Catechisten van Breda
Naam | Catechisten van Breda |
Naamsvarianten |
|
Periode | 1928-2011 |
Denominatie | rooms-katholiek |
Org | Missie |
Korte geschiedenis | De congregatie De Catechisten van Breda komen voort uit de beweging van Eucharistische Kruistocht. Deze ontstond in 1914 als een beweging voor kinderen en had als doel een verdieping van het geloofsleven. De Heilige Communie en de beoefening van de naastenliefde stonden centraal. Deze laatste kon worden gerealiseerd door sociaal werk in de brede zin van het woord. De priester had bij dit alles een leidende rol. Deze Kruistocht werd in België in 1920 opgericht door de Vlaamse priester Edward Poppe (1890-1925). De priester Frans (F.B.J.) Frencken (1886-1946) in Oosterhout (provincie Noord-Brabbant) raakte geïnspireerd door Poppes Eucharistisch Catechistenboek. Poppe zelf bemoeide zich nadrukkelijk met de oprichting van de Nederlandse tak van de beweging. De nieuwe vereniging moet worden gezien binnen het kader van de opkomst van lekenbewegingen in die periode en een toenemende ijver om andersdenkenden tot het katholicisme te bekeren. Achtergrond was het sterk groeiende zelfvertrouwen van de Nederlandse katholieke zuil. Zonder steun en bescherming van geestelijken was het echter voor vrouwen niet mogelijk om een erkende religieuze gemeenschap te beginnen. Frencken wilde ‘priesterschap der vrouw’ in het verlengde van zijn gezinsdenken. Hij schreef vrouwen een grote rol toe bij de herkerstening en het verstevigen van de bestaande gezagsverhoudingen. Al voor de officiële oprichting waren er vrouwen in gemeenschapsverband actief voor de Eucharistische Kruistocht en waren er plannen voor een vereniging van vrouwen die zich hieraan volledig zouden wijden. De (Nederlandse) Vereniging van Catechisten is officieel opgericht én canoniek erkend op 8 december 1928. Angeline de Beukelaar werd al in 1926 benoemd tot overste. Zij onderhield persoonlijke contacten met Poppe en was van gegoede afkomst. In 1928 vestigde men zich in kasteel Bouvigne bij Breda.
De missie Nederlands Nieuw Guinea In 1959 vertrok de eerste catechiste naar de missie in Nederlands Nieuw-Guinea, namelijk maatschappelijk werkster Annie Koch. De catechisten waren ingegaan op het dringend verzoek van mgr. Tillemans msc, apostolisch vicaris van Merauke. De voormalige directeur van Bouvigne, A. de Graauw, behoorde tot dezelfde congregatie en was in 1958 naar Kelapa Lima in Zuid Nieuw-Guinea vertrokken. Met steun van Tillemans nodigde hij persoonlijk de Catechisten uit. Eerder waren door toedoen van De Graauw al leken-gezinsverzorgsters, opgeleid te Bouvigne door de Catechisten, naar Merauke gekomen voor de leiding van twee jongensinternaten. De uitnodiging aan de Catechisten kan geplaatst worden in het streven van de Nederlandse overheid de Papoea’s op te leiden voor begeleide onafhankelijkheid,. Onderwijs en gezondheidszorg speelden daarin een grote rol. Katholieke en Protestantse missiewerkers konden voor dit doel worden ingezet. De Catechisten richtten zich op de autochtone bevolking in Kelapa Lima via individuele en materiële hulpverlening en groepswerk gericht op Papoea-vrouwen en meisjes. De Papoea-vrouwen moesten worden opgevoed naar het ideaal van een beschaafd, op westerse normen geënt gezinsleven. Het oorspronkelijke plan was om deze missie af te handelen met één catechiste die na drie jaar weer zou vertrekken na het werk te hebben overgedragen aan Papoea-leken en –zusters, maar dit bleek te ambitieus. In plaats daarvan vertrok in 1962 versterking vanuit Nederland. De latere ontwikkelingen vallen buiten het bestek van deze gids.
Brazilië Het besluit om te gaan missioneren in Brazilië viel in 1961. Deze missie valt derhalve buiten het bestek van het Repertorium.
Alle informatie, ten zij anders vermeld, is geput uit: Katholieke Encyclopaedie 1935, lemma 'Eucharistische kruistocht', Willemsen, I, par. 4-22, Derks en Eijt, Gezonde gezinnen, Pius-almanak 1960/61, 361.
|
Organisatie | Frencken Aanvankelijk was de Eucharistische Kruistocht (EK) vooral een beweging, waarbij de uiterlijke organisatie ondergeschikt moest blijven aan persoonlijke zelfheiliging. De EK bedoelde vooral een beweging te zijn -geen vereniging- die de bestaande kaders zou bezielen door in alle rangen en standen kernen te vormen, naar het voorbeeld van communistische celvorming . Frencken stond ook aan de wieg van de Katholieke Jeugdvereeniging. Sommigen zagen deze als een methode om meisjes die in een fabriek werkten tot kruistochter op te leiden. Vanaf 1928 richtte Frencken zijn aandacht steeds meer op de Katholieke Jeugd Vereniging, niet alleen op de gedachten erachter maar ook op de organisatie. Bij aanvang werd de Vereniging bestuurd door Frencken als directeur, maar organiseren was niet zijn sterkste kant. Angeline de Beukelaar ontwikkelde zich als overste in de meer traditionele richting van een kloosterlijke en autoritaire sfeer.
De Vereniging De Vereniging van de Catechisten was in kerkrechtelijke zin geen congregatie maar een societas (vereniging), vallend onder de bepalingen van het kerkelijk wetboek. De leden moesten jaarlijks private, in plaats van publieke, geloften van toewijding vernieuwen. Zij verbonden zich hiermee voor het leven aan het werk en de gemeenschap van de vereniging en aan de bisschop . Weliswaar bleven deze vrouwen ongehuwd, maar zij behoorden niet tot de religieuze staat van kloosterzusters, en zij maakten ook geen deel uit van een organisatie van lekenvrouwen. De Vereniging nam derhalve een tussenpositie in en verschilde op een aantal punten van congregaties. Zo waren de vrouwen niet gebonden aan een klooster en oefenden zij niet de meer traditionele liefdewerken uit, maar werkten zij midden tussen de (fabrieks)meisjes. Kenmerkend waren ook hun mobiliteit en flexibiliteit . Het generalaat en het provincialaat zijn in Nederland gevestigd geweest.
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Derks en Eijt, Gezonde gezinnen, Glorius, Frencken |
Doelstelling | Stichter Frencken had bij de oprichting van de Vereniging de visie dat fabrieksmeisjes afdwaalden van het geloof, wat slecht zou zijn voor hun toekomstige gezinnen. Geïnspireerd door de Vlaamse beweging van de Eucharistische Kruistocht wilde hij een mentaliteitsverandering bewerkstelligen door regelmatig kerkbezoek, toewijding aan de eucharistie en regelmatige communie. Het katholieke gezin moest bestand zijn tegen dreigende ontkerkelijking, met name onder sociaal zwakkeren. Hij zag de belangrijkste sociale noden van zijn tijd als een godsdienstig probleem. De EK benadrukte Eucharistie en Marie-verering en combineerde contemplatie met actie: zowel de religieuze als de sociale nood moest gelenigd worden. Als bijzonder doel van de EK werden apostolische activiteiten '(..) naar het oordeel van Z. H. Exc. de Bisschop van Breda' genoemd. Daartoe behoorden sociale activiteiten, onderwijs en wetenschap en missie- en ontwikkelingswerk. Maatschappelijk werk onder de materieel en geestelijk minstbedeelden nam een belangrijke plaats in, net als de heropvoeding van het maatschappelijk onaangepaste gezin in de zogenaamde volkswijken. Voor de Catechisten zelf werden als doelstellingen aangegeven 'Door goedheid en onderlinge liefde zichzelf heiligen en vormen in de goddelijke deugd van liefde'. |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
||||||||||||||||||||
Interviews | Geen interviews. |
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Losse archiefstukken | In het Katholiek Documentatie Centrum in de Verzameling Losse Archivalia zijn nog de volgende stukken te vinden:
LARC 1797 Brief aan Mevrouw L. Merkelbeek-van Enkhuizen te Breda, van B. Sutorius van de Vereniging van Catechisten te Arnhem 1969;
LARC 1798 Circulaires van de Vereniging van Catechisten, onder voorzitterschap van mgr. H.C.A. Ernst, bisschop te Breda 1968, 1978, 1981;
LARC 4285 Medailles en speldjes. 1854, 1908, z.j N.B.:Afkomstig van de Vereeniging van Catechisten te Breda;
LARC 4769 Brief van mej. H.E. Verwoerd aan bisschop H. Ernst houdende een verzoek tot ontslag uit de Vereniging van Catechisten te Breda. Met antwoord van de bisschop 1970;
LARC 4675 Diploma's van opleidingen voornamelijk op het gebied van sociaal en maatschappelijk werk en gezondheidszorg, uitgereikt aan diverse personen 1926-1930, 1935-1937, 1952, 1956, 1958, 1960-1962, 1965-1966, 1969, 1974, 1985 N.B.:Afkomstig van de Vereniging van Catechisten van Breda;
LARC 6623-6626 Stukken betreffende mevr. B. v.d. Bergh, lid van de Vereniging van Catechisten van de Eucharistische Kruistocht te Breda. Geordend op onderwerp
LARC 4616 Prent houdende een felicitatie voor mej. R. Mentzel bij gelegenheid van haar twaalf en een half-jarig catechistenjubileum
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Gering |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | De congregatie De Catechisten van Breda komen voort uit de beweging van Eucharistische Kruistocht. Deze ontstond in 1914 als een beweging voor kinderen en had als doel een verdieping van het geloofsleven. De Heilige Communie en de beoefening van de naastenliefde stonden centraal. Deze laatste kon worden gerealiseerd door sociaal werk in de brede zin van het woord. De priester had bij dit alles een leidende rol. Deze Kruistocht werd in België in 1920 opgericht door de Vlaamse priester Edward Poppe (1890-1925). De priester Frans (F.B.J.) Frencken (1886-1946) in Oosterhout (provincie Noord-Brabbant) raakte geïnspireerd door Poppes Eucharistisch Catechistenboek. Poppe zelf bemoeide zich nadrukkelijk met de oprichting van de Nederlandse tak van de beweging. De nieuwe vereniging moet worden gezien binnen het kader van de opkomst van lekenbewegingen in die periode en een toenemende ijver om andersdenkenden tot het katholicisme te bekeren. Achtergrond was het sterk groeiende zelfvertrouwen van de Nederlandse katholieke zuil. Zonder steun en bescherming van geestelijken was het echter voor vrouwen niet mogelijk om een erkende religieuze gemeenschap te beginnen. Frencken wilde ‘priesterschap der vrouw’ in het verlengde van zijn gezinsdenken. Hij schreef vrouwen een grote rol toe bij de herkerstening en het verstevigen van de bestaande gezagsverhoudingen. Al voor de officiële oprichting waren er vrouwen in gemeenschapsverband actief voor de Eucharistische Kruistocht en waren er plannen voor een vereniging van vrouwen die zich hieraan volledig zouden wijden. De (Nederlandse) Vereniging van Catechisten is officieel opgericht én canoniek erkend op 8 december 1928. Angeline de Beukelaar werd al in 1926 benoemd tot overste. Zij onderhield persoonlijke contacten met Poppe en was van gegoede afkomst. In 1928 vestigde men zich in kasteel Bouvigne bij Breda.
De missie Nederlands Nieuw Guinea In 1959 vertrok de eerste catechiste naar de missie in Nederlands Nieuw-Guinea, namelijk maatschappelijk werkster Annie Koch. De catechisten waren ingegaan op het dringend verzoek van mgr. Tillemans msc, apostolisch vicaris van Merauke. De voormalige directeur van Bouvigne, A. de Graauw, behoorde tot dezelfde congregatie en was in 1958 naar Kelapa Lima in Zuid Nieuw-Guinea vertrokken. Met steun van Tillemans nodigde hij persoonlijk de Catechisten uit. Eerder waren door toedoen van De Graauw al leken-gezinsverzorgsters, opgeleid te Bouvigne door de Catechisten, naar Merauke gekomen voor de leiding van twee jongensinternaten. De uitnodiging aan de Catechisten kan geplaatst worden in het streven van de Nederlandse overheid de Papoea’s op te leiden voor begeleide onafhankelijkheid,. Onderwijs en gezondheidszorg speelden daarin een grote rol. Katholieke en Protestantse missiewerkers konden voor dit doel worden ingezet. De Catechisten richtten zich op de autochtone bevolking in Kelapa Lima via individuele en materiële hulpverlening en groepswerk gericht op Papoea-vrouwen en meisjes. De Papoea-vrouwen moesten worden opgevoed naar het ideaal van een beschaafd, op westerse normen geënt gezinsleven. Het oorspronkelijke plan was om deze missie af te handelen met één catechiste die na drie jaar weer zou vertrekken na het werk te hebben overgedragen aan Papoea-leken en –zusters, maar dit bleek te ambitieus. In plaats daarvan vertrok in 1962 versterking vanuit Nederland. De latere ontwikkelingen vallen buiten het bestek van deze gids.
Brazilië Het besluit om te gaan missioneren in Brazilië viel in 1961. Deze missie valt derhalve buiten het bestek van het Repertorium.
Alle informatie, ten zij anders vermeld, is geput uit: Katholieke Encyclopaedie 1935, lemma 'Eucharistische kruistocht', Willemsen, I, par. 4-22, Derks en Eijt, Gezonde gezinnen, Pius-almanak 1960/61, 361.
|
Organisatie | Frencken Aanvankelijk was de Eucharistische Kruistocht (EK) vooral een beweging, waarbij de uiterlijke organisatie ondergeschikt moest blijven aan persoonlijke zelfheiliging. De EK bedoelde vooral een beweging te zijn -geen vereniging- die de bestaande kaders zou bezielen door in alle rangen en standen kernen te vormen, naar het voorbeeld van communistische celvorming . Frencken stond ook aan de wieg van de Katholieke Jeugdvereeniging. Sommigen zagen deze als een methode om meisjes die in een fabriek werkten tot kruistochter op te leiden. Vanaf 1928 richtte Frencken zijn aandacht steeds meer op de Katholieke Jeugd Vereniging, niet alleen op de gedachten erachter maar ook op de organisatie. Bij aanvang werd de Vereniging bestuurd door Frencken als directeur, maar organiseren was niet zijn sterkste kant. Angeline de Beukelaar ontwikkelde zich als overste in de meer traditionele richting van een kloosterlijke en autoritaire sfeer.
De Vereniging De Vereniging van de Catechisten was in kerkrechtelijke zin geen congregatie maar een societas (vereniging), vallend onder de bepalingen van het kerkelijk wetboek. De leden moesten jaarlijks private, in plaats van publieke, geloften van toewijding vernieuwen. Zij verbonden zich hiermee voor het leven aan het werk en de gemeenschap van de vereniging en aan de bisschop . Weliswaar bleven deze vrouwen ongehuwd, maar zij behoorden niet tot de religieuze staat van kloosterzusters, en zij maakten ook geen deel uit van een organisatie van lekenvrouwen. De Vereniging nam derhalve een tussenpositie in en verschilde op een aantal punten van congregaties. Zo waren de vrouwen niet gebonden aan een klooster en oefenden zij niet de meer traditionele liefdewerken uit, maar werkten zij midden tussen de (fabrieks)meisjes. Kenmerkend waren ook hun mobiliteit en flexibiliteit . Het generalaat en het provincialaat zijn in Nederland gevestigd geweest.
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Derks en Eijt, Gezonde gezinnen, Glorius, Frencken |
Doelstelling | Stichter Frencken had bij de oprichting van de Vereniging de visie dat fabrieksmeisjes afdwaalden van het geloof, wat slecht zou zijn voor hun toekomstige gezinnen. Geïnspireerd door de Vlaamse beweging van de Eucharistische Kruistocht wilde hij een mentaliteitsverandering bewerkstelligen door regelmatig kerkbezoek, toewijding aan de eucharistie en regelmatige communie. Het katholieke gezin moest bestand zijn tegen dreigende ontkerkelijking, met name onder sociaal zwakkeren. Hij zag de belangrijkste sociale noden van zijn tijd als een godsdienstig probleem. De EK benadrukte Eucharistie en Marie-verering en combineerde contemplatie met actie: zowel de religieuze als de sociale nood moest gelenigd worden. Als bijzonder doel van de EK werden apostolische activiteiten '(..) naar het oordeel van Z. H. Exc. de Bisschop van Breda' genoemd. Daartoe behoorden sociale activiteiten, onderwijs en wetenschap en missie- en ontwikkelingswerk. Maatschappelijk werk onder de materieel en geestelijk minstbedeelden nam een belangrijke plaats in, net als de heropvoeding van het maatschappelijk onaangepaste gezin in de zogenaamde volkswijken. Voor de Catechisten zelf werden als doelstellingen aangegeven 'Door goedheid en onderlinge liefde zichzelf heiligen en vormen in de goddelijke deugd van liefde'. |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
||||||||||||||||||||
Interviews | Geen interviews. |
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Losse archiefstukken | In het Katholiek Documentatie Centrum in de Verzameling Losse Archivalia zijn nog de volgende stukken te vinden:
LARC 1797 Brief aan Mevrouw L. Merkelbeek-van Enkhuizen te Breda, van B. Sutorius van de Vereniging van Catechisten te Arnhem 1969;
LARC 1798 Circulaires van de Vereniging van Catechisten, onder voorzitterschap van mgr. H.C.A. Ernst, bisschop te Breda 1968, 1978, 1981;
LARC 4285 Medailles en speldjes. 1854, 1908, z.j N.B.:Afkomstig van de Vereeniging van Catechisten te Breda;
LARC 4769 Brief van mej. H.E. Verwoerd aan bisschop H. Ernst houdende een verzoek tot ontslag uit de Vereniging van Catechisten te Breda. Met antwoord van de bisschop 1970;
LARC 4675 Diploma's van opleidingen voornamelijk op het gebied van sociaal en maatschappelijk werk en gezondheidszorg, uitgereikt aan diverse personen 1926-1930, 1935-1937, 1952, 1956, 1958, 1960-1962, 1965-1966, 1969, 1974, 1985 N.B.:Afkomstig van de Vereniging van Catechisten van Breda;
LARC 6623-6626 Stukken betreffende mevr. B. v.d. Bergh, lid van de Vereniging van Catechisten van de Eucharistische Kruistocht te Breda. Geordend op onderwerp
LARC 4616 Prent houdende een felicitatie voor mej. R. Mentzel bij gelegenheid van haar twaalf en een half-jarig catechistenjubileum
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Gering |