Dochters der Liefde
Naam | Dochters der Liefde |
Naamsvarianten |
|
Periode | 1633-2011 |
Denominatie | rooms-katholiek |
Org | Missie |
Korte geschiedenis | De congregatie Het Gezelschap van de Dochters der Liefde werd gesticht in 1633 te Parijs door Louise de Marillac (1591-1660) en Vincentius à Paulo (1581-1660). Het vernieuwende element van deze stichting was dat vrouwelijke religieuzen actief werden buiten de klooster. Tot dan toe hadden de rigoreuze bepalingen rond het slot dit onmogelijk gemaakt. De zusters deden veel aan gezondheidszorg en armenzorg. Pas in de vroege negentiende eeuw zou deze draad weer worden opgenomen. In 1902 vond de eerste vestiging in Nederland plaats in Susteren (provincie Limburg) en van daaruit verspreidde men zich over de gehele mijnstreek. De bisschop van Roermond stelde als voorwaarde voor de komst van de Franse congregatie dat er Nederlandse leden van de congregatie moesten meekomen naar Susteren.
De missie Ned. Indië Al in 1923 kwam er een verzoek binnen om zusters naar Ned. Indië te sturen, maar het is niet duidelijk waarom hierop niet werd ingegaan. Enkele jaren na het zelfstandig worden van de Nederlandse provincie ging men in op een nieuw verzoek van de Lazarist mgr. De Backere, apostolisch prefect van Soerabaya, om de zorg voor verwaarloosde jeugd op zich te nemen. In 1931 vertrokken Nederlandse zusters naar Ned. Indië. Zij bedienden een kinderhuis van de Don Boscostichting en een liefdehuis in Kediri. De zusters waren verder actief in het onderwijs, in de vorm van kleuterscholen, lagere scholen, een naaischool die uitgroeide tot een industrieschool enzovoort. De zusters leidden inheemse religieuzen op en reisden rond om zieken te bezoeken. In 1952 kwamen de eerste Indonesische kandidaat-zusters naar Nederland voor hun opleiding, waarvoor zij in 1956 een eigen provinciaal huis kregen.
Overige missiegebieden Nederlandse zusters schijnen vanaf 1899 in China werkzaam te zijn geweest, maar de Pius-almanak maakt er geen melding van. Nederlandse leden van de congregatie waren actief in Ethiopië sinds 1954. Al in 1878 waren de eerste -Franse- Dochters der Liefde naar dit land gekomen. Hier beheerden zij melaatseninrichtingen. De congregatie zou inheemse zusters hebben opgeleid, al is onduidelijk wanneer men dit realiseerde. Het aandeel van Nederlandse zusters in dit gebied is moeilijk te specificeren is. De congregatie is ten slotte nog actief geweest in Jeruzalem, Bethlehem en Madagascar. In laatstgenoemd land beheerden zij melaatseninrichtingen. De missies in Denemarken (sinds 1904) en Bolivia vallen buiten het geografisch bestek van deze gids.
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 78 en Willemsen, I, par. 2-5. |
Organisatie | De congregatie Aanvankelijk bleef de vestiging in Susteren afhankelijk van het moederhuis in Parijs. De zusters waren bijvoorbeeld verplicht om verslag uit te bringen aan het moederhuis. Vanuit Parijs werd de stichting voorzien van nieuwe krachten en een deel van de vorming van nieuwe zusters vond daar plaats. In 1912 besloot het algemeen bestuur in Parijs om de drie Nederlandse kloosters in te delen bij de Belgische provincie. De Nederlandse kloosters kwamen onder leiding van de provinciale overste gevestigd in Ans (bij Luik), die besliste overplaatsingen en benoemingen van (huis)oversten. De opleiding van Nederlandse zusters vond ook in Ans plaats. In 1927 werd de Nederlandse provincie zelfstandig. Vanaf dat moment konden Nederlandse zusters hun opleiding in eigen land voltooien. De provinciaal-overste combineerde deze functie met die van directrice van het seminarie. Zij werd bijgestaan door een kleine raad bestaande uit een zuster-econome en assistente. De directeur van de Nederlandse provincie werd uit de gelederen van de Lazaristen gerecruteerd. De rechtspersoon was de 'Vereeniging van den H Vincentius à Paulo', later genaamd de 'Vereniging van de Dochters der Liefde van de H Vincentius à Paulo'.
De missie Aanvankelijk waren de Zusters in Indonesië bestuurlijk en financieel afhankelijk van het moederland. Na de Tweede Wereldoorlog gingen de Indonesische zusters geleidelijk de meerderheid vormen. De Indonesische zusters gingen uiteindelijk een zelfstandige provincie Indonesië vormen .
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 78, Willemsen, I, par. 2-5, Honderd jaar, Ludgera, 'Dochters' en Pius-almanak 1960/61, 376 en 435. |
Doelstelling | De zusters wilden Christus dienen in de persoon van de armen, zieken, kinderen en wie er in nood verkeerden. Hoewel 'alle mogelijke werken van barmhartigheid' als doelstelling geformuleerd zijn, manifesteerde het dienende werk zich in concrete vormen op de gebieden van gezondheidszorg, onderwijs en missiewerk in de missiegebieden van de Lazaristen. |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Interviews | Vier interviews, en wel de nrs.: 78 137 190 203
|
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||
Websites | http://www.filles-de-la-charite.org (generalaat) |
||||||||||||||||||||
Losse archiefstukken | KDC, Archivalia Anne Biegel 82 Brief van zr. Cecilia van de Dochters der Liefde van Sint Vincentius à Paulo te Nuth. Met kranteartikel 1956 1 stuk. Gegevens over dit archief staan niet in het archievenoverzicht en zijn niet terug te vinden via de website van het KDC. Zie verder ook Collectie knipsels Dochters der Liefde. |
||||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||||
Opmerkingen | De archieven gaan op termijn naar het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven in St. Agatha.
|
Geschiedenis
Korte geschiedenis | De congregatie Het Gezelschap van de Dochters der Liefde werd gesticht in 1633 te Parijs door Louise de Marillac (1591-1660) en Vincentius à Paulo (1581-1660). Het vernieuwende element van deze stichting was dat vrouwelijke religieuzen actief werden buiten de klooster. Tot dan toe hadden de rigoreuze bepalingen rond het slot dit onmogelijk gemaakt. De zusters deden veel aan gezondheidszorg en armenzorg. Pas in de vroege negentiende eeuw zou deze draad weer worden opgenomen. In 1902 vond de eerste vestiging in Nederland plaats in Susteren (provincie Limburg) en van daaruit verspreidde men zich over de gehele mijnstreek. De bisschop van Roermond stelde als voorwaarde voor de komst van de Franse congregatie dat er Nederlandse leden van de congregatie moesten meekomen naar Susteren.
De missie Ned. Indië Al in 1923 kwam er een verzoek binnen om zusters naar Ned. Indië te sturen, maar het is niet duidelijk waarom hierop niet werd ingegaan. Enkele jaren na het zelfstandig worden van de Nederlandse provincie ging men in op een nieuw verzoek van de Lazarist mgr. De Backere, apostolisch prefect van Soerabaya, om de zorg voor verwaarloosde jeugd op zich te nemen. In 1931 vertrokken Nederlandse zusters naar Ned. Indië. Zij bedienden een kinderhuis van de Don Boscostichting en een liefdehuis in Kediri. De zusters waren verder actief in het onderwijs, in de vorm van kleuterscholen, lagere scholen, een naaischool die uitgroeide tot een industrieschool enzovoort. De zusters leidden inheemse religieuzen op en reisden rond om zieken te bezoeken. In 1952 kwamen de eerste Indonesische kandidaat-zusters naar Nederland voor hun opleiding, waarvoor zij in 1956 een eigen provinciaal huis kregen.
Overige missiegebieden Nederlandse zusters schijnen vanaf 1899 in China werkzaam te zijn geweest, maar de Pius-almanak maakt er geen melding van. Nederlandse leden van de congregatie waren actief in Ethiopië sinds 1954. Al in 1878 waren de eerste -Franse- Dochters der Liefde naar dit land gekomen. Hier beheerden zij melaatseninrichtingen. De congregatie zou inheemse zusters hebben opgeleid, al is onduidelijk wanneer men dit realiseerde. Het aandeel van Nederlandse zusters in dit gebied is moeilijk te specificeren is. De congregatie is ten slotte nog actief geweest in Jeruzalem, Bethlehem en Madagascar. In laatstgenoemd land beheerden zij melaatseninrichtingen. De missies in Denemarken (sinds 1904) en Bolivia vallen buiten het geografisch bestek van deze gids.
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 78 en Willemsen, I, par. 2-5. |
Organisatie | De congregatie Aanvankelijk bleef de vestiging in Susteren afhankelijk van het moederhuis in Parijs. De zusters waren bijvoorbeeld verplicht om verslag uit te bringen aan het moederhuis. Vanuit Parijs werd de stichting voorzien van nieuwe krachten en een deel van de vorming van nieuwe zusters vond daar plaats. In 1912 besloot het algemeen bestuur in Parijs om de drie Nederlandse kloosters in te delen bij de Belgische provincie. De Nederlandse kloosters kwamen onder leiding van de provinciale overste gevestigd in Ans (bij Luik), die besliste overplaatsingen en benoemingen van (huis)oversten. De opleiding van Nederlandse zusters vond ook in Ans plaats. In 1927 werd de Nederlandse provincie zelfstandig. Vanaf dat moment konden Nederlandse zusters hun opleiding in eigen land voltooien. De provinciaal-overste combineerde deze functie met die van directrice van het seminarie. Zij werd bijgestaan door een kleine raad bestaande uit een zuster-econome en assistente. De directeur van de Nederlandse provincie werd uit de gelederen van de Lazaristen gerecruteerd. De rechtspersoon was de 'Vereeniging van den H Vincentius à Paulo', later genaamd de 'Vereniging van de Dochters der Liefde van de H Vincentius à Paulo'.
De missie Aanvankelijk waren de Zusters in Indonesië bestuurlijk en financieel afhankelijk van het moederland. Na de Tweede Wereldoorlog gingen de Indonesische zusters geleidelijk de meerderheid vormen. De Indonesische zusters gingen uiteindelijk een zelfstandige provincie Indonesië vormen .
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 78, Willemsen, I, par. 2-5, Honderd jaar, Ludgera, 'Dochters' en Pius-almanak 1960/61, 376 en 435. |
Doelstelling | De zusters wilden Christus dienen in de persoon van de armen, zieken, kinderen en wie er in nood verkeerden. Hoewel 'alle mogelijke werken van barmhartigheid' als doelstelling geformuleerd zijn, manifesteerde het dienende werk zich in concrete vormen op de gebieden van gezondheidszorg, onderwijs en missiewerk in de missiegebieden van de Lazaristen. |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Interviews | Vier interviews, en wel de nrs.: 78 137 190 203
|
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||
Websites | http://www.filles-de-la-charite.org (generalaat) |
||||||||||||||||||||
Losse archiefstukken | KDC, Archivalia Anne Biegel 82 Brief van zr. Cecilia van de Dochters der Liefde van Sint Vincentius à Paulo te Nuth. Met kranteartikel 1956 1 stuk. Gegevens over dit archief staan niet in het archievenoverzicht en zijn niet terug te vinden via de website van het KDC. Zie verder ook Collectie knipsels Dochters der Liefde. |
||||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||||
Opmerkingen | De archieven gaan op termijn naar het Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven in St. Agatha.
|