940, 1944, 1946, 1951‑1953. 1 pak
836. Verslag door Herman Bielke van zijn reis door het Cottica‑district en het district aan de Boven‑Commewijne, 1935. 1 omslag
837. Verslag door Walther Baudert van een reis gemaakt door hem en H.G. Steinberg naar het gebied van de Cottica (district en bosland) en Moengo, 1937. 1 omslag
840. Verslag door Gustav Gill, zendeling te Charlottenburg, van zijn reis naar de gemeente te Nieuw‑Meerzorg, (1930). 1 stuk
1063. Verslag over de eerste 10 jaar van het bestaan van de Annieschool voor Brits‑Indische kinderen te Paramaribo, uitgebracht door Theodor Wenzel, hoofd van de Brits‑Indiërszending, 1915. 1 omslag
1096. Diverse verslagen van zendelingen over het medische werk in de boslandzending, 1933‑1940. 1 omslag
Dagboeken en journalen van zendelingen
57. Dagboek door Heinrich Barth van zijn werkzaamheden als secretaris, 1920 aug. 6 – 1922 juli 28. 4 katerns
918. Dagboek en overzicht van activiteiten van Johannes Clausen, hoofd van de Boslandzending, 1910 mei 23 ‑ 1911 juli 20. 1 deel
1045‑1046. Diarium van de inspecteur van de scholen; 1864‑1905. 2 delen
Dagboeken Zuid-Afrika
1143‑1146. Diaria, dagboeken van de zending onder de Hottentotten te Baviaanskloof, 1792‑1805. 1 deel en 3 omslagen
1143. 1792 nov. 23 ‑ 1795 febr. 28
1144. 1795 maart 1 ‑ 1796 maart 14
1145. 1803 mei 1 ‑ 1805 mei 16
1146. 1792 nov. 23‑ 1798 febr. 28. Nederlands.
1329-b. Dagboek- en andere aantekeningen van H.G. Steinberg voor het verslag van zijn visitatiereis naar Zuid-Afrika, 1955. 1 omslag
Conferenties van zendelingen
455. Notulen van de conferentie van buitenlandse zendelingen, vanaf 1916 Zendingsconferentie, 1911‑1918, alsmede de agenda’s voor de jaren 1923 en 1924. 1 pak
456. Notulen van vergaderingen van zendingspredikanten van de E.B.G in Suriname, 1956. 1 omslag
457. Notulen van vergaderingen van de Zendingsraad van de E.B.G. in Suriname (vergaderingen van zendelingen in Suriname) 1957-1961. Gestencild. 1 omslag
914. Notulen van vergaderingen van de "Rivierenconferenties" [zending onder de Marrons] , 1953-1954. 1 omslag
915. Notulen van vergaderingen van het bestuur van de Boslandzending, de zgn. Boslandconferentie [zending onder de Marrons], 1957‑1962. 1 omslag
981. Notulen van vergaderingen van de Brits‑Indiërs Conferentie, vanaf 1954 Hindoestaanse Conferentie, 1928‑1940, 1952, 1954-1961. 1 omslag
1005. Notulen van vergaderingen van de Javanen Conferentie, 1927-1939. 1 omslag
Inspectierapporten
966. Verslagen van inspectiereizen naar de gemeenten aan de Cottica en Adjoemakondre aan de Coermotibo, 1959‑1962. 1 omslag
964. Verslagen van inspectiereizen naar de gemeenten in het Coppename‑district, 1959‑1961. 1 omslag
1050. Reisverslagen van de inspecteur van de scholen, 1928‑1942. 1 omslag
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Archivalie elders | In het archief van de Samenwerkende Zendingscorporaties (inv. nr. 3207) bevinden zich de dagboeken van een van de eerste door Nederland uitgezonden zendelingen, Supper (ook wel Süpper). Deze had een relatie met het ZZG. De dagboeken bestrijken de periode 1811-1812. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opmerkingen |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Groot |