Neukirchener Mission
Naam | Neukirchener Mission |
Naamsvarianten |
|
Periode | 1878-2011 |
Denominatie | Evangelical |
Org | Zending |
Korte geschiedenis | De Neukirchener Missionsgesellschaft
De Neukirchener Mission werd in 1878 gesticht door de gereformeerde predikant Louis Doll (1846-1883) als een Glaubensmission, een geloofszending. Volgens Brandl is een geloofszending gebaseerd op drie grondbeginselen:
1. Zendelingen uit alle protestantse kerken kunnen lid worden als zij instemmen met de geloofsbelijdenis, de kerkorde is een zaak van minder belang. 2. Zendingen onthouden zich van het vragen om geld in het openbaar, omdat zij verwachten dat God voor alles wat zij nodig hebben zal zorgen. Zij ontvangen geen salaris en mogen geen schulden aangaan. 3. De zending wordt rechtstreeks geleid door de conferentie van zendelingen. Het bestuur van het genootschap heeft alleen een adviserende bevoegdheid. De zendelingenzijn lid van de zending, zij zijn geen werknemers. Afgezien van deze grondbeginselen zijn de volgende punten van belang: Geloofszendingen zijn internationaal, alleenstaande vrouwen hebben even veel mogelijkheden als mannelijke zendlingen. Zendelingen indentificeren zich zo veel mogelijk met de cultuur van het land waar zij te gast zijn (Brandl, 509). De organisatie had contacten met de Freie Evangelische Gemeinden (vrije evangelische kerken die zich afgescheiden hadden van de officiële lutherse kerk) die in Rijnland en Westfalen voorkwamen en deel uitmaakten van de evangelische beweging. Het beginsel dat de middelen die nodig waren voor het werk vanzelf zouden komen als de Heer dat wilde, werd later om praktische redenen geleidelijk opzij gezet. Na Doll's dood werd de jonge zending overgenomen door ds. Stursberg (overleden in 1909) die de organisatie consolideerde.
Positie van vrouwen in de organisatie
Vrouwen hadden niet dezelfde rechten als mannen en de Bund (Vereniging van Zendelingen in Salatiga) weigerde tot 1940 hun herhaalde verzoeken om de vergaderingen van de conferentie bij te wonen en te mogen stemmen met de mannelijke zendelingen. Dat nam niet weg dat meer vrouwen dan mannen in de jaren dertig actief waren, vooral als verpleegkundige, onderwijzeres en maatschappelijk werkster. De zusters (Schwester) hadden hun eigen jaarlijkse conferenties (Brandl, 351-361).
The Salatiga Mission
De Salatiga Zending werd gesticht door mevr. Elise J. de Wildt (1824-1906). Zij was eerst gehuwd met D.D. Le Jolle en na zijn dood met Maurits van Vollenhoven, een broer van Wilhelmina E. van Vollenhoven. Mevr. De Wildt vroeg het Nederlandsch Zendelinggenootschap om een zendeling naar haar landgoed te zenden om de Javanen te bekeren. NZG-zendeling J.E. Jellesma, die in Oost-Java werkte, zond in 1854 een van zijn Javaanse helpers, Petrus Sadano, naar het landgoed. Na Mevr. Elises terugkeer naar nederland in 1857, hielden de NZG-zendelingen op met het bezoeken van de kleine kolonie in Njemoh in 1864. Mevr. Van Vollenhoven kwam in contact met ds. Witteveen en verzocht hem weer met de zending te beginnen. Witteveen zond Reijer de Boer naar Salatiga in 1868. De Boer gebruikte de kolonisatiemethode die door zendeling Jansz. werd gepropageerd. Hij huurde land van de regering en vestigde daar christelijke Javanen. Toen ds. Witteveen ouder werd en de zendingsgemeente in Ermelo dit werk niet langer voort kon zetten, nam Neukirchen het over. Tussen 1884 en 1886 werden vier zendelingen uitgezonden naar Salatiga. Zij begonnen De Boer te helpen. Na 1891 werde nieuwe stations gesticht buiten de residentie Semarang. Het werk onder de Chinezen begon in 1894 in Blora gevolgd door Salatiga in 1897. Veel aandacht werd geschonken aan de medische zending. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, had de Salatiga Zending ziekenhuizen in Poerwodadi, Blora, Bodjonegoro, Moga bij Pemalang, en Oengaran. Na de dood van Sadracht, de leider van een syncretistische religieuze beweging, in 1924, sloten veel van zijn volgelingen zich bij de kerken van Salatiga aan met als gevolg dat de Javaanse zending in 1940 ongeveer 6.000 christenen telde.
Ontwikkeling naar een onafhankelijke kerk
Hoewel een eerste stap naar een onafhankelijke kerk in 1936 werd genomen met de oprichting van de parapatan agoeng (grote vergadering), waren de zendelingen terughoudend om de kerk meer autonomie te geven. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werden de Duitse zendelingen geïnterneerd. Na de oorlog keerden op enkele bezoeken na zij niet terug. Een poging om de Salatigagemeenten te laten samengaan met de Gereformeerde Kerken in Midden-Java ten zuiden in 1949 mislukte omdat veel Salatigers zich anders voelden dan de gereformeerden. Enige kerken scheidden zich af en vormden weer de parapatan agoeng. Ernstige conflicten over eigendomsrechten volgden. Neukirchen heeft nog steeds een Europese zendeling in dit gebied, ds. Christian Goszweiler.
Development to an independent church Although a first step to an independent church was taken in 1936 with the erection of the parapatan agoeng (great assembly), the missionaries were reluctant to give the church more autonomy. When the Second World War broke out the German missionaries were interned. After the war they did not return, apart from a few visits. An attempt to merge the Salatiga communities with the Gereformeerde Kerken in South Central Java in 1949 failed because many Salatigans felt different from the Gereformeerden. Some churches split off in 1952 and formed the parapatan agoeng again. Serious conflicts about property rigths followed. Neukirchen still has a European missionary in the area, rev. Christian Goszweiler.
Statistiek
(uit: Brandl, p. 215 and 346)
Het aantal Europese vrouwelijke zendelingen betreft alleen ongehuwde vrouwen. Alle mannelijke zendelingen waren gehuwd en hun vrouwen waren ook zeer actief in het zendingswerk. Het aantal vrouwelijke zendelingen in 1940 is onbekend, maar was veel hoger dan dat van hun mannelijke collega's.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Organisatie | Om fiscale redenen werd de Neukirchener Mission pas in 1907 geregistreerd als een wettige vereniging (Duits: eigentragener Verein; afgekort als 'e.V.'). Na de vroge dood van de sticher Louis Doll, werd het zendingsgenootschap geleid door de volgende inspecteurs: Julius Stursberg 1883-1909 (hij huwde met Elise Paschen, de weduwe van ds. Doll) Wilhelm Nitsch 1911-1949 Johannes Pistor 1911-1942 Friedrich Schneider 1925-1949 inspecteur, daarna zendingsleider 1949-1958. De zendelingen uit Neukirchen waren zeer autonoom en leken op vrije zendelingen. Neukirchen en het comité in Utrecht hadden niet veel vat op hen. In 1909-1910 had de Salatiga Zending 11 hoofdstations en 30 hulpstations. De Europese zendelingen leidden de zending maar waren zeer afhankelijk van Javaanse assistenten die gemakkelijker in contact konden komen met de inheemse bevolking. De zendelingen waren in een vereniging georganiseerd, maar de vereniging kon de zendelingen, die zich soms gedroegen als koninkjes op hun stations, geen regels opleggen. Vaak wilden zij na een verlof terugkeren naar hun vroegere standplaats en weigerden zij hun beste helpers naar het seminarie (Helferschule), die in 1908 in Tingkir was geopend, te zenden. Royale subsidies van de regering voor de exploitatie van ziekenhuizen en scholen werden ondergebracht in afzonderlijke fondsen waarover Neukirchen en Utrecht geen informatie ontvingen. In de ogen van Brandl groeiden de zendelingen uit tot kleine ondernemers en maakte het geloof plaats voor materialisme. Brendl concludeert dat de Salatiga Zending ine en ernstige crisis verkeerde toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak (Brandl, 361-374).
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Doelstelling | Management of an orphanage in Neukirchen and education of male and female missionaries sent to foreign countries to preach the Gospel and to convert non-Christians. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||
Websites | |||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||
Opmerkingen | Een klein, maar belangwekkend archief waarvan helaas een deel is vernietigd, vermoedelijk tijdens een verhuizing naar een andere gebouw. |
||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Groot |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | De Neukirchener Missionsgesellschaft
De Neukirchener Mission werd in 1878 gesticht door de gereformeerde predikant Louis Doll (1846-1883) als een Glaubensmission, een geloofszending. Volgens Brandl is een geloofszending gebaseerd op drie grondbeginselen:
1. Zendelingen uit alle protestantse kerken kunnen lid worden als zij instemmen met de geloofsbelijdenis, de kerkorde is een zaak van minder belang. 2. Zendingen onthouden zich van het vragen om geld in het openbaar, omdat zij verwachten dat God voor alles wat zij nodig hebben zal zorgen. Zij ontvangen geen salaris en mogen geen schulden aangaan. 3. De zending wordt rechtstreeks geleid door de conferentie van zendelingen. Het bestuur van het genootschap heeft alleen een adviserende bevoegdheid. De zendelingenzijn lid van de zending, zij zijn geen werknemers. Afgezien van deze grondbeginselen zijn de volgende punten van belang: Geloofszendingen zijn internationaal, alleenstaande vrouwen hebben even veel mogelijkheden als mannelijke zendlingen. Zendelingen indentificeren zich zo veel mogelijk met de cultuur van het land waar zij te gast zijn (Brandl, 509). De organisatie had contacten met de Freie Evangelische Gemeinden (vrije evangelische kerken die zich afgescheiden hadden van de officiële lutherse kerk) die in Rijnland en Westfalen voorkwamen en deel uitmaakten van de evangelische beweging. Het beginsel dat de middelen die nodig waren voor het werk vanzelf zouden komen als de Heer dat wilde, werd later om praktische redenen geleidelijk opzij gezet. Na Doll's dood werd de jonge zending overgenomen door ds. Stursberg (overleden in 1909) die de organisatie consolideerde.
Positie van vrouwen in de organisatie
Vrouwen hadden niet dezelfde rechten als mannen en de Bund (Vereniging van Zendelingen in Salatiga) weigerde tot 1940 hun herhaalde verzoeken om de vergaderingen van de conferentie bij te wonen en te mogen stemmen met de mannelijke zendelingen. Dat nam niet weg dat meer vrouwen dan mannen in de jaren dertig actief waren, vooral als verpleegkundige, onderwijzeres en maatschappelijk werkster. De zusters (Schwester) hadden hun eigen jaarlijkse conferenties (Brandl, 351-361).
The Salatiga Mission
De Salatiga Zending werd gesticht door mevr. Elise J. de Wildt (1824-1906). Zij was eerst gehuwd met D.D. Le Jolle en na zijn dood met Maurits van Vollenhoven, een broer van Wilhelmina E. van Vollenhoven. Mevr. De Wildt vroeg het Nederlandsch Zendelinggenootschap om een zendeling naar haar landgoed te zenden om de Javanen te bekeren. NZG-zendeling J.E. Jellesma, die in Oost-Java werkte, zond in 1854 een van zijn Javaanse helpers, Petrus Sadano, naar het landgoed. Na Mevr. Elises terugkeer naar nederland in 1857, hielden de NZG-zendelingen op met het bezoeken van de kleine kolonie in Njemoh in 1864. Mevr. Van Vollenhoven kwam in contact met ds. Witteveen en verzocht hem weer met de zending te beginnen. Witteveen zond Reijer de Boer naar Salatiga in 1868. De Boer gebruikte de kolonisatiemethode die door zendeling Jansz. werd gepropageerd. Hij huurde land van de regering en vestigde daar christelijke Javanen. Toen ds. Witteveen ouder werd en de zendingsgemeente in Ermelo dit werk niet langer voort kon zetten, nam Neukirchen het over. Tussen 1884 en 1886 werden vier zendelingen uitgezonden naar Salatiga. Zij begonnen De Boer te helpen. Na 1891 werde nieuwe stations gesticht buiten de residentie Semarang. Het werk onder de Chinezen begon in 1894 in Blora gevolgd door Salatiga in 1897. Veel aandacht werd geschonken aan de medische zending. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, had de Salatiga Zending ziekenhuizen in Poerwodadi, Blora, Bodjonegoro, Moga bij Pemalang, en Oengaran. Na de dood van Sadracht, de leider van een syncretistische religieuze beweging, in 1924, sloten veel van zijn volgelingen zich bij de kerken van Salatiga aan met als gevolg dat de Javaanse zending in 1940 ongeveer 6.000 christenen telde.
Ontwikkeling naar een onafhankelijke kerk
Hoewel een eerste stap naar een onafhankelijke kerk in 1936 werd genomen met de oprichting van de parapatan agoeng (grote vergadering), waren de zendelingen terughoudend om de kerk meer autonomie te geven. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werden de Duitse zendelingen geïnterneerd. Na de oorlog keerden op enkele bezoeken na zij niet terug. Een poging om de Salatigagemeenten te laten samengaan met de Gereformeerde Kerken in Midden-Java ten zuiden in 1949 mislukte omdat veel Salatigers zich anders voelden dan de gereformeerden. Enige kerken scheidden zich af en vormden weer de parapatan agoeng. Ernstige conflicten over eigendomsrechten volgden. Neukirchen heeft nog steeds een Europese zendeling in dit gebied, ds. Christian Goszweiler.
Development to an independent church Although a first step to an independent church was taken in 1936 with the erection of the parapatan agoeng (great assembly), the missionaries were reluctant to give the church more autonomy. When the Second World War broke out the German missionaries were interned. After the war they did not return, apart from a few visits. An attempt to merge the Salatiga communities with the Gereformeerde Kerken in South Central Java in 1949 failed because many Salatigans felt different from the Gereformeerden. Some churches split off in 1952 and formed the parapatan agoeng again. Serious conflicts about property rigths followed. Neukirchen still has a European missionary in the area, rev. Christian Goszweiler.
Statistiek
(uit: Brandl, p. 215 and 346)
Het aantal Europese vrouwelijke zendelingen betreft alleen ongehuwde vrouwen. Alle mannelijke zendelingen waren gehuwd en hun vrouwen waren ook zeer actief in het zendingswerk. Het aantal vrouwelijke zendelingen in 1940 is onbekend, maar was veel hoger dan dat van hun mannelijke collega's.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Organisatie | Om fiscale redenen werd de Neukirchener Mission pas in 1907 geregistreerd als een wettige vereniging (Duits: eigentragener Verein; afgekort als 'e.V.'). Na de vroge dood van de sticher Louis Doll, werd het zendingsgenootschap geleid door de volgende inspecteurs: Julius Stursberg 1883-1909 (hij huwde met Elise Paschen, de weduwe van ds. Doll) Wilhelm Nitsch 1911-1949 Johannes Pistor 1911-1942 Friedrich Schneider 1925-1949 inspecteur, daarna zendingsleider 1949-1958. De zendelingen uit Neukirchen waren zeer autonoom en leken op vrije zendelingen. Neukirchen en het comité in Utrecht hadden niet veel vat op hen. In 1909-1910 had de Salatiga Zending 11 hoofdstations en 30 hulpstations. De Europese zendelingen leidden de zending maar waren zeer afhankelijk van Javaanse assistenten die gemakkelijker in contact konden komen met de inheemse bevolking. De zendelingen waren in een vereniging georganiseerd, maar de vereniging kon de zendelingen, die zich soms gedroegen als koninkjes op hun stations, geen regels opleggen. Vaak wilden zij na een verlof terugkeren naar hun vroegere standplaats en weigerden zij hun beste helpers naar het seminarie (Helferschule), die in 1908 in Tingkir was geopend, te zenden. Royale subsidies van de regering voor de exploitatie van ziekenhuizen en scholen werden ondergebracht in afzonderlijke fondsen waarover Neukirchen en Utrecht geen informatie ontvingen. In de ogen van Brandl groeiden de zendelingen uit tot kleine ondernemers en maakte het geloof plaats voor materialisme. Brendl concludeert dat de Salatiga Zending ine en ernstige crisis verkeerde toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak (Brandl, 361-374).
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Doelstelling | Management of an orphanage in Neukirchen and education of male and female missionaries sent to foreign countries to preach the Gospel and to convert non-Christians. |
|||||||||||||||||||||||||||||||||
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||||||||
Websites | |||||||||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||||||||
Opmerkingen | Een klein, maar belangwekkend archief waarvan helaas een deel is vernietigd, vermoedelijk tijdens een verhuizing naar een andere gebouw. |
||||||||||||||||||
Informatiewaarde | Groot |