Repertorium van Nederlandse zendings- en missie-archieven 1800-1960

Opgericht in 1924 toen de zending in financiële nood zat. Volgens een persbericht van 1929 gaat de vereniging 'uit van de gedachte, dat doelbewuste, persoonlijke arbeid voor de zending, die liefde ervoor kweekt en versterkt. Kan iemand een bepaald deel van zijn tijd, van zijn arbeid, van zijn belangstelling, van de vruchten van zijn vlijt geven, dan zal hij daarvan niet alleen voor zichzelf verkwikking ervaren, maar tevens, door iets persoonlijks, iets eigens, de zending steunen'. De activiteiten waren zeer divers: Men kon bijvoorbeeld een dag voor de zending vissen of de op zondag gelegde eieren aan de zending schenken (zendingskippen). Andere bijdragen bestonden uit aardappelen, uien, kool, gietcokes, kaas, honing, tarwe, bonen en erwten. De vereniging wordt voor het laatst vermeld in 1939.

(Zie o.a. Van Randwijck, Handelen en denken, 736). 

De vereniging was aangesloten bij het Zendingsbureau te Oegstgeest en gevestigd te Leiden. Het comité werd erkend bij K.B. van 28 april 1925. Er bestond een bestuur met een voorzitter, een secretaris-penningmeester en enkele leden. Verder bestonden er plaatselijke afdelingen voor zendingssteun in natura.

'Christenen ertoe bewegen voor de Zending te arbeiden, hetzij, dat zij een of ander werk ten bate van de Zending verrichten, hetzij, dat zij de opbrengst van een of anderen arbeid of van eenige bezitting offeren. Zij tracht de liefde voor de Zending aan te wakkeren en in het bijzonder de bij het Zendingsbureau te Oegstgeest aangesloten Corporaties zedelijk en stoffelijk te steunen.'

(Ned. Zendings Jaarboek 1937)

• Geldwerving
• Informatievoorziening en propaganda

• Europa

• Nederland

In het archief van de Samenwerkende Zendingscorporaties (Raad voor de Zending) bevindt zichnog:

1924.

Correspondentie met het Centraal Comité van "Zendingssteun in Natura" inzake de verkoop van Leinweber-plaatjes voor de zending, 1924.