Ermelo’sche Zending
Naam | Ermelo’sche Zending |
Naamsvarianten |
|
Periode | 1859-1959 |
Denominatie | Vrije Evangelische Gemeente |
Org | Zending |
Korte geschiedenis | De vrije evangelische gemeenten De vrije evangelische gemeenten ontstonden in de negentiende eeuw doordat in de loop der tijd gemeenten zich afscheidden uit de Nederlandse Hervormde Kerk. Pioniers waren de voorgangers Jan de Liefde (Amsterdam), ds. H. Witteveen (Ermelo) en ds. H.J. Budding (Goes). In 1881 verenigden zij zich in een landelijke Bond van Vrije Evangelische Gemeenten. Kenmerkend voor deze kerken is de afkeer van dogmatisme, de nadruk op een persoonlijk geloof en een grote aandacht voor in- en uitwendige zending en diakonaat. Aanvankelijk was de invloed van de Réveilbeweging sterk. In 2002 waren 37 gemeenten bij de Bond aangesloten. Dezen hadden ongeveer 6.000 leden en ongeveer 2.500 gedoopte leden. De grootste gemeenten zijn die van Oldebroek en Nijverdal.
De gemeente in Ermelo Ds. H.W. Witteveen (1815-1884) scheidde zich na een conflict met de kerkelijke overheid in 1859 af en stichtte in Ermelo een eigen gemeente. De door haar uitgezonden zendelingen ontvingen geen salaris en werden verondersteld met een ambacht of bedrijf de kost te verdienen. Dit moest dan worden gecombineerd met evangelisatie. Het idee van de zendeling-werklieden bleek op den duur niet succesvol. De Bond van Vrije Evangelische Gemeenten in Nederland beschouwt de Zendingsgemeente te Ermelo als haar moedergemeente, hoewel deze sinds 1966 weer deel uitmaakt van de Nederlandse Hervormde Kerk (thans PKN). De zendingsgemeente leidde haar zendelingen zelf op, eerst door met name ds. Witteveen, later ook door zijn opvolger ds. A. Mooij.
De zending De christen-werklieden werkten in de volgende gebieden:
Nederlands Indië Sumatra (Sipirok) 1856-1860, overgenomen door de Rheinische Missionsgesellschaft) (Ankola) 1860-1863, overgenomen door het Java-comité en de Neukirchener Mission)
Talaut-eilanden (1859-1885, overgenomen door het Sangihe- en Talaut-comité)
Java (Salatiga) 1868-1884, vanaf 1884 overgenomen door de Neukirchener Mission)
Noord-Oost Afrika en Israel (1867-1868 en 1870-1885, overgenomen door Vereeniging ter verbreiding van het evangelie in Egypte’)
Zuid-Afrika (1861 - Uitzending van Lion Cachet door ds. Witteveen)
|
Organisatie | In 1872 verkreeg de zendingsgemeente rechtspersoonlijkheid. Zij werd bestuurd door een uit haar midden benoemde voorganger, samen met ouderlingen en diakenen. Gedrieën vormden zij de kerkenraad waarvan de leden voor het leven benoemd werden. Op voorstel van de kerkenraad konden zij door de mannelijke lidmaten ontslagen worden. De zendelingen werden begeleid door een zendingsraad te Ermelo, die bestond uit zendelingen, leraren en ouderlingen. Er bestond een commissie van toezicht, jaarlijks benoemd door de mannelijke lidmaten van de gemeente te Ermelo. De betekenis van de zendingsgemeente bestond vooral uit het opstarten van activiteiten, waarna die vaak werden overgenomen door grotere genootschappen. Slechts één zendeling, Reijer de Boer op Java, heeft zijn hele uitzending in dienst van Ermelo gewerkt. In Batavia bestond nog een commissie van in- en uitwendige zending die de zendelingen na hun aankomst op weg hielp. In 1919 veranderde men de naam Ermelo'sche Zendingsgemeente in Zendingsgemeente te Ermelo, hoewel de de gemeente ook wel werd aangeduid als de Witteveen-vereniging. In 1959 werd zij opgeheven. Wel was ondertussen, naast de zendingsgemeente, ook een Stichting De Zendingskerk te Ermelo opgericht (1938-heden). Sinds 1966 is deze zendingskerk weer onderdeel van de Hervormde Kerk als niet wijkgebonden gemeente. |
Doelstelling | Het doel is, om onder inwachting van Gods zegen en hulp, gemeenschappelijk zaam te werken tot het uitzenden van Zendelingen ter uitbreiding van Gods koninkrijk op aarde, waartoe ieder lid, overeenkomstig zijn vermogen, bijdraagt. (Statuten 1872, artikel 2).
(1931) Dat zij bedoelt verdediging en verdieping der Christelijke Wereldbeschouwing en tevens het brengen van het evangelie zoowel aan ontwikkelden als aan eenvoudigen [folder Pinkstercursus te Ermelo, 1931. Collectie HDC] |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||
Websites | http://www.hervormd-ermelo.nl/Zendingskerk
|
||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||
Opmerkingen | Op de jubileumsite van de zendingskerk te Ermelo staan diverse artikelen over de geschiedenis van de Ermelo'sche zending. Bert Berkhof, de huidige voorganger, werkt aan een boek verschijnen over de geschiedenis van de zendingskerk. |
||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Interressant archief |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | De vrije evangelische gemeenten De vrije evangelische gemeenten ontstonden in de negentiende eeuw doordat in de loop der tijd gemeenten zich afscheidden uit de Nederlandse Hervormde Kerk. Pioniers waren de voorgangers Jan de Liefde (Amsterdam), ds. H. Witteveen (Ermelo) en ds. H.J. Budding (Goes). In 1881 verenigden zij zich in een landelijke Bond van Vrije Evangelische Gemeenten. Kenmerkend voor deze kerken is de afkeer van dogmatisme, de nadruk op een persoonlijk geloof en een grote aandacht voor in- en uitwendige zending en diakonaat. Aanvankelijk was de invloed van de Réveilbeweging sterk. In 2002 waren 37 gemeenten bij de Bond aangesloten. Dezen hadden ongeveer 6.000 leden en ongeveer 2.500 gedoopte leden. De grootste gemeenten zijn die van Oldebroek en Nijverdal.
De gemeente in Ermelo Ds. H.W. Witteveen (1815-1884) scheidde zich na een conflict met de kerkelijke overheid in 1859 af en stichtte in Ermelo een eigen gemeente. De door haar uitgezonden zendelingen ontvingen geen salaris en werden verondersteld met een ambacht of bedrijf de kost te verdienen. Dit moest dan worden gecombineerd met evangelisatie. Het idee van de zendeling-werklieden bleek op den duur niet succesvol. De Bond van Vrije Evangelische Gemeenten in Nederland beschouwt de Zendingsgemeente te Ermelo als haar moedergemeente, hoewel deze sinds 1966 weer deel uitmaakt van de Nederlandse Hervormde Kerk (thans PKN). De zendingsgemeente leidde haar zendelingen zelf op, eerst door met name ds. Witteveen, later ook door zijn opvolger ds. A. Mooij.
De zending De christen-werklieden werkten in de volgende gebieden:
Nederlands Indië Sumatra (Sipirok) 1856-1860, overgenomen door de Rheinische Missionsgesellschaft) (Ankola) 1860-1863, overgenomen door het Java-comité en de Neukirchener Mission)
Talaut-eilanden (1859-1885, overgenomen door het Sangihe- en Talaut-comité)
Java (Salatiga) 1868-1884, vanaf 1884 overgenomen door de Neukirchener Mission)
Noord-Oost Afrika en Israel (1867-1868 en 1870-1885, overgenomen door Vereeniging ter verbreiding van het evangelie in Egypte’)
Zuid-Afrika (1861 - Uitzending van Lion Cachet door ds. Witteveen)
|
Organisatie | In 1872 verkreeg de zendingsgemeente rechtspersoonlijkheid. Zij werd bestuurd door een uit haar midden benoemde voorganger, samen met ouderlingen en diakenen. Gedrieën vormden zij de kerkenraad waarvan de leden voor het leven benoemd werden. Op voorstel van de kerkenraad konden zij door de mannelijke lidmaten ontslagen worden. De zendelingen werden begeleid door een zendingsraad te Ermelo, die bestond uit zendelingen, leraren en ouderlingen. Er bestond een commissie van toezicht, jaarlijks benoemd door de mannelijke lidmaten van de gemeente te Ermelo. De betekenis van de zendingsgemeente bestond vooral uit het opstarten van activiteiten, waarna die vaak werden overgenomen door grotere genootschappen. Slechts één zendeling, Reijer de Boer op Java, heeft zijn hele uitzending in dienst van Ermelo gewerkt. In Batavia bestond nog een commissie van in- en uitwendige zending die de zendelingen na hun aankomst op weg hielp. In 1919 veranderde men de naam Ermelo'sche Zendingsgemeente in Zendingsgemeente te Ermelo, hoewel de de gemeente ook wel werd aangeduid als de Witteveen-vereniging. In 1959 werd zij opgeheven. Wel was ondertussen, naast de zendingsgemeente, ook een Stichting De Zendingskerk te Ermelo opgericht (1938-heden). Sinds 1966 is deze zendingskerk weer onderdeel van de Hervormde Kerk als niet wijkgebonden gemeente. |
Doelstelling | Het doel is, om onder inwachting van Gods zegen en hulp, gemeenschappelijk zaam te werken tot het uitzenden van Zendelingen ter uitbreiding van Gods koninkrijk op aarde, waartoe ieder lid, overeenkomstig zijn vermogen, bijdraagt. (Statuten 1872, artikel 2).
(1931) Dat zij bedoelt verdediging en verdieping der Christelijke Wereldbeschouwing en tevens het brengen van het evangelie zoowel aan ontwikkelden als aan eenvoudigen [folder Pinkstercursus te Ermelo, 1931. Collectie HDC] |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||
Websites | http://www.hervormd-ermelo.nl/Zendingskerk
|
||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||
Opmerkingen | Op de jubileumsite van de zendingskerk te Ermelo staan diverse artikelen over de geschiedenis van de Ermelo'sche zending. Bert Berkhof, de huidige voorganger, werkt aan een boek verschijnen over de geschiedenis van de zendingskerk. |
||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Interressant archief |