Ursulinen van Bergen (N. H.)
Naam | Ursulinen van Bergen (N. H.) |
Naamsvarianten |
|
Periode | 1898-2011 |
Denominatie | rooms-katholiek |
Org | Missie |
Korte geschiedenis | De congregatie De congregatie van de ursulinen van Bergen (NH) werd gesticht in Monnikendam in 1898 door pastoor B.A.A. Smeeman (1853-1912). Hij had zich veel moeite getroost Ursulinen uit Eysden naar zijn parochie te krijgen om onderwijs op zich te nemen. Zo ontstond er in 1907 een zelfstandige congregatie van de Ursulinen met het moederhuis in Bergen (provincie Noord-Holland). De congregatie was gespecialiseerd in onderwijs. In 1928 had zij 16 huizen, alle in Nederland.
De missie Kenya en Uganda Bij gelegenheid van het 25-jarig jubileum in 1923 werd besloten aan missiewerk te gaan doen. De missionarissen van Mill Hill, aan wie in 1894 apostolisch-vicariaat Boven-Nijl (Oost-Uganda en West-Kenya) was toevertrouwd, waren op zoek naar Europese zusters die werkzaamheden in onderwijs en gezondheidszorg op zich wilden nemen. Één van de missionarissen van Mill Hill was bevriend met de priester-directeur van de Ursulinen van Bergen. Zo werd contact gelegd tussen de congregatie en de apostolisch vicaris van Boven-Nijl, mgr. Biermans, die de zusters verzocht onderwijs, gezondheidszorg en de 'zorg voor kerk en altaar' op zich te nemen in Nyondo, Uganda. Uit de aanmeldingen wees de priester-directeur vijf zusters aan die na een gebrekkige voorbereiding vertrokken. In 1928 begonnen de zusters met missiewerk in het apostolisch vicariaat van Kisumu (Kenya). In 1932 werd het hoofdkwartier naar Mukumu, Kenya, verplaatst. De zusters verzorgden onderwijs en ziekenverpleging in acht staties in Uganda en Kenya. De koloniale regering droeg financieel bij aan dit katholieke onderwijs. Later kwamen hier internaten, kweekscholen en voortgezet onderwijs bij. Uganda moesten de zusters verlaten in 1972, in Kenya bleven zij actief tot 1983. De opleiding van inheemse zusters kwam vanaf 1932 van de grond, maar werd bemoeilijkt door etnische tegenstellingen en de Europese eis dat de inheemse kandidaat-zusters zich helemaal zouden aanpassen aan de Westerse normen van het kloosterleven. In 1952 kreeg de congregatie, die de naam droeg van Sisters of Mary, officiële goedkeuring uit Rome en konden er door de zusters eeuwige geloften afgelegd worden. Zij begonnen toen eigen missieposten te stichten en kregen in 1966 een eigen bestuur.
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 57, Willemsen, I, par. 2-46, Pius-almanak 1960/61, 356 en 430, Eijt, Zorgen in Gods naam, en Vijftig jaar missie. |
Organisatie | De congregatie wordt bestuurd door een priester-directeur en een algemeen algemene overste, terwijl voor missiegebieden een missieoverste werd aangesteld. De rechtspersoon was de St. Josephstichting en voor onderwijsaangelegenheden de Bernardus Smeemanstichting (Pius-almanak (1960/61) 356). Bergen heeft zich niet aangesloten bij de Unie (zie format Ursulinen Romeinse Unie), vermoedelijk omdat de bisschop van Haarlem daartegen was. |
Doelstelling | De oprichtingsdoelstelling was het onderwijs, maar de zusters beperkten zich daar niet toe. Ook gezondheidszorg en missiewerk vielen onder hun doelstellingen. Al vanaf het begin van de missie gaven de zusters ook catechismus en was het kweekschoolonderwijs mede gericht op het opleiden van missionaire leerkrachten. De onderwijs- en opvoedingsinspanningen, die vorm kregen in kleuter, lager en huishoudonderwijs, strekten zich ook uit tot de missie (Uganda en Kenya), waar bovendien verpleging een voorname plaats innam. |
Taken en activiteiten |
|
Continenten |
|
Lokatie |
|
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Interviews | 2 interviews, en wel de nrs.: 67 427
|
Meer over het archief |
|
||||||||||||
Bronnen met verslaglegging | Kronieken
Zie in het veld Bijzondere relevantie, rubriek Algemeen, nog enige werken over de geschiedenis van de missie die waarschijnlijk gebaseerd zijn op kronieken.
1404. Memorieboek van de Missie met op de laatste bladzijden de openingsdata van de verschillende huizen. 1937-1962. 1 stuk |
||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||
Informatiewaarde | Interressant archief |
Geschiedenis
Korte geschiedenis | De congregatie De congregatie van de ursulinen van Bergen (NH) werd gesticht in Monnikendam in 1898 door pastoor B.A.A. Smeeman (1853-1912). Hij had zich veel moeite getroost Ursulinen uit Eysden naar zijn parochie te krijgen om onderwijs op zich te nemen. Zo ontstond er in 1907 een zelfstandige congregatie van de Ursulinen met het moederhuis in Bergen (provincie Noord-Holland). De congregatie was gespecialiseerd in onderwijs. In 1928 had zij 16 huizen, alle in Nederland.
De missie Kenya en Uganda Bij gelegenheid van het 25-jarig jubileum in 1923 werd besloten aan missiewerk te gaan doen. De missionarissen van Mill Hill, aan wie in 1894 apostolisch-vicariaat Boven-Nijl (Oost-Uganda en West-Kenya) was toevertrouwd, waren op zoek naar Europese zusters die werkzaamheden in onderwijs en gezondheidszorg op zich wilden nemen. Één van de missionarissen van Mill Hill was bevriend met de priester-directeur van de Ursulinen van Bergen. Zo werd contact gelegd tussen de congregatie en de apostolisch vicaris van Boven-Nijl, mgr. Biermans, die de zusters verzocht onderwijs, gezondheidszorg en de 'zorg voor kerk en altaar' op zich te nemen in Nyondo, Uganda. Uit de aanmeldingen wees de priester-directeur vijf zusters aan die na een gebrekkige voorbereiding vertrokken. In 1928 begonnen de zusters met missiewerk in het apostolisch vicariaat van Kisumu (Kenya). In 1932 werd het hoofdkwartier naar Mukumu, Kenya, verplaatst. De zusters verzorgden onderwijs en ziekenverpleging in acht staties in Uganda en Kenya. De koloniale regering droeg financieel bij aan dit katholieke onderwijs. Later kwamen hier internaten, kweekscholen en voortgezet onderwijs bij. Uganda moesten de zusters verlaten in 1972, in Kenya bleven zij actief tot 1983. De opleiding van inheemse zusters kwam vanaf 1932 van de grond, maar werd bemoeilijkt door etnische tegenstellingen en de Europese eis dat de inheemse kandidaat-zusters zich helemaal zouden aanpassen aan de Westerse normen van het kloosterleven. In 1952 kreeg de congregatie, die de naam droeg van Sisters of Mary, officiële goedkeuring uit Rome en konden er door de zusters eeuwige geloften afgelegd worden. Zij begonnen toen eigen missieposten te stichten en kregen in 1966 een eigen bestuur.
Alle informatie is, tenzij anders vermeld, geput uit: Van Woesik, 57, Willemsen, I, par. 2-46, Pius-almanak 1960/61, 356 en 430, Eijt, Zorgen in Gods naam, en Vijftig jaar missie. |
Organisatie | De congregatie wordt bestuurd door een priester-directeur en een algemeen algemene overste, terwijl voor missiegebieden een missieoverste werd aangesteld. De rechtspersoon was de St. Josephstichting en voor onderwijsaangelegenheden de Bernardus Smeemanstichting (Pius-almanak (1960/61) 356). Bergen heeft zich niet aangesloten bij de Unie (zie format Ursulinen Romeinse Unie), vermoedelijk omdat de bisschop van Haarlem daartegen was. |
Doelstelling | De oprichtingsdoelstelling was het onderwijs, maar de zusters beperkten zich daar niet toe. Ook gezondheidszorg en missiewerk vielen onder hun doelstellingen. Al vanaf het begin van de missie gaven de zusters ook catechismus en was het kweekschoolonderwijs mede gericht op het opleiden van missionaire leerkrachten. De onderwijs- en opvoedingsinspanningen, die vorm kregen in kleuter, lager en huishoudonderwijs, strekten zich ook uit tot de missie (Uganda en Kenya), waar bovendien verpleging een voorname plaats innam. |
Taken en activiteiten |
|
Geografie
Continenten |
|
Lokatie |
|
Niet-archivalische bronnen
Selectie uit de literatuur |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Periodieken |
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Interviews | 2 interviews, en wel de nrs.: 67 427
|
Het archief
Meer over het archief |
|
||||||||||||
Bronnen met verslaglegging | Kronieken
Zie in het veld Bijzondere relevantie, rubriek Algemeen, nog enige werken over de geschiedenis van de missie die waarschijnlijk gebaseerd zijn op kronieken.
1404. Memorieboek van de Missie met op de laatste bladzijden de openingsdata van de verschillende huizen. 1937-1962. 1 stuk |
||||||||||||
Verwijzing naar andere archiefvormers | |||||||||||||
Informatiewaarde | Interressant archief |