Missionarissen van het Goddelijk Woord (SVD)
Naam | Missionarissen van het Goddelijk Woord (SVD) |
Naamsvarianten |
|
Periode | 1875-2011 |
Denominatie | rooms-katholiek |
Org | Missie |
Korte geschiedenis | De congregatie Het Gezelschap van het Goddelijk Woord (SVD) werd gesticht in 1875 door Arnold Janssen (1837-1909), priester van het bisdom Munster. Vanaf het begin was zij bedoeld als een congregatie die overal ter wereld zou gaan missioneren. Het was ook de eerste Duitse missie-congregatie. Janssen bouwde een missiehuis in Steyl bij Venlo, omdat in Duitsland de Kulturkampf het werken voor orden en congregaties bemoeilijkte en velen daarom uitweken naar aangrenzende landen. In 1900 werd de congregatie kerkelijk goedgekeurd. Janssen stichtte in 1889 samen met Helena Stollenwerk ook de congregatie van de Missiezusters Dienaressen van de H Geest en in 1896, als contemplatieve tak, de Dienaressen van de H Geest van Altijddurende Aanbidding . De eerstgenoemde congregatie werd wegens haar habijt ook wel aangeduid als de blauwe zusters, de laatstgenoemde als de roze zusters. De congregatie SVD telt thans ongeveer 5.000 leden (mededeling Peter van de Wiel, archivaris van de congregatie, 29 juli 2009). Het Gezelschap heeft veel werk gemaakt van verspreiding van gedrukte publikaties. De drukkerij in Steyl, later in Uden (provincie Noord-Brabant), was een groot en modern bedrijf. Men gaf diverse tijdschriften uit waarvan de oudste de vanaf 1874 verschijnende Kleiner Herz Jesu Bote was. Vanaf 1906 verscheen het internationale tijdschrift Anthropos waaruit weer het gelijknamige instituut ontstond. De congregatie stimuleerde haar leden om antropologische, etnologische en taalkundige studies te verrichten en deze te publiceren. Congregatie en instituut hebben veel betekend voor de wetenschap van de missiologie. Het missiemuseum, dat in 1889 in Steyl werd geopend, was een van de eerste in zijn soort . De SVD was ook de eerste missiecongregatie in Nederland met een nieuw type opleidingsschool voor priesterreligieuzen volledig gericht op missiearbeid. Hoewel de congregatie bedoeld was voor Duitse mannen, trok men vanaf het begin ook Nederlandse roepingen. Tot aan de oprichting van een zelfstandige Nederlandse provincie in 1910 begonnen 130 Nederlanders aan de studie in Steyl, waarvan er 17 uiteindelijk SVD-er werden en 12 elders tot priester werden gewijd. Tot 1910 meldden zich 56 Nederlanders aan om broeder te worden, van wie er 15 eeuwige geloften aflegden .
De missie De congregatie is overal op de wereld werkzaam geweest en was dus niet gespecialiseerd in een bepaald gebied. Het eerste missiegebied was China, daarop volgenden vele anderen. In Ned. Indië was SVD getalsmatig bezien in 1940 de grootste missiecongregatie (Boelaars, Indonesianisasie, appendix 2, p. 416-417). Het gezelschap concentreerde zich op Flores waar uitstekende resultaten werden geboekt.
China In 1879 vertrokken er reeds missionarissen naar China. SVD nam van de Franciscanen het dicht bevolkte Zuid-Shandong (oude spelling Shantoeng) over. De leiders van deze missie waren de uit Zuid-Tirol afkomstige pater Jozef Freinademetz (1852-1908) en bisschop Johann Anzer (1851-1903). In 1885 werd Zuid-Shandong verheven tot vicariaat. Aan deze missie namen ook Nederlanders deel onder andere pater Th. Vilsterman, Jan Buis en Piet Noyen. In 1906 had men de volgende resultaten geboekt: 35.000 katholieken, 36.000 katechumenen, 46 Europese en 12 Chinese priesters. Alle buitenlandse missionarissen moesten na de communistische omwenteling in 1949 uiteindelijk het land verlaten (Derix, Brengers van de boodschap, 295-296).
Ned. Indië/Indonesië De missiegebieden in Indonesië werden voornamelijk bediend door missionarissen van de Nederlandse provincie. De congregatie nam vanaf 1912 de missie op Flores en omgeving van de Jezuïeten over dat in 1922 het apostolisch vicariaat van de Kleine Soenda-eilanden zou worden en waarvan in 1936 het apostolisch vicariaat Timor werd afgescheiden. In 1914 werd Larantoeka de hoofdzetel. In dit gebied werden de missionarissen bijgestaan door de Dienaressen van de H Geest, Uden-Baexem (Derix, Brengers van de boodschap, 386-388). In 1940 werkten er 197 SVD-ers in Ned. Indië (Boelaars, Indonesianisasi, 416). Het apostolisch vicariaat van de Kleine Soenda-Eilanden werd in 1951 opgesplitst in de vicariaten Ende, Larantoeka en Roeteng. In 1950 werd de apostolische prefectuur van Den Pasar opgericht met de eilanden Bali en Lombok (Boelaars, Indonesianisasi, 432). SVD was in 1960 nog actief op Timor en in een parochie van Jakarta.
Overige gebieden SVD missioneerde in Argentinië (vanaf 1889, aanvankelijk bedoeld als zielzorg voor Duitse emigranten), Togo (vanaf 1892, tot 1918 een Duitse kolonie, in dat jaar vertrokken de missionarissen van SVD weer), Brazilië (vanaf 1895), Papoea Nieuw Guinea (vanaf 1896), Chili (vanaf 1900), de Filippijnen (vanaf 1909), Paraguay (vanaf 1910), Moçambique (van 1911 tot 1919), India (vanaf 1932), Ghana (vanaf 1938), Belgisch Congo (in 1951 overgenomen van de Jezuïeten) en Taiwan (vanaf 1954). Na 1960 werden nog toegevoegd: Colombia, Ecuador, Australië, de Ver. Staten en Canada. Willemsen meldt nog dat er in Japan gewerkt werd.
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 18-19, Willemsen, I, par. 1-18, Pius-almanak 1960/61, 402-402 en 474-475, Derix, Brengers van de boodschap en bezoekverslag KAN 1997.
|
Organisatie | De congregatie Vanaf het begin kende de congregatie broeders en paters. Bij de dood van de stichter in 1909 telde zij 430 paters, 588 broeders en 685 priesterstudenten. Hiervan werkten er 293 paters en 137 broeders in de missie. Aanvankelijk droeg de congregatie een zeer Duits karakter. In 1928 kwamen de meeste leden uit Duitsland, Oostenrijk, Polen en Slowakije. Nederlandse mannen sloten zich spoedig bij de nieuwe congregatie aan. Thans komen de meeste leden uit Azië en is de generaal-overste een Filippino. (mededeling Peter van de Wiel, archivaris van het Gezelschap, 29 juli 2009) In 1911 werd in Uden de Nederlandse afdeling opgericht. Sinds 1924 is er een Nederlandse provincie. Overigens behoorde het moederhuis St. Michael te Steyl tot de Duitse provincie. De congregatie werd bestuurd door een zogenaamde superior generalis (generaal overste) aanvankelijk in Steyl, later in Rome, die wordt bijgestaan door vier raadsleden, consultatores genaamd. Zij worden allen elke 12 jaar door het generaal kapittel gekozen. De Nederlandse rechtspersoon is Nederlandse provincie van het Gezelschap van het Goddelijk Woord. Het generalaat bevindt zich in Rome. De congregatie telt thans wereldwijd ongeveer 5.000 leden (mededeling Peter van de Wiel, 29 juli 2009). Wanneer in documenten van SVD over fraters wordt gesproken worden daaronder priesterstudenten en geen onderwijzers verstaan
De missie Alle missies en missionarissen vielen rechtstreeks onder de algemeen overste. Anders dan bij veel congregaties, waren de missiegebieden niet aan een bepaalde provincie toevertrouwd. De generaal overste besliste waar de missionarissen naar toe gezonden werden. Op de missie van de Kleine Soenda-Eilanden werkten derhalve naast Nederlandse missionarissen ook veel Duitsers en Oostenrijkers. Tussen 1912 en 1972 werden ongeveer 400 Nederlandse paters uitgezonden, terwijl tussen 1892 en 1968 72 broeders Nederland verlieten.
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 18, Pius-almanak 1960/61, 307 en 402. |
Doelstelling | Het oorspronkelijke doel van het missiehuis in Steyl was de vorming van missionarissen. Al spoedig werden deze uitgezonden waarbij de hele wereld als werkterrein werd beschouwd. Over de missie werd voorlichting gegeven en propaganda gemaakt, onder meer door het drukken en verspreiden van boeken, periodieken en kalenders. Missiewerk werd opgevat als het bewust en levendig maken van de missionaire verantwoordelijkheid van en voor de wereldkerk. |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bronnenpublicatie |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Interviews | 22 Interviews, en wel de nrs.: 18 58 59 62 85 98 129 155 174 220 261 310 314 333 348 349 469 488 500 533 634 644
|
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Archivalie elders | In het Katholiek Documentatie Centrum is onder de Verzameling Losse Archivalia (LARC) te vinden:
LARC 2255. Brief aan Paus Pius XII van Prof. Duynstee, rector magnificus van de Katholieke Universiteit te Nijmegen, met het verzoek het proces der Zaligverklaring van pater A. Jansen, stichter van de Societas Verbi Divini (SVD), te bespoedigen. Afschrift. 1940. Verder is daar te vinden "L. Quaaden" [niet in KDC-archievenoverzicht!], zie afzonderlijk format
Zie voor de Chinese missie ook: www.china-zentrum.de
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opmerkingen | Overzichten over de missiegebieden zijn te vinden in de publicatie vanuit het generalaat Arnoldus-nota. Een deel van de archiefstukken van vóór de Tweede Wereldoorlog is in het Duits geschreven, recente stukken soms in het Engels. De correspondentie van de stichter Arnoldus Janssen is voor een deel uitgegeven in de serie Verbum Supplementum/Analecta onder meer de brieven met de missies in China en Nieuw Guinea.
Een bekend van de orde was de theoloog en etnoloog prof. dr. B.A.G. Vroklage. Zie over hem een In Memoriam door Alph. Mulders. Geboren 1897 in Oldemarkt (O). Ingetreden in de congregatie in 1919, priesterwijding 1924 in Teteringen, promotie in Rome in de theologie in 1930, in 1933 nogmaals promotie in Wenen in de etnologie en de godsdienstwetenschap. 1936-1938 etnologische reis naar Timor en Flores. In 1948 benoemd tot buitengewoon hoogleraar te Nijmegen bij het Missiologisch Instituut met als leeropdracht volkenkunde. Overleden na een auto-ongeluk op 7 oktober 1951. Redacteur van Het Missiewerk, lid van het Anthropos-Instituut en medewerker aan het tijdschrift Anthropos. Publiceerde o.a. in 1936 Die sozialen Verhältnisse Indonesiens, eine kulturgeschichtliche Untersuchung (dl. I Borneo, Celebes en de Molukken; Münster 1936) (Het Missiewerk, 30 (1951)235-238)
website: www.svdcuria.org/ e-mail: svd.generalate@verbodivino.it |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Groot |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | De congregatie Het Gezelschap van het Goddelijk Woord (SVD) werd gesticht in 1875 door Arnold Janssen (1837-1909), priester van het bisdom Munster. Vanaf het begin was zij bedoeld als een congregatie die overal ter wereld zou gaan missioneren. Het was ook de eerste Duitse missie-congregatie. Janssen bouwde een missiehuis in Steyl bij Venlo, omdat in Duitsland de Kulturkampf het werken voor orden en congregaties bemoeilijkte en velen daarom uitweken naar aangrenzende landen. In 1900 werd de congregatie kerkelijk goedgekeurd. Janssen stichtte in 1889 samen met Helena Stollenwerk ook de congregatie van de Missiezusters Dienaressen van de H Geest en in 1896, als contemplatieve tak, de Dienaressen van de H Geest van Altijddurende Aanbidding . De eerstgenoemde congregatie werd wegens haar habijt ook wel aangeduid als de blauwe zusters, de laatstgenoemde als de roze zusters. De congregatie SVD telt thans ongeveer 5.000 leden (mededeling Peter van de Wiel, archivaris van de congregatie, 29 juli 2009). Het Gezelschap heeft veel werk gemaakt van verspreiding van gedrukte publikaties. De drukkerij in Steyl, later in Uden (provincie Noord-Brabant), was een groot en modern bedrijf. Men gaf diverse tijdschriften uit waarvan de oudste de vanaf 1874 verschijnende Kleiner Herz Jesu Bote was. Vanaf 1906 verscheen het internationale tijdschrift Anthropos waaruit weer het gelijknamige instituut ontstond. De congregatie stimuleerde haar leden om antropologische, etnologische en taalkundige studies te verrichten en deze te publiceren. Congregatie en instituut hebben veel betekend voor de wetenschap van de missiologie. Het missiemuseum, dat in 1889 in Steyl werd geopend, was een van de eerste in zijn soort . De SVD was ook de eerste missiecongregatie in Nederland met een nieuw type opleidingsschool voor priesterreligieuzen volledig gericht op missiearbeid. Hoewel de congregatie bedoeld was voor Duitse mannen, trok men vanaf het begin ook Nederlandse roepingen. Tot aan de oprichting van een zelfstandige Nederlandse provincie in 1910 begonnen 130 Nederlanders aan de studie in Steyl, waarvan er 17 uiteindelijk SVD-er werden en 12 elders tot priester werden gewijd. Tot 1910 meldden zich 56 Nederlanders aan om broeder te worden, van wie er 15 eeuwige geloften aflegden .
De missie De congregatie is overal op de wereld werkzaam geweest en was dus niet gespecialiseerd in een bepaald gebied. Het eerste missiegebied was China, daarop volgenden vele anderen. In Ned. Indië was SVD getalsmatig bezien in 1940 de grootste missiecongregatie (Boelaars, Indonesianisasie, appendix 2, p. 416-417). Het gezelschap concentreerde zich op Flores waar uitstekende resultaten werden geboekt.
China In 1879 vertrokken er reeds missionarissen naar China. SVD nam van de Franciscanen het dicht bevolkte Zuid-Shandong (oude spelling Shantoeng) over. De leiders van deze missie waren de uit Zuid-Tirol afkomstige pater Jozef Freinademetz (1852-1908) en bisschop Johann Anzer (1851-1903). In 1885 werd Zuid-Shandong verheven tot vicariaat. Aan deze missie namen ook Nederlanders deel onder andere pater Th. Vilsterman, Jan Buis en Piet Noyen. In 1906 had men de volgende resultaten geboekt: 35.000 katholieken, 36.000 katechumenen, 46 Europese en 12 Chinese priesters. Alle buitenlandse missionarissen moesten na de communistische omwenteling in 1949 uiteindelijk het land verlaten (Derix, Brengers van de boodschap, 295-296).
Ned. Indië/Indonesië De missiegebieden in Indonesië werden voornamelijk bediend door missionarissen van de Nederlandse provincie. De congregatie nam vanaf 1912 de missie op Flores en omgeving van de Jezuïeten over dat in 1922 het apostolisch vicariaat van de Kleine Soenda-eilanden zou worden en waarvan in 1936 het apostolisch vicariaat Timor werd afgescheiden. In 1914 werd Larantoeka de hoofdzetel. In dit gebied werden de missionarissen bijgestaan door de Dienaressen van de H Geest, Uden-Baexem (Derix, Brengers van de boodschap, 386-388). In 1940 werkten er 197 SVD-ers in Ned. Indië (Boelaars, Indonesianisasi, 416). Het apostolisch vicariaat van de Kleine Soenda-Eilanden werd in 1951 opgesplitst in de vicariaten Ende, Larantoeka en Roeteng. In 1950 werd de apostolische prefectuur van Den Pasar opgericht met de eilanden Bali en Lombok (Boelaars, Indonesianisasi, 432). SVD was in 1960 nog actief op Timor en in een parochie van Jakarta.
Overige gebieden SVD missioneerde in Argentinië (vanaf 1889, aanvankelijk bedoeld als zielzorg voor Duitse emigranten), Togo (vanaf 1892, tot 1918 een Duitse kolonie, in dat jaar vertrokken de missionarissen van SVD weer), Brazilië (vanaf 1895), Papoea Nieuw Guinea (vanaf 1896), Chili (vanaf 1900), de Filippijnen (vanaf 1909), Paraguay (vanaf 1910), Moçambique (van 1911 tot 1919), India (vanaf 1932), Ghana (vanaf 1938), Belgisch Congo (in 1951 overgenomen van de Jezuïeten) en Taiwan (vanaf 1954). Na 1960 werden nog toegevoegd: Colombia, Ecuador, Australië, de Ver. Staten en Canada. Willemsen meldt nog dat er in Japan gewerkt werd.
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 18-19, Willemsen, I, par. 1-18, Pius-almanak 1960/61, 402-402 en 474-475, Derix, Brengers van de boodschap en bezoekverslag KAN 1997.
|
Organisatie | De congregatie Vanaf het begin kende de congregatie broeders en paters. Bij de dood van de stichter in 1909 telde zij 430 paters, 588 broeders en 685 priesterstudenten. Hiervan werkten er 293 paters en 137 broeders in de missie. Aanvankelijk droeg de congregatie een zeer Duits karakter. In 1928 kwamen de meeste leden uit Duitsland, Oostenrijk, Polen en Slowakije. Nederlandse mannen sloten zich spoedig bij de nieuwe congregatie aan. Thans komen de meeste leden uit Azië en is de generaal-overste een Filippino. (mededeling Peter van de Wiel, archivaris van het Gezelschap, 29 juli 2009) In 1911 werd in Uden de Nederlandse afdeling opgericht. Sinds 1924 is er een Nederlandse provincie. Overigens behoorde het moederhuis St. Michael te Steyl tot de Duitse provincie. De congregatie werd bestuurd door een zogenaamde superior generalis (generaal overste) aanvankelijk in Steyl, later in Rome, die wordt bijgestaan door vier raadsleden, consultatores genaamd. Zij worden allen elke 12 jaar door het generaal kapittel gekozen. De Nederlandse rechtspersoon is Nederlandse provincie van het Gezelschap van het Goddelijk Woord. Het generalaat bevindt zich in Rome. De congregatie telt thans wereldwijd ongeveer 5.000 leden (mededeling Peter van de Wiel, 29 juli 2009). Wanneer in documenten van SVD over fraters wordt gesproken worden daaronder priesterstudenten en geen onderwijzers verstaan
De missie Alle missies en missionarissen vielen rechtstreeks onder de algemeen overste. Anders dan bij veel congregaties, waren de missiegebieden niet aan een bepaalde provincie toevertrouwd. De generaal overste besliste waar de missionarissen naar toe gezonden werden. Op de missie van de Kleine Soenda-Eilanden werkten derhalve naast Nederlandse missionarissen ook veel Duitsers en Oostenrijkers. Tussen 1912 en 1972 werden ongeveer 400 Nederlandse paters uitgezonden, terwijl tussen 1892 en 1968 72 broeders Nederland verlieten.
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 18, Pius-almanak 1960/61, 307 en 402. |
Doelstelling | Het oorspronkelijke doel van het missiehuis in Steyl was de vorming van missionarissen. Al spoedig werden deze uitgezonden waarbij de hele wereld als werkterrein werd beschouwd. Over de missie werd voorlichting gegeven en propaganda gemaakt, onder meer door het drukken en verspreiden van boeken, periodieken en kalenders. Missiewerk werd opgevat als het bewust en levendig maken van de missionaire verantwoordelijkheid van en voor de wereldkerk. |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bronnenpublicatie |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Interviews | 22 Interviews, en wel de nrs.: 18 58 59 62 85 98 129 155 174 220 261 310 314 333 348 349 469 488 500 533 634 644
|
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Archivalie elders | In het Katholiek Documentatie Centrum is onder de Verzameling Losse Archivalia (LARC) te vinden:
LARC 2255. Brief aan Paus Pius XII van Prof. Duynstee, rector magnificus van de Katholieke Universiteit te Nijmegen, met het verzoek het proces der Zaligverklaring van pater A. Jansen, stichter van de Societas Verbi Divini (SVD), te bespoedigen. Afschrift. 1940. Verder is daar te vinden "L. Quaaden" [niet in KDC-archievenoverzicht!], zie afzonderlijk format
Zie voor de Chinese missie ook: www.china-zentrum.de
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opmerkingen | Overzichten over de missiegebieden zijn te vinden in de publicatie vanuit het generalaat Arnoldus-nota. Een deel van de archiefstukken van vóór de Tweede Wereldoorlog is in het Duits geschreven, recente stukken soms in het Engels. De correspondentie van de stichter Arnoldus Janssen is voor een deel uitgegeven in de serie Verbum Supplementum/Analecta onder meer de brieven met de missies in China en Nieuw Guinea.
Een bekend van de orde was de theoloog en etnoloog prof. dr. B.A.G. Vroklage. Zie over hem een In Memoriam door Alph. Mulders. Geboren 1897 in Oldemarkt (O). Ingetreden in de congregatie in 1919, priesterwijding 1924 in Teteringen, promotie in Rome in de theologie in 1930, in 1933 nogmaals promotie in Wenen in de etnologie en de godsdienstwetenschap. 1936-1938 etnologische reis naar Timor en Flores. In 1948 benoemd tot buitengewoon hoogleraar te Nijmegen bij het Missiologisch Instituut met als leeropdracht volkenkunde. Overleden na een auto-ongeluk op 7 oktober 1951. Redacteur van Het Missiewerk, lid van het Anthropos-Instituut en medewerker aan het tijdschrift Anthropos. Publiceerde o.a. in 1936 Die sozialen Verhältnisse Indonesiens, eine kulturgeschichtliche Untersuchung (dl. I Borneo, Celebes en de Molukken; Münster 1936) (Het Missiewerk, 30 (1951)235-238)
website: www.svdcuria.org/ e-mail: svd.generalate@verbodivino.it |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Groot |