Algemeene Zendingscommissie der Christelijke Gereformeerde Kerk
Naam | Algemeene Zendingscommissie der Christelijke Gereformeerde Kerk |
Periode | 1861-1892 |
Denominatie | Christelijke Gereformeerde Kerken |
Org | Zending |
Korte geschiedenis | De Commissie zond in 1873 zendelingen uit naar Java. Hoewel dit in strijd was met het ideaal van de plaatselijke kerk als zendende instantie, zag men vooralsnog geen andere mogelijkheid om iets aan zending te doen. In Batavia en Soerabaja ontstonden door de arbeid van zendelingen zendingsgemeenten, die veel moeite moesten doen om door de overheid als zelfstandige kerken te worden erkend. Het aanbod van Ds. E.W.King (1824-1885) predikant bij de Vrije Schotse Kerk, om zijn Rehobothkerkje te Meester Cornelis op Java over te nemen, moest wegens gebrek aan belangstelling worden afgewezen. Zendeling van Alphen van de Nederlandsche Gereformeerde Zendings Vereeniging werd in 1884 door de zendingscommissie overgenomen zodat, hoewel na veel strubbelingen, Soemba als zendingsterrein werd verkregen. De kerken te Batavia en Soerabaja ontvingen elk van de overheid erkenning als vereniging, maar niet als kerk, hetgeen de dolerende kerken ervoeren als een vorm van capitulatie. Na het samengaan van de Christelijke Gereformeerde Kerk en de Nederduitsche Gereformeerde Kerken in 1892 deed het plan om beide Indische gemeenten los te laten veel stof opwaaien, niet in het minst vanuit de gemeenten zelf. Bij dat samengaan was namelijk besloten: "De zending zij een gemeenschappelijke zaak der Kerken en omvatte bij den aanvang al wat tot dusver van beide zijden is gedaan". (uit: HUA, Inventaris van de Algemeene Zendingscommissie der Christelijke Gereformeerde Kerk). |
Organisatie | De zendingsarbeid werd van 1854-1872 geleid door het College van Curatoren en Docenten van de Theologische School te Kampen en van 1872-1892 door de Algemene Zendingscommissie der Christelijke Gereformeerde Kerk. Deze commissie bestond uit tien afgevaardigden, een uit elk der provinciale vergaderingen. De docenten en de in 1877 benoemde zendingsdirector waren adviserend lid van de commissie. De opleiding vond aanvankelijk in Kampen plaats, later onder leiding van zendingsdirector J.H. Donner te Leiden. Feitelijk had zich vanaf 1861 al een min of meer vaste zendingscommissie gevormd, waarin de docenten, twee curatoren en de penningmeester zitting hadden. In 1872 vond een reorganisatie plaats omdat met name de docenten steeds minder tijd hadden voor de commissie. |
Doelstelling | In het reglement van 1861 voor de Algemeene Zendingscommissie der Christelijke Gereformeerde Kerk werd bepaald:
Voor uitzending werd bepaald:
Op de Generale Synode van 1872 in Groningen werd een nieuwe commissie benoemd omdat docenten en curatoren het te druk bleken te hebben met andere zaken. Wel bleven docenten en curatoren optreden als adviseurs |
Taken en activiteiten |
|
Voorloper |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Bronnenpublicatie |
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||
Bronnen met verslaglegging | Verslaglegging en statistiek
Jaarverslagen van de zendelingen E.R. Haan, D. Huijsing en A. Bolwijn over de Christelijk Gereformeerde Zendingsgemeente te Batavia, 1877-1891 (inv. nrs. 181, 184 en 189) |
||||||||||||||||||
Archivalie elders | College van Curatoren en Docenten van de Theologische School te Kampen (1854-1872)
|
||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Interressant archief |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | De Commissie zond in 1873 zendelingen uit naar Java. Hoewel dit in strijd was met het ideaal van de plaatselijke kerk als zendende instantie, zag men vooralsnog geen andere mogelijkheid om iets aan zending te doen. In Batavia en Soerabaja ontstonden door de arbeid van zendelingen zendingsgemeenten, die veel moeite moesten doen om door de overheid als zelfstandige kerken te worden erkend. Het aanbod van Ds. E.W.King (1824-1885) predikant bij de Vrije Schotse Kerk, om zijn Rehobothkerkje te Meester Cornelis op Java over te nemen, moest wegens gebrek aan belangstelling worden afgewezen. Zendeling van Alphen van de Nederlandsche Gereformeerde Zendings Vereeniging werd in 1884 door de zendingscommissie overgenomen zodat, hoewel na veel strubbelingen, Soemba als zendingsterrein werd verkregen. De kerken te Batavia en Soerabaja ontvingen elk van de overheid erkenning als vereniging, maar niet als kerk, hetgeen de dolerende kerken ervoeren als een vorm van capitulatie. Na het samengaan van de Christelijke Gereformeerde Kerk en de Nederduitsche Gereformeerde Kerken in 1892 deed het plan om beide Indische gemeenten los te laten veel stof opwaaien, niet in het minst vanuit de gemeenten zelf. Bij dat samengaan was namelijk besloten: "De zending zij een gemeenschappelijke zaak der Kerken en omvatte bij den aanvang al wat tot dusver van beide zijden is gedaan". (uit: HUA, Inventaris van de Algemeene Zendingscommissie der Christelijke Gereformeerde Kerk). |
Organisatie | De zendingsarbeid werd van 1854-1872 geleid door het College van Curatoren en Docenten van de Theologische School te Kampen en van 1872-1892 door de Algemene Zendingscommissie der Christelijke Gereformeerde Kerk. Deze commissie bestond uit tien afgevaardigden, een uit elk der provinciale vergaderingen. De docenten en de in 1877 benoemde zendingsdirector waren adviserend lid van de commissie. De opleiding vond aanvankelijk in Kampen plaats, later onder leiding van zendingsdirector J.H. Donner te Leiden. Feitelijk had zich vanaf 1861 al een min of meer vaste zendingscommissie gevormd, waarin de docenten, twee curatoren en de penningmeester zitting hadden. In 1872 vond een reorganisatie plaats omdat met name de docenten steeds minder tijd hadden voor de commissie. |
Doelstelling | In het reglement van 1861 voor de Algemeene Zendingscommissie der Christelijke Gereformeerde Kerk werd bepaald:
Voor uitzending werd bepaald:
Op de Generale Synode van 1872 in Groningen werd een nieuwe commissie benoemd omdat docenten en curatoren het te druk bleken te hebben met andere zaken. Wel bleven docenten en curatoren optreden als adviseurs |
Taken en activiteiten |
|
Voorloper |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Bronnenpublicatie |
|
||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||
Bronnen met verslaglegging | Verslaglegging en statistiek
Jaarverslagen van de zendelingen E.R. Haan, D. Huijsing en A. Bolwijn over de Christelijk Gereformeerde Zendingsgemeente te Batavia, 1877-1891 (inv. nrs. 181, 184 en 189) |
||||||||||||||||||
Archivalie elders | College van Curatoren en Docenten van de Theologische School te Kampen (1854-1872)
|
||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Interressant archief |