Norbertinessen van Oosterhout
Naam | Norbertinessen van Oosterhout |
Naamsvarianten |
|
Periode | 1270-2011 |
Denominatie | rooms-katholiek |
Org | Missie |
Korte geschiedenis | De orde De orde werd gesticht in Prémontré (Frankrijk) in 1120 door Norbertus van Gennep. Sinds 1271 heeft zij vestigingen in Nederland. De Norbertijnen en Norbertinessen hebben altijd één orde gevormd. Het klooster Catharinadal werd in 1271 gesticht nabij Roosendaal, maar verhuisde al spoedig naar Breda. In 1647 werden de zusters gedwongen vanuit Breda naar Oosterhout te verhuizen waar zij na een mislukte poging naar Breda terug te keren sinds 1679 verblijven. Doordat de prinsen van Oranje het klooster onder hun bescherming namen, bleef het in strijd met de wetten onder de Republiek bestaan. In 1858 werd er vanuit Oosterhout een nieuw filiaal in België, in Neerpelt (provincie Limburg) gesticht, dat in 1920 zelfstandig werd. Catharinadal was een klein klooster met doorgaans ongeveer 20-25 zusters.
De missie De Norbertinessen hebben één missie gehad en wel in Brazilië. In 1930 werden er tien zusters vanuit Oosterhout uitgezonden naar Petropolis (bij Rio de Janeiro, bisdom Nichteroy). De zusters leidden daar een contemplatief leven. Vanwege een gebrek aan nieuwelingen keerde men in 1974 terug.
Alle informatie, tenzij anders vermeld, is geput uit: Pius-almanak 1960/61, 435 en 439, Sponselee-De Meester, 'Geschiedenis Catharinadal' in Gorisse (2002) en Noordbrabants Historisch Nieuwsblad, 10 (1996/97), nr. 5/6, p. 22-24. |
Organisatie | De orde De religieuzen stonden onder direct gezag van de generaal-overste van de orde van de norbertijnen. De zusters brachten aan hem advies uit over een voorkeur voor een proost, een norbertijn, die rechtstreeks onder gezag van de generaal-overste viel. Hij was verantwoordelijk voor de administratie van de tijdelijke goederen en als priester zorgde hij voor de geestelijke zielzorg. De dagelijkse leiding was in handen van de priorin, die door de zusters werd gekozen. Toen als gevolg van de Franse revolutie het algemeen bestuur van de orde rond 1800 niet meer functioneerde, plaatste de paus het klooster Catharinadal in 1803 onder gezag van de apostolisch vicaris van Breda. De proost werd nog wel steeds gerecruteerd onder de Norbertijnen. Pas in 1928 werd Catharinadal in Oosterhout herenigd met de orde. Vanaf dat jaar viel het klooster onder het gezag van de abt van Tongerlo (België, provincie Antwerpen) die ook de proost benoemde. |
Doelstelling | De Norbertijnen richtten zich aanvankelijk vooral op de zielzorg, maar omdat dit voor vrouwen in die tijd onmogelijk was richtten de Norbertinessen zich op een contemplatief leven. De zusters gaven ook onderwijs aan gegoede meisjes, maar onder invloed van restrictieve Napoleontische wetten, stapte men over op gratis onderwijs voor arme meisjes. Ook heden ten dage zijn contemplatie en gebed, naast het ontvangen van groepen en het restaureren van oude boeken en manuscripten een belangrijke bezigheid. Ondanks het slot dat was er sprake van indirect apostolaat door ondersteuning van de priesters door hun leven van gebed en boete. Persoonlijke heiliging door contemplatie en afzondering speelde daarbij eveneens een rol. Zij kennen het groot pauselijk slot en legden plechtige beloften en beloften van stabiliteit af. De orde kende onderscheid tussen koorzusters die zich voor het grootste deel van de tijd bezig hielden met contemplatie en lekenzusters die hun tijd verdeelden tussen gebed en arbeid. Hun arbeid leverde geld op, koorzusters moesten een grotere bruidsschat inbrengen. Na het Vaticaans Concilie werden onder meer de regels rondom het slot versoepeld. |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Interviews | Geen interviews. |
Meer over het archief |
|
||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||
Informatiewaarde | Gering |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | De orde De orde werd gesticht in Prémontré (Frankrijk) in 1120 door Norbertus van Gennep. Sinds 1271 heeft zij vestigingen in Nederland. De Norbertijnen en Norbertinessen hebben altijd één orde gevormd. Het klooster Catharinadal werd in 1271 gesticht nabij Roosendaal, maar verhuisde al spoedig naar Breda. In 1647 werden de zusters gedwongen vanuit Breda naar Oosterhout te verhuizen waar zij na een mislukte poging naar Breda terug te keren sinds 1679 verblijven. Doordat de prinsen van Oranje het klooster onder hun bescherming namen, bleef het in strijd met de wetten onder de Republiek bestaan. In 1858 werd er vanuit Oosterhout een nieuw filiaal in België, in Neerpelt (provincie Limburg) gesticht, dat in 1920 zelfstandig werd. Catharinadal was een klein klooster met doorgaans ongeveer 20-25 zusters.
De missie De Norbertinessen hebben één missie gehad en wel in Brazilië. In 1930 werden er tien zusters vanuit Oosterhout uitgezonden naar Petropolis (bij Rio de Janeiro, bisdom Nichteroy). De zusters leidden daar een contemplatief leven. Vanwege een gebrek aan nieuwelingen keerde men in 1974 terug.
Alle informatie, tenzij anders vermeld, is geput uit: Pius-almanak 1960/61, 435 en 439, Sponselee-De Meester, 'Geschiedenis Catharinadal' in Gorisse (2002) en Noordbrabants Historisch Nieuwsblad, 10 (1996/97), nr. 5/6, p. 22-24. |
Organisatie | De orde De religieuzen stonden onder direct gezag van de generaal-overste van de orde van de norbertijnen. De zusters brachten aan hem advies uit over een voorkeur voor een proost, een norbertijn, die rechtstreeks onder gezag van de generaal-overste viel. Hij was verantwoordelijk voor de administratie van de tijdelijke goederen en als priester zorgde hij voor de geestelijke zielzorg. De dagelijkse leiding was in handen van de priorin, die door de zusters werd gekozen. Toen als gevolg van de Franse revolutie het algemeen bestuur van de orde rond 1800 niet meer functioneerde, plaatste de paus het klooster Catharinadal in 1803 onder gezag van de apostolisch vicaris van Breda. De proost werd nog wel steeds gerecruteerd onder de Norbertijnen. Pas in 1928 werd Catharinadal in Oosterhout herenigd met de orde. Vanaf dat jaar viel het klooster onder het gezag van de abt van Tongerlo (België, provincie Antwerpen) die ook de proost benoemde. |
Doelstelling | De Norbertijnen richtten zich aanvankelijk vooral op de zielzorg, maar omdat dit voor vrouwen in die tijd onmogelijk was richtten de Norbertinessen zich op een contemplatief leven. De zusters gaven ook onderwijs aan gegoede meisjes, maar onder invloed van restrictieve Napoleontische wetten, stapte men over op gratis onderwijs voor arme meisjes. Ook heden ten dage zijn contemplatie en gebed, naast het ontvangen van groepen en het restaureren van oude boeken en manuscripten een belangrijke bezigheid. Ondanks het slot dat was er sprake van indirect apostolaat door ondersteuning van de priesters door hun leven van gebed en boete. Persoonlijke heiliging door contemplatie en afzondering speelde daarbij eveneens een rol. Zij kennen het groot pauselijk slot en legden plechtige beloften en beloften van stabiliteit af. De orde kende onderscheid tussen koorzusters die zich voor het grootste deel van de tijd bezig hielden met contemplatie en lekenzusters die hun tijd verdeelden tussen gebed en arbeid. Hun arbeid leverde geld op, koorzusters moesten een grotere bruidsschat inbrengen. Na het Vaticaans Concilie werden onder meer de regels rondom het slot versoepeld. |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Interviews | Geen interviews. |
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||
Informatiewaarde | Gering |