Het Schotse Seminarie in Amsterdam
Naam | Het Schotse Seminarie in Amsterdam |
Naamsvarianten |
|
Periode | 1852-1861 |
Denominatie | Interdenominationeel |
Org | Zending |
Korte geschiedenis | Het Schotse seminarie is ontstaan uit het in kringen van de Afscheiding en Reveil levende verlangen naar een predikantsopleiding in gereformeerde geest. Toen dit ideaal wegens de onderlinge verdeeldheid niet verwezenlijkt kon worden, stichtte Carl Schwartz met financiële steun van de Vrije Schotse Kerk een theologisch seminarie en de Schotse Zendingskerk (voor zending onder de joden) aan de Oudezijds Voorburgwal, later aan de Binnen Amstel. In de periode 1852-1861 werden twintig evangelisten of zendelingen opgeleid. Onder andere A. Veldhuijzen en Ph. Bieger van de Nederlandsch Gereformeerde Zendingsvereniging werden in Amsterdam opgeleid.Toen het seminarie werd opgeheven leidde het NGZV gedurende korte tijd zelf haar zendelingen op. Daarna werd uitgeweken naar de zendelingopleiding van de Christelijke Gereformeerde Kerk te Leiden. (Reenders, Gereformeerde Zending op Midden-Java, 9-10). Ook G. van Asselt, uitgezonden naar Sumatra via H.W. Witteveen en zijn gemeente te Ermelo, met steun van de Amsterdamsche Vrouwenvereeniging ter bevordering van de zendingszaak, volgde enige lessen aan het Schotse seminarie. Verder studeerden D. Spaling en J. Tulps Krul aan het seminarie. In 1856 werden zij door minister van Koloniën, Meijer, aangenomen als zendelingen voor de Molukken. Spaling werd overigens na aankomst vrij snel teruggestuurd, terwijl Krul later ambtenaar te Soerabaja werd. Ook vertrok in 1858 de oud-kleermaker en opera-zanger Fasbender na zijn studie aan het seminarie naar Soerabaja. De Amsterdamse Vrouwenvereeniging zorgde voor zijn uitrusting en hij werkte met zijn vrouw enige jaren onder zieken en militairen. (Reenders, Heldring, 262-263). |
Organisatie | In het bestuur van het seminarie zaten naast Schwartz aanhangers van het Reveil als G.Groen van Prinsterer, Ae. Baron Mackay, O.G. Heldring, P.J. Teding van Berkhout en Isaac da Costa. Leraren aan het seminarie waren Schwartz, da Costa, Teding van Berkhout en jhr. J.W. van Loon. [Kluit, Prot. Reveil, 474-475; Reenders, Heldring, 264] |
Doelstelling | Opleiding voor binnen- en buitenlandse evangelisatie |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
Meer over het archief |
|
||
Archivalie elders | In het reveil-archief (UVA, bijzondere collecties) bevinden zich in het archief van I. da Costa enkele stukken over het seminarie:
RA H: 24 Stukken over het onderwijs aan het Schotse Theologische Seminarie, 1850-1858 1 omslag
RA H:25 Opstellen van leerlingen van het Schotse Theologische Seminarie over onderwerpen uit de kerkgeschiedenis en de H. Schrift, z.j. 1 omslag
|
||
Informatiewaarde | Interressant archief |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | Het Schotse seminarie is ontstaan uit het in kringen van de Afscheiding en Reveil levende verlangen naar een predikantsopleiding in gereformeerde geest. Toen dit ideaal wegens de onderlinge verdeeldheid niet verwezenlijkt kon worden, stichtte Carl Schwartz met financiële steun van de Vrije Schotse Kerk een theologisch seminarie en de Schotse Zendingskerk (voor zending onder de joden) aan de Oudezijds Voorburgwal, later aan de Binnen Amstel. In de periode 1852-1861 werden twintig evangelisten of zendelingen opgeleid. Onder andere A. Veldhuijzen en Ph. Bieger van de Nederlandsch Gereformeerde Zendingsvereniging werden in Amsterdam opgeleid.Toen het seminarie werd opgeheven leidde het NGZV gedurende korte tijd zelf haar zendelingen op. Daarna werd uitgeweken naar de zendelingopleiding van de Christelijke Gereformeerde Kerk te Leiden. (Reenders, Gereformeerde Zending op Midden-Java, 9-10). Ook G. van Asselt, uitgezonden naar Sumatra via H.W. Witteveen en zijn gemeente te Ermelo, met steun van de Amsterdamsche Vrouwenvereeniging ter bevordering van de zendingszaak, volgde enige lessen aan het Schotse seminarie. Verder studeerden D. Spaling en J. Tulps Krul aan het seminarie. In 1856 werden zij door minister van Koloniën, Meijer, aangenomen als zendelingen voor de Molukken. Spaling werd overigens na aankomst vrij snel teruggestuurd, terwijl Krul later ambtenaar te Soerabaja werd. Ook vertrok in 1858 de oud-kleermaker en opera-zanger Fasbender na zijn studie aan het seminarie naar Soerabaja. De Amsterdamse Vrouwenvereeniging zorgde voor zijn uitrusting en hij werkte met zijn vrouw enige jaren onder zieken en militairen. (Reenders, Heldring, 262-263). |
Organisatie | In het bestuur van het seminarie zaten naast Schwartz aanhangers van het Reveil als G.Groen van Prinsterer, Ae. Baron Mackay, O.G. Heldring, P.J. Teding van Berkhout en Isaac da Costa. Leraren aan het seminarie waren Schwartz, da Costa, Teding van Berkhout en jhr. J.W. van Loon. [Kluit, Prot. Reveil, 474-475; Reenders, Heldring, 264] |
Doelstelling | Opleiding voor binnen- en buitenlandse evangelisatie |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
Het archief
Meer over het archief |
|
||
Archivalie elders | In het reveil-archief (UVA, bijzondere collecties) bevinden zich in het archief van I. da Costa enkele stukken over het seminarie:
RA H: 24 Stukken over het onderwijs aan het Schotse Theologische Seminarie, 1850-1858 1 omslag
RA H:25 Opstellen van leerlingen van het Schotse Theologische Seminarie over onderwerpen uit de kerkgeschiedenis en de H. Schrift, z.j. 1 omslag
|
||
Informatiewaarde | Interressant archief |