Repertorium van Nederlandse zendings- en missie-archieven 1800-1960

De Raad werd opgericht in 1951, nadat met de nieuwe kerkorde van dat jaar de zending kerkelijk was ingekaderd. Op aandrang van dr. H. Kraemer. gingen de Vereenigde Nederlandse Zendingscorporaties op in deze raad. De Raad had in 1951 49 zendingsarbeiders in Indonesië en 66 zendingsarbeiders in Nederlands Nieuw Guinea in dienst. Deze 'zendeling-leraren' kregen in de nieuwe kerkorde de ambtelijke functie van zendingspredikant. In 1962 zouden er 187 zendingsarbeiders, werkzaam op Nieuw-Guina, repatriëren. In Makassar opende de raad een evangelistenschool. In 1966 ontstond hieruit de Gereja Kristen Sulawesi Selatan (GKSS). Ook elders in Indonesië ondersteunde de raad kerken die voortgekomen waren uit het werk van de zendingscorporaties. Zendingswerk in strikte zin werd alleen op Nieuw-Guinea beoefend, het werk in Indonesië hield met name ondersteuning van reeds bestaande kerken in. Wegens de moeizame relatie met Indonesië werd de aandacht langzamerhand naar andere gebieden verlegd. In 1959 begon men in West-Afrika in overleg met de Internationale Zendingsraad, in eerste instantie met het Islam-in-Afrika-project. In april 1960 waren er vier zendingsarbeiders namens de Raad werkzaam in Afrika. De raad werd in 1999 opgeheven.

(zie o.a. Van Oosterzee en Lobbezoo, Zending in ontwikkeling).

De zendingscorporaties die vanaf 1951 opgingen in de raad waren:

het Nederlandsche Zendeling Genootschap,

het Java-comité,

de Nederlandsche Zendingsvereeniging,

de Utrechtse Zendingsvereeniging,

het Comité Depok en

het Sangihe-en Talautcomite.

De Gereformeerde Zendingsbond sloot zich als enige corporatie niet bij de Raad aan. De Raad is, onder verantwoordelijkheid aan de Generale Synode van de Nederlandse Hervormde Kerk en in haar naam, belast met de leiding van het zendingswerk der Nederlandse Hervormde Kerk. De Raad bestond uit 32 leden met een moderamen bestaande uit een voorzitter, thesaurier en vice-voorzitter. Daarnaast had de raad vijf secretarissen. Tezamen met de directeur van het zendingshuis te Oegstgeest, de director van de Gereformeerde Zendingsbond, en een tweede thesaurier, vormden deze acht het directorium dat wekelijks vergaderde. Ook mocht de Gereformeerde Zendingsbond vijf leden van de raad voordragen. De Raad had overigens een dubbelfunctie, inderdaad stond ze onder verantwoordelijkheid van de synode, maar tegelijkertijd was de raad ook het bestuur van de Stichting ‘De Zending der Nederlandse Hervormde Kerk’, die de verantwoordelijkheid droeg voor de zendingsmedewerkers.

- De taak van de Raad is geregeld in ordinantie 4 (apostolaat) sub II van de kerkorde van de Ned. Hervormde Kerk uit 1951.

De Raad is het oecumenisch missionaire orgaan van de Ned. Hervormde Kerk dat de relaties onderhoudt met partnerorganisaties in Indonesië, zoals de PGI. De Raad ondersteunt samenwerkingsprojecten in Indonesië, en zendt zo nu en dan mensen daarheen uit. (2000).

• Bijbelvertaling
• Christelijke lectuurvoorziening/colportage
• Evangelieverkondiging en catechese
• Geldwerving
• Gezondheidszorg
• Informatievoorziening en propaganda
• Ondersteuning
• Onderwijs (hieronder ook kweekscholen)
• Ontwikkelingswerk (Landbouw/Technische opleiding etc.)
• Opleiding van (inheemse) werkkrachten (Te denken valt aan zendelingen, missionarissen, assistenten enz.)
• Pastoraal werk
• Uitzending van zendingswerkers en missionarissen
• Werk van en voor vrouwen en meisjes
• Zendingscoördinatie
• Zendingsstudie en missiologie

• Europa

• Nederlands-Indië
• Celebes
• Java
• Sumatra
• Nieuw Guinea

• Stichting ‘De Vereenigde Nederlandsche Zendingscorporaties’
• Stichting ‘De Zending der Nederlandse Hervormde Kerk’