Java-Comité
Naam | Java-Comité |
Naamsvarianten |
|
Periode | 1855-1951 |
Denominatie | Nederlandse Hervormde Kerk |
Org | Zending |
Korte geschiedenis | De organisatie Het Java Comité (JC) werd in 1855 opgericht als een afdeling van de Vereeniging ter Verbreiding der Waarheid te Amsterdam, een vereniging gericht op inwendige zending. Het JC had ook een band met het in 1854 opgerichte Genootschap voor In- en Uitwendige Zending te Batavia. Het initiatief voor dit genootschap ontstond doordat de oud-resident van Timor I. Esser een aantal lezingen hield over de geestelijke nood op Java en Madoera. Binnen een jaar telde het JC leden in 28 plaatsen in Nederland. In korte tijd groeide het aantal leden tot 900. In 1863 nam het JC de relatie met het veld in de Bataklanden van het Genootschap te Batavia over. In 1880 volgde Oost-Java, met name het werk onder de Madoerezen. In 1888 tenslotte werden de rollen omgedraaid. Het Comité werd als 'geheel zelfstandige zendingsvereeniging' voortgezet, terwijl het genootschap in Batavia een commissie van advies en toezicht' werd en het JC in Batavia en daarbuiten de leiding van het werk op zich nam. In 1903 werd de arbeid te Batavia overgedragen aan de Nederlandsche Zendings Vereeniging (NZV). In april 1931 zocht het JC aansluiting bij de Samenwerkende Zendings Corporaties te Oegstgeest, waarna het in 1946 opging in de Vereenigde Nederlandsche Zendingscorporaties, en vanaf 1951 in de Raad voor de Zending der Nederlandse Hervormde Kerk. (Zie o.a. Van Randwijck, Handelen en denken, 71 e.v.)
Terreinen Sumatra (zuidelijke Bataklanden, Angkola), 1863-1931. Overname van twee zendeling-werklieden die zich niet wilden associëren met de Rheinische Missionsgesellschaft (RMG). In 1931 werden de gemeenten van het JC bij de HKBP (Huria Kristen Batak Protestan, de in 1929 gestichte Batakse protestantse kerk) gevoegd. Madoera, vanaf 1879. Later verplaatste de arbeid zich naar Madoerezen die naar Oost-Java waren getrokken en versmolt deze zending met de Oost-Javaanse Kangean, 1912-1935. Bewerkt door zendeling F. Schelfhorst, met een onderbreking van vijf jaar voor verlof en werk op Java. Het werk onder de Madoerese bevolking werd verplaatst naar Java en de zending op Kangean werd opgeheven. Patekoan (Chinese gemeente op Java). In de jaren twintig werkten de zendelingen op Oost-Java samen met de zendelingen van het Nederlandsch Zendelinggenootschap. |
Organisatie | Het comite had leden en begunstigers. Leden waren: a. de leden van het bestuur; b. zij, die zich tot een jaarlijkse bijdrage verbonden en door het bestuur tot lid werden benoemd. Een groep leden kon een afdeling vormen. Afdelingen hadden het recht een vertegenwoordiger in het bestuur te benoemen. Er vond jaarlijks een algemene ledenvergadering plaats, waar een jaarverslag werd overlegd en financiële verantwoording werd afgelegd. Het was kortom eigenlijk geen comité, maar een, zij het kleine, corporatie. |
Doelstelling | 'De verbreiding van het Christendom op Java en in de andere Ned. Oost-Indische Bezittingen; door: a. de opleiding, uitzending en vestiging van zendelingen; b. de Evangelieprediking der uitgezonden personen' (Statuten 1898). 'De verbreiding van het Christendom in Indonesië' (Statuten 1949). 'Grondslag: 'De Vereeniging erkent de Schriften des Ouden en des Nieuwen Testaments als het Woord van God' (Statuten 1898) |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||||
Bronnen met verslaglegging | Jaarverslagen
1628. Periode 1931-1941.
4537. Periode 1932-1935.
Conferenties
1627. Verslag van de conferentie in Batavia 10-20 augustus 1946.
|
||||||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Interressant archief |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | De organisatie Het Java Comité (JC) werd in 1855 opgericht als een afdeling van de Vereeniging ter Verbreiding der Waarheid te Amsterdam, een vereniging gericht op inwendige zending. Het JC had ook een band met het in 1854 opgerichte Genootschap voor In- en Uitwendige Zending te Batavia. Het initiatief voor dit genootschap ontstond doordat de oud-resident van Timor I. Esser een aantal lezingen hield over de geestelijke nood op Java en Madoera. Binnen een jaar telde het JC leden in 28 plaatsen in Nederland. In korte tijd groeide het aantal leden tot 900. In 1863 nam het JC de relatie met het veld in de Bataklanden van het Genootschap te Batavia over. In 1880 volgde Oost-Java, met name het werk onder de Madoerezen. In 1888 tenslotte werden de rollen omgedraaid. Het Comité werd als 'geheel zelfstandige zendingsvereeniging' voortgezet, terwijl het genootschap in Batavia een commissie van advies en toezicht' werd en het JC in Batavia en daarbuiten de leiding van het werk op zich nam. In 1903 werd de arbeid te Batavia overgedragen aan de Nederlandsche Zendings Vereeniging (NZV). In april 1931 zocht het JC aansluiting bij de Samenwerkende Zendings Corporaties te Oegstgeest, waarna het in 1946 opging in de Vereenigde Nederlandsche Zendingscorporaties, en vanaf 1951 in de Raad voor de Zending der Nederlandse Hervormde Kerk. (Zie o.a. Van Randwijck, Handelen en denken, 71 e.v.)
Terreinen Sumatra (zuidelijke Bataklanden, Angkola), 1863-1931. Overname van twee zendeling-werklieden die zich niet wilden associëren met de Rheinische Missionsgesellschaft (RMG). In 1931 werden de gemeenten van het JC bij de HKBP (Huria Kristen Batak Protestan, de in 1929 gestichte Batakse protestantse kerk) gevoegd. Madoera, vanaf 1879. Later verplaatste de arbeid zich naar Madoerezen die naar Oost-Java waren getrokken en versmolt deze zending met de Oost-Javaanse Kangean, 1912-1935. Bewerkt door zendeling F. Schelfhorst, met een onderbreking van vijf jaar voor verlof en werk op Java. Het werk onder de Madoerese bevolking werd verplaatst naar Java en de zending op Kangean werd opgeheven. Patekoan (Chinese gemeente op Java). In de jaren twintig werkten de zendelingen op Oost-Java samen met de zendelingen van het Nederlandsch Zendelinggenootschap. |
Organisatie | Het comite had leden en begunstigers. Leden waren: a. de leden van het bestuur; b. zij, die zich tot een jaarlijkse bijdrage verbonden en door het bestuur tot lid werden benoemd. Een groep leden kon een afdeling vormen. Afdelingen hadden het recht een vertegenwoordiger in het bestuur te benoemen. Er vond jaarlijks een algemene ledenvergadering plaats, waar een jaarverslag werd overlegd en financiële verantwoording werd afgelegd. Het was kortom eigenlijk geen comité, maar een, zij het kleine, corporatie. |
Doelstelling | 'De verbreiding van het Christendom op Java en in de andere Ned. Oost-Indische Bezittingen; door: a. de opleiding, uitzending en vestiging van zendelingen; b. de Evangelieprediking der uitgezonden personen' (Statuten 1898). 'De verbreiding van het Christendom in Indonesië' (Statuten 1949). 'Grondslag: 'De Vereeniging erkent de Schriften des Ouden en des Nieuwen Testaments als het Woord van God' (Statuten 1898) |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||||||
Bronnen met verslaglegging | Jaarverslagen
1628. Periode 1931-1941.
4537. Periode 1932-1935.
Conferenties
1627. Verslag van de conferentie in Batavia 10-20 augustus 1946.
|
||||||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Interressant archief |