Franciscanessen van de H Elisabeth van Breda
Naam | Franciscanessen van de H Elisabeth van Breda |
Naamsvarianten |
|
Periode | 1880-2011 |
Denominatie | rooms-katholiek |
Org | Missie |
Korte geschiedenis | De Penitenten-Recollectinen Uit de stichting van Franciscus van Assisi ontstonden al in de middeleeuwen diverse groepen kloosters doordat de meningen over hoe streng de regel moest worden toegepast verschilden. Een van deze op strenge onderhouding gerichte bewegingen was die van de Zusters Penitenten-Recolettinen. Onderdeel daarvan was een groep kloosters die in 1623 ontstond en de naam kreeg van Reform van Limburg. Deze zusters leiden een contemplatief bestaan in een slotklooster. Uit de Reform van Limburg zijn na 1795 voortgekomen: de Franciscanessen van Oirschot (1797) en de Franciscanessen van Dongen (1801). Uit deze twee congregaties ontstonden door afsplitsingen weer veel nieuwe congregaties. We onderscheiden twee families. De eerste ontstond uit de Franciscanessen van Oirschot: de Franciscanessen van Oisterwijk (1844) en de Franciscanessen van Gemert (1848). De aanvankelijke zelfstandige communiteiten in Oisterwijk en Gemert werden in 1891 weer ondergeschikt aan het moederhuis te Oirschot. De tweede familie ontstond uit de Franciscanessen van Dongen: de Franciscanessen van Etten (1820), de Franciscanessen van Roosendaal (1832) en de Franciscanessen van Oudenbosch (1838). Uiteindelijk ontstonden in het kleine bisdom Breda acht zustercongregaties die tot deze groep behoorden, en wel de congregaties van: Dongen, Etten-Leur, Roosendaal, Oudenbosch, Bergen op Zoom (voortgekomen uit Bredase gasthuiszusters), Roosendaal en twee in Breda (de zusters van Mater Dei [Moeder van God] die gespecialiseerd waren in ziekenhuiszorg en het St. Elisabethgesticht voortgekomen uit de zusters van Mater Dei. Buiten het bisdom Breda ontstonden de congregaties in Bennebroek (eveneens afgescheiden van de gasthuiszusters van Breda) en Veghel.
De congregatie De congregatie van de Franciscanessen van de H. Elisabeth ontstond doordat de behoefte aan goede verpleging aan huis toenam. De overste van de al in Breda gevestigde Gasthuiszusters was echter de mening toegedaan dat dit werk niet in overeenstemming was met het door de regel voorgeschreven slot. Zij was wel bereid enige zusters af te staan voor dit werk. De bisschop van Breda, mgr. Hendrik van Beek, stichtte toen in 1880 een nieuwe congregatie. Deze verspreidde zich over heel Nederland en was gespecialiseerd in ziekenzorg aan huis, later kwamen daar zorg in ziekenhuizen zoals in Leiden (Hooigracht) bij. In 1935 telde de congegratie 11 huizen en ongeveer 300 leden. Er heeft steeds een spanningsveld bestaan tussen de behoefte van de zusters aan contemplatie en de zorg die vereiste dat men altijd klaar moest staan.
De missie Vanaf 1925 waren er zusters in Ned. Indië actief. De zusters bedienden een ziekenhuis in het apostolisch vicariaat Medan dat aan de Minderbroeders Kapucijnen was toevertrouwd. Indonesië werd in 1992 een zelfstandige provincie van de congregatie.
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Katholieke Encyclopaedie 1935, lemma 'Franciscanessen', Willemsen, I, par. 2-18, Pius-almanak 1960/61, 360-361 en 431, en Eijt, We waren er altijd. |
Organisatie | De algemeen-overste had in de congregatie veel macht. Dit werd in de hand gewerkt doordat er tussen 1880 en 1970 maar vier oversten waren. Het generalaat bevindt zich in Breda. De rechtspersoon is de 'Vereeniging Religieuze Recollectinen Penitenten van den H Franciscusvan Assisi'.
Algemeen-overste waren:
Mathilda Leenders 1880-1889 Josephine Beaurieux 1889-1920 Assisia Peemen 1921-1952 Aldegonda Klerx 1952-1970
Missieoverste op Sumatra waren:
Pia van Blaricum 1925-1934 Isfrida Walraven 1934-1949 Laura Oosterveer 1949-1970
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Eijt, We waren er altijd. |
Doelstelling | De congregatie is gesticht met als doel zieken en bejaarden zowel in ziekenhuizen als in gezinnen te verplegen. Deze actieve doelstelling moest verenigd worden met een ander doel, namelijk contemplatief leven. Deze doelstellingen werden ook uitgedragen in de missie en via onderwijs. |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Interviews | Vier interviews, en wel de nrs.: 39 389 472 582 |
Meer over het archief |
|
||||||||||||||
Losse archiefstukken | In het Katholiek Documentatie Centrum in Nijmegen bevindt zich in de Verzameling Losse Archivalia (toegankelijk via de catalogus):
LARC 136. Gebedenboekje gebruikt door een zuster Franciscanes van Breda in het Japans interneringskamp Brastagi (1941-1945). Manuscript. 1941-1945, 1 omslag. |
||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | De Penitenten-Recollectinen Uit de stichting van Franciscus van Assisi ontstonden al in de middeleeuwen diverse groepen kloosters doordat de meningen over hoe streng de regel moest worden toegepast verschilden. Een van deze op strenge onderhouding gerichte bewegingen was die van de Zusters Penitenten-Recolettinen. Onderdeel daarvan was een groep kloosters die in 1623 ontstond en de naam kreeg van Reform van Limburg. Deze zusters leiden een contemplatief bestaan in een slotklooster. Uit de Reform van Limburg zijn na 1795 voortgekomen: de Franciscanessen van Oirschot (1797) en de Franciscanessen van Dongen (1801). Uit deze twee congregaties ontstonden door afsplitsingen weer veel nieuwe congregaties. We onderscheiden twee families. De eerste ontstond uit de Franciscanessen van Oirschot: de Franciscanessen van Oisterwijk (1844) en de Franciscanessen van Gemert (1848). De aanvankelijke zelfstandige communiteiten in Oisterwijk en Gemert werden in 1891 weer ondergeschikt aan het moederhuis te Oirschot. De tweede familie ontstond uit de Franciscanessen van Dongen: de Franciscanessen van Etten (1820), de Franciscanessen van Roosendaal (1832) en de Franciscanessen van Oudenbosch (1838). Uiteindelijk ontstonden in het kleine bisdom Breda acht zustercongregaties die tot deze groep behoorden, en wel de congregaties van: Dongen, Etten-Leur, Roosendaal, Oudenbosch, Bergen op Zoom (voortgekomen uit Bredase gasthuiszusters), Roosendaal en twee in Breda (de zusters van Mater Dei [Moeder van God] die gespecialiseerd waren in ziekenhuiszorg en het St. Elisabethgesticht voortgekomen uit de zusters van Mater Dei. Buiten het bisdom Breda ontstonden de congregaties in Bennebroek (eveneens afgescheiden van de gasthuiszusters van Breda) en Veghel.
De congregatie De congregatie van de Franciscanessen van de H. Elisabeth ontstond doordat de behoefte aan goede verpleging aan huis toenam. De overste van de al in Breda gevestigde Gasthuiszusters was echter de mening toegedaan dat dit werk niet in overeenstemming was met het door de regel voorgeschreven slot. Zij was wel bereid enige zusters af te staan voor dit werk. De bisschop van Breda, mgr. Hendrik van Beek, stichtte toen in 1880 een nieuwe congregatie. Deze verspreidde zich over heel Nederland en was gespecialiseerd in ziekenzorg aan huis, later kwamen daar zorg in ziekenhuizen zoals in Leiden (Hooigracht) bij. In 1935 telde de congegratie 11 huizen en ongeveer 300 leden. Er heeft steeds een spanningsveld bestaan tussen de behoefte van de zusters aan contemplatie en de zorg die vereiste dat men altijd klaar moest staan.
De missie Vanaf 1925 waren er zusters in Ned. Indië actief. De zusters bedienden een ziekenhuis in het apostolisch vicariaat Medan dat aan de Minderbroeders Kapucijnen was toevertrouwd. Indonesië werd in 1992 een zelfstandige provincie van de congregatie.
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Katholieke Encyclopaedie 1935, lemma 'Franciscanessen', Willemsen, I, par. 2-18, Pius-almanak 1960/61, 360-361 en 431, en Eijt, We waren er altijd. |
Organisatie | De algemeen-overste had in de congregatie veel macht. Dit werd in de hand gewerkt doordat er tussen 1880 en 1970 maar vier oversten waren. Het generalaat bevindt zich in Breda. De rechtspersoon is de 'Vereeniging Religieuze Recollectinen Penitenten van den H Franciscusvan Assisi'.
Algemeen-overste waren:
Mathilda Leenders 1880-1889 Josephine Beaurieux 1889-1920 Assisia Peemen 1921-1952 Aldegonda Klerx 1952-1970
Missieoverste op Sumatra waren:
Pia van Blaricum 1925-1934 Isfrida Walraven 1934-1949 Laura Oosterveer 1949-1970
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Eijt, We waren er altijd. |
Doelstelling | De congregatie is gesticht met als doel zieken en bejaarden zowel in ziekenhuizen als in gezinnen te verplegen. Deze actieve doelstelling moest verenigd worden met een ander doel, namelijk contemplatief leven. Deze doelstellingen werden ook uitgedragen in de missie en via onderwijs. |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Interviews | Vier interviews, en wel de nrs.: 39 389 472 582 |
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||
Losse archiefstukken | In het Katholiek Documentatie Centrum in Nijmegen bevindt zich in de Verzameling Losse Archivalia (toegankelijk via de catalogus):
LARC 136. Gebedenboekje gebruikt door een zuster Franciscanes van Breda in het Japans interneringskamp Brastagi (1941-1945). Manuscript. 1941-1945, 1 omslag. |
||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers |